Ook zonder toptrainer Verhaeren kan Nederland tot mooie zwemprestaties komen, denkt expert Jos van Kuijeren.

Studio Sport
Nederland 1, 18.00-20.00 uur
‘Nee hoor, Jacco’s vertrek is geen groot verlies,’ zegt Jos van Kuijeren, een paar dagen nadat een Australisch zwemkwartet onder supervisie van Jacco Verhaeren tijdens de Commonwealth Games het wereldrecord op de 4 x 100 vrije slag heeft verbeterd. Dat record stond sinds het wk van 2009 op naam van het fameuze Nederlandse viertal Inge Dekker, Ranomi Kromowidjojo, Femke Heemskerk en Marleen Veldhuis, gevestigd onder goedkeurend oog van diezelfde Verhaeren.
‘Jacco was vooral een uitstekende trainer, maar organisatorisch is Joop Alberda waarschijnlijk beter. Het is goed om de kussens weer eens op te schudden.’
Van Kuijeren, die vele jaren lang het zwemmen voor Radio 1 versloeg en tegenwoordig druk bezig is met zijn website Zwemkroniek, weet waar hij over praat.

‘Alberda is, in tegenstelling tot Verhaeren, voorstander van meer kwalificatiemomenten voor de grote toernooien. Hij vindt dat de zwemsport zich te weinig profileert, en ziet graag dat de toppers wat vaker optreden.’

Zou dat extra profileren ook kunnen door het zwemmen op andere manieren in beeld te brengen?
‘Op televisie bedoel je? Nou, men is natuurlijk al geruime tijd bezig met onderwateropnamen van de zwemmers.’
Maar – de modernisering van bepaalde andere sporten zoals wielrennen indachtig – zijn er nog geen plannen om een cameraatje in de badmuts te verwerken?
‘Hahaha,’ buldert Van Kuijeren. ‘Nee, nou ja, de techniek schrijdt voort, je hebt nu al van die brillen als Google Glass waarmee je van alles kunt, dus wie weet wordt er ook ooit eens zoiets met een zwembril gedaan.’
Intussen lijkt de afvaardiging naar het EK in Berlijn niet geweldig sterk. Wie gaan er medailles halen?

‘Sebastiaan Verschuren (zo prachtig vijfde op de 100 vrij bij de Olympische Spelen in Londen 2012, red.) zie ik het niet doen. Wel Inge Dekker op de 50 en 100 vlinder, Femke Heemskerk op de 100 en misschien 200 vrij, en Sharon van Rouwendaal op 800 en 1500 meter vrij. Zij doet trouwens ook nog mee in het open water over tien kilometer.’