VPRO Tegenlicht ontwaart een nieuwe generatie uitvinders en makers. Joris Laarman geldt als een van de exponenten van een kleinschalige ‘maakbeweging’.

VPRO Tegenlicht
 
De toekomstvoorspellers weten het zeker: het tijdperk van de industriële massaproductie loopt op z’n einde. Een wereld is in aantocht waarin kleinschaliger, flexibeler productievormen domineren en de laboratoria van multinationals plaatsmaken voor zolderkamers en buurtwerkplaatsen. Een heuse ‘maakbeweging’ heeft zich aangediend. Ontwerper Joris Laarman (Borculo, 1979) geldt als een van de exponenten ervan.
Sinds hij met Heatwave, een als rococo-sculptuur vormgegeven radiator, in 2003 internationale erkenning verwierf, werden ontwerpen van Laarman opgenomen in de collecties van prestigieuze instituten als het Moma, Centre Pompidou en het Rijksmuseum, en voor veel geld aangekocht door particuliere verzamelaars. Wonderlijke objecten vaak, zoals een lamp gemaakt van cellen van genetisch gemodificeerde vuurvliegen, of een stoel waarvan de bot-achtige structuur door een computer was berekend. Laarman speelt met technologie, is ontwerper en uitvinder tegelijk. Zo ontwikkelde hij onlangs de ‘MX3D-Metal Printer’, een robotarm verbonden met een lasapparaat, die metaal kan printen in de lucht en presenteerde hij zijn ‘puzzelstoel’, de eerste open source 3D te printen stoel in de wereld.
We hebben afgesproken in zijn werkplaats in Amsterdam-Slotervaart, een voormalig textielfabriekje midden in een woonwijk. Een zaterdagochtend, het kantoor is leeg. Laarman schenkt koffie. In de boekenkast achter hem staat I, Robot van van Isaac Asimov. Hij lacht: ‘Ja, wat wij doen kun je misschien een beetje vergelijken met sciencefiction, alleen maak ik dan fysieke objecten in plaats van verhalen. Ik vind het leuk om na te denken over dingen die nu nog niet kunnen en over vijf tot tien jaar misschien wel. De puzzelstoel ontstond vooral uit frustratie. Er wordt zoveel geluld over 3D-printen. Iedereen belooft altijd van alles, en uiteindelijk maken ze dan een fluitje, speelgoedachtige dingetjes.’

3D printen bevindt zich op het punt waar ooit ook het internet zich bevond, in de jaren negentig: iedereen gelooft erin, je weet bijna zeker dat het iets gaat worden, maar niemand weet nog hoe, en wie dat dan gaat doen, en wat dan waardevol wordt'

joris laarman

3D-printen is zelf eigenlijk ook nog speelgoed?
‘Ja, een beetje wel ja, nerds die voor nerds dingen maken. En als bedrijven er iets mee doen, is dat vaak deels uit marketingoverwegingen, want alles wat je over 3D-printen zegt, brengt je in het nieuws. Bij de Hema kun je geloof ik jezelf uit laten printen. Super! Maar er zijn ook grote bedrijven die er echt in geloven. Het bevindt zich op het punt waar ooit ook het internet zich bevond, in de jaren negentig: iedereen gelooft erin, je weet bijna zeker dat het iets gaat worden, maar niemand weet nog hoe, en wie dat dan gaat doen, en wat dan wel waardevol wordt en wat niet. Worldonline bestaat niet meer, maar Google wel. Je weet het gewoon niet. Het is een spannende tijd om daarbinnen dingetjes te onderzoeken.’

