De CIA had Bin Laden al jaren in het snotje, maar het gevaar werd onderschat. Daarom mogen we nu alles weten over hun latere succesvolle vangst van de terrorist.

2Doc: Manhunt
NPO 2, 23.00-0.45 uur
In de documentaire Dirty Wars (onlangs door de VPRO uitgezonden) wordt een boekje opengedaan over het dubieuze handelen van de speciale commando-eenheid Joint Special Operation Command (JSOC). De Amerikaanse overheid creëerde JSOC in de internationale oorlog die het land voert tegen terrorisme. Maar JSOC, een uitvoerend orgaan in het veld, kan niet functioneren zonder denkwerk achter een bureau. Daar zijn Amerikaanse inlichtingendiensten, zoals de CIA, voor. En ook over dat onderwerp valt een onthullende documentaire te maken, zoals de Amerikaanse filmmaker Greg Barker in zijn film Manhunt: the search for Bin Laden, vandaag bij de vpro op het programma, laat zien. De film kwam uit in 2013, twee jaar nadat ­Osama Bin Laden, grondlegger van Al Qaeda – de Iraakse afsplitsing daarvan is de voorloper van terreurorganisatie Islamitische Staat (is) –, door een speciale legereenheid in het Pakistaanse Abbottabad werd uitgeschakeld. De film is gebaseerd op het boek van de Brits-Amerikaanse journalist Peter Bergen. In 1997 interviewde hij in Afghanistan Bin Laden, die daar militante trainingskampen runde. Die kampen waren aanvankelijk bedoeld voor het opleiden van de moedjahedien, strijders tegen de Russen. De film laat zien dat de CIA begin jaren 90, na de val van de muur, Bin Laden al losjes in de gaten hield. Maar Bin Laden werd steeds actiever in het rekruteren van Arabische universiteitsstudenten en de CIA richtte daarom in 1995 Alec Station op, een speciale ‘Bin Laden-eenheid’. Je kon wachten op de eerste Al Qaeda-actie. Die kwam in 1998 met de aanslag op de Amerikaanse ambassade in Nairobi. De Amerikanen beseften: we hebben niet te maken met een lokale organisatie, maar met een wereldwijd, goed georganiseerd netwerk dat een mondiale jihad voert. En toen kwam 11 september 2001, and the rest is history.
De documentaire belicht de langdurige zoektocht naar de toenmalige nummer één van Al Qaeda. Want tussen de bronnen die de CIA uiteindelijk zouden leiden naar Abbottabad, en Bin Ladens eerste militant-theologische oproep aan moslimmannen om deel te nemen aan een gewapende jihad, zit meer dan twintig jaar. Bin Ladens retoriek, waarin verdediging van de zuivere islam en martelaarschap centraal staan, wordt overigens tot op de dag van vandaag nog toegepast, onder meer door is. En niet zonder succes, zoals de documentaire Paradijsbestormers (morgen op NPO 2, zie p. 80) laat zien.

Opvallend aan Manhunt is dat CIA-medewerkers (analisten, spionnen, en leidinggevenden) openlijk hun werkwijze uitleggen. Die transparantie van een inlichtingendienst was tien jaar geleden ondenkbaar. Zit daar een bewuste strategie achter? ‘Ja,’ zegt Rob de Wijk, veiligheidsexpert die de Bin Laden-operatie van dichtbij meemaakte. ‘De CIA was ongelofelijk trots en wilde de geschiedenis rechtzetten. Want je moet toegeven, in de jaren 90 werd Bin Laden ernstig onderschat. Leon Panetta, de baas van de CIA, is daarom tegen alle gebruiken in bewust in de openbaarheid getreden met deze geheime operatie.’