Laarmans voor iedereen gratis te downloaden puzzelstoel is een van die ‘dingetjes’. Heb je het ontwerp via website bitsandparts.org binnengehaald, dan kun je met een 3D-printer de uit 77 zwarte en witte puzzelstukjes opgebouwde stoel uitprinten en, met toevoeging van twee Praxis-bezemstelen, zelf in elkaar zetten. Het is wat ik mijzelf voorneem. Ik download de handleiding en de technische files. Dan zijn er nog twee hindernissen te overkomen: ik heb zelf geen 3D-printer, en het printen van de stoel neemt volgens de handleiding 250 uur in beslag, en zoveel tijd is er niet tot de deadline voor dit artikel verstrijkt. Gelukkig bestaat er inmiddels ook een netwerk van early adopters die een 3d-printer thuis hebben staan – 3D-Hubs geheten. Als ik nu eens een aantal van hen vraag allemaal een paar stukjes uit te printen, dan komt de stoel misschien op tijd af, en hoe duur zal dat nu helemaal zijn? Yannicks ‘hub’ is op 2,6 kilometer van mijn huis de dichtstbijzijnde. Op zijn hub-profiel lees ik dat hij veertig cent rekent per kubieke centimeter abs, de kunststof waar de stoel van wordt gemaakt. Ik reken uit wat de stoel gaat kosten. Volgens de handleiding bij het ontwerp is vijf kilo ABS nodig. ABS weegt 1,04 gram per kubieke cm. Oftewel: 5200 x 0,40 = 2080 euro. Inclusief bezemstelen en wat opstartkosten kom je zo op 2100 euro. Voor een keukentafelstoel – oké, state of the art design van een gevierd ontwerper, maar toch – best een aardig bedrag, zeker als de materiaalkosten verwaarloosbaar zijn (je vindt al ABS voor vijf euro de kilo) en het ontwerp zelf niets kost. Als ik Yannick mijn berekeningen voorleg, weet hij ook niet precies waarom het zo duur is en ook andere aangesloten ‘hubs’, die vaak nog duurder blijken, blijven het antwoord schuldig. Sommigen twijfelen aan mijn berekening, en overigens hebben ze zoiets ook niet eerder bij de hand gehad: het gros van hun klanten wil telefoonhoesjes. ‘Ja, het moet wel het arbeidsloon zijn, toch?’ suggereert Yannick. 

'We hoeven er niet gelijk iets mee te verdienen, en het duurt ook heel lang voordat zoiets werkt, zoals Google in het begin ook geen businessmodel had.'

joris laarman
‘Wat ze rekenen is absurd,’ reageert Laarman, ‘die stoel maak je echt voor dertig euro, en dan wordt het interessant, als je een goede stoel kunt maken voor een prijs die met Ikea kan concurreren. Eigenlijk willen we de eerste massaproductie digitale fabricage-unit bouwen. Henry Fords lopende band bestaat nog niet op het gebied van 3D printen. We moeten met z’n allen iets gaan maken dat zo efficiënt is dat het naast de industriële wereld kan bestaan, maar tegelijk ook alle voordelen heeft van digitale fabricage. Zo’n digitale fabricage-unit is heel flexibel en efficiënt: je kunt ontwerpen personaliseren, en je kunt er een oneindige hoeveelheid ontwerpen mee maken in plaats van dat je voor elk product een aparte, dure spuitgietmal moet maken die altijd maar weer hetzelfde ding uitpoept.’
 
Hoeveel mensen hebben het ontwerp eigenlijk gedownload?

‘Zo’n 300, hoeveel mensen de stoel daadwerkelijk hebben gemaakt, weten we niet. Maar het zou prachtig zijn wanneer heel veel mensen het zien en het gebruiken, dat het een community wordt. Wat er daarna gebeurt, zien we dan wel. We hoeven er niet gelijk iets mee te verdienen, en het duurt ook heel lang voordat zoiets werkt, zoals Google in het begin ook geen businessmodel had. Interessant is dat Ikea het ook meteen heeft gedownload. Ze zijn hier ook geweest, waren razend enthousiast. Ik heb nu zoiets van, ho, wacht even, dit is wel een heel rare situatie.’

De filastruder

Laarman leidt mij rond in het bedrijf. Overal gereedschap, rommeltjes, ijzerstaafjes. Af en toe pakt hij iets en begint enthousiast uit te leggen wat er bijzonder aan is. Hij wijst naar een stoel waarvan de rug provisorisch met elastiekjes bijeen wordt gehouden: ‘De eerste ge3D-printe aluminium stoel ter wereld.’  Alles ademt experiment. Het is als een jongensdroom: een beetje klooien, dingen bedenken. ‘Ja,’ lacht Laarman, ‘alleen jammer dat je er ook nog een bedrijf bij moet leiden.’ Op een tafel staat een keukenblender met een puzzelstukje erin. Ernaast een onduidelijk apparaat. ‘Filastruder’ staat erop. ‘Als je genoeg hebt van je stoel kun je die puzzelstukjes in de blender gooien en ze vermalen tot granulaat,’ legt Laarman uit, ‘dat verwerkt de Filastruder vervolgens tot nieuwe printdraad, zodat je weer iets anders kunt maken. Dus in principe kun je dat blijven recyclen. Dat is leuk, maar het is niet dat ene aspect dat telt, het is een optelsom van nieuwigheid. Ik ben ermee bezig en ontdek dan, hé te gek, het is ook nog recyclebaar!’

We komen bij de lasrobot. ‘De eerste telefoon was vast ook heel freaky,’ zegt Laarman als ik vertel dat ik het YouTube-filmpje van de robot in actie heb bekeken en het wel tovenarij lijkt. ‘Maar constructiebedrijven zijn geïnteresseerd en we zijn nu met de gemeente Amsterdam in gesprek om er een brug mee te bouwen. Met die robot kun je ter plekke dingen maken in plaats van vooraf in een fabriek. Dat is zo gaaf. Er gebeurt zo veel. We zijn nu op het punt waar Rietveld was in het begin van zijn carrière, toen het industrieel design opkwam. Met digitale fabricage ben je totaal vrij in je vormkeuze. En ik geloof er echt in dat die fabricage veel meer lokaal zal plaatsvinden. Als je in iedere stad fabricage-units hebt waar het materiaal ook daadwerkelijk wordt gemaakt, verdwijnt die wereldwijde wirwar van transport van grondstoffen en goederen. En dat lokaal gefabriceerde ding is natuurlijk ook veel leuker dan een product uit een Chinese megafabriek. Ik denk dat dat een leuke toevoeging aan de wereld is.’ 

'Dat vind ik zo interessant aan die maakbeweging, dat mensen weer grip krijgen op hun omgeving, het idee krijgen dat ze die omgeving kunnen beïnvloeden, dat niet langer alles altijd voor ze wordt bedacht.' 

joris laarman
‘Een leuke toevoeging aan de wereld’ is nog wel wat anders dan de compleet andere wereld die  toekomstwetenschappers als Jeremy Rifkin schetsen, waarin 3D-printen onderdeel vormt van een derde industriële revolutie waarin iedereen zelf zijn energie opwekt, nieuwe technologie ervoor zorgt dat kennis voor iedereen beschikbaar komt evenals het gereedschap om mee uit te vinden en te produceren, en waar het werk door robots wordt gedaan, zodat iedereen zich in een zee van vrije tijd kan overgeven aan een zinvol, sociaal bestaan.

‘Ik geloof wel dat tachtig procent daarvan werkelijkheid zal worden,’ zegt Laarman, ‘maar uiteindelijk is digitale productie ook gewoon werk, want je staat wel naast die machine, je bent aan het programmeren, je maakt tekeningen. Dat mensen gewoon maar moeten genieten van het sociale leven is echt totaal niet aan de hand. Maar ik zie wel dat met de nieuwe industriële revolutie, of hoe je dat ook wilt noemen, alles flexibeler wordt. Niet langer komt alles uit een paar grote fabrieken, maar mensen doen via die fabricagebedrijfjes mee in het productieproces. Dat vind ik zo interessant aan die maakbeweging, dat mensen weer grip krijgen op hun omgeving, het idee krijgen dat ze die omgeving kunnen beïnvloeden, dat niet langer alles altijd voor ze wordt bedacht. Ik denk echt dat als je het gevoel hebt dat je zelf iets toe kunt voegen, je invloed uit kunt oefenen op je omgeving, ja, dat je daar gelukkig van wordt. Ik word daar gelukkig van. En ik kan me voorstellen dat dat voor anderen ook geldt.’ 

Dan staan we voor de puzzelstoel. Hij ziet er prachtig uit, en hij zit ook nog eens lekker. Zou het mij lukken de stoel zelf te printen? ‘Het is niet moeilijk,’ zegt Laarman, ‘en zo’n printertje kost weinig meer. Dat blijkt daags na het interview. De Solidoodle, de UpMini, de Velleman k8200 – met 600 euro kom je  een heel eind. Tel daarbij nog eens 35 euro aan materiaalkosten per stoel en voor zo’n 800 euro heb je een compleet keuken-ameublement van een bekend ontwerper, waarna je fijn kunt gaan bijklussen via 3D-hubs. Waarom zou ik het laten? En als de stoelen niet helemaal lukken, kan ik ze altijd nog in mijn Jamie Oliver-blender shredden en er iets heel anders van maken, telefoonhoesjes bijvoorbeeld, daar is altijd vraag naar.
 
Tegenlicht Meet Up ‘De nieuwe makers’
Hoe staat de DIY-beweging in Nederland er voor? Met Joris Laarman (jorislaarmanlab), Pieter van Boheemen (DIYbio, Waag Society) en regisseur Martijn Kieft. Moderatie: Bart Krull (Instituut Maatschappelijke Innovatie).

Woensdag 17 sep, 20.00 uur, Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Aanmelden: dezwijger.nl/tegenlicht24