In de spannende dramaserie Hollands Hoop erft een gezinsman uit de Randstad een wietplantage in Groningen. Regisseur Dana Nechushtan: ‘We wilden een spannende serie maken die we thuis op de bank zelf graag zouden zien.’

Hollands Hoop

Internationale drugshandel in de provincie Groningen? Denkend aan de rust van het platteland die je daar nog vindt, zie je het misschien niet meteen voor je. Maar Wallander leerde ons jaren geleden al dat ook in vredige kleine stadjes gijzelingen en moordpartijen kunnen plaatsvinden – en dat was nog voor The Killing en The Bridge. Als modern drama iets aantoont, is het dat de globale samenleving toch echt een feit is. De ver-van-m’n-bedshow bestaat niet meer. Het kwaad is overal.

In Hollands Hoop erft een familie doorsnee uit de Randstad een wietplantage in Groningen. En geen kleintje ook. Dan begint het gedonder, en dat houdt niet meer op. Daarbij gaan de makers, scenarioschrijver Franky Ribbens en regisseur Dana Nechushtan, er hard in. Al in de eerste paar afleveringen escaleert de zaak, vloeit er bloed en wordt het grimmig, terwijl langzaam duidelijk wordt hoe groot de penarie is waarin dit gezinnetje zich bevindt. Spannend verhaal, heel goed geschreven, visueel indrukwekkend en met een prettig soort wrange humor trekt Hollands Hoop je soepel het verhaal binnen, en laat je niet meer los. Het is een serie met het wow-effect. ‘We wilden graag iets spannends maken,’ zegt regisseur Dana Nechushtan. ‘Dat was echt een doel op zich. We wilden een serie maken die we thuis op de bank zelf graag zouden zien.’

Machteld (Kim van Kooten) en Fokke (Marcel Hensema) erven een wietplantage in Groningen

dieper graven

Hollands Hoop is een co-productie van Vara, VPRO en NTR, met een naar Nederlandse begrippen tamelijk goed budget. Steeds vaker vegen dramamakers in Europa het geld op een hoop om betere, langere series te kunnen maken die tegemoetkomen aan de behoefte om te bingeviewen, en waarmee Europa iets kan neerzetten tegenover het geweld van Netflix en HBO. Maar geld is niet het enige wat telt, zegt Nechushtan. ‘Bij Hollands Hoop, en ook bij A’dam- E.V.A., is echt de tijd genomen voor het hele proces. Dat is heel belangrijk. Want het eerste wat je bedenkt is eigenlijk altijd cliché, je moet de tijd hebben om verder te denken, dieper te graven. Een proces van kill your darlings te doorlopen.’

Er is al interesse vanuit het buitenland voor Hollands Hoop: in juni was het de opening van het Franse tv-festival Série Series, waarvoor een commissie elk jaar de acht beste Europese dramaseries selecteert. De Franse krant Le Monde zette Hollands Hoop prominent op de cover van haar speciale bijlage over het festival. Nechushtan: ‘Als je bent geselecteerd, word je daar ook echt gepresenteerd.’ Ook vanuit de VS is er belangstelling: ‘De scripts zijn daar, via Amerikaanse scouts, al in een vroeg stadium opgepikt. Als ik een aflevering af had, werd hij meteen vertaald en ging hij zo, nog onaf, rechtstreeks uit de montageruimte naar Amerika. Dat vond ik wel moeilijk, maar het gaf me ook heel veel positieve energie dat er zoveel belangstelling is. Ik zat elke keer in spanning of ze nog steeds interesse hadden. Maar ja, dus.’

De zaak escaleert snel

platteland

Fargo in de polder, dat was het beeld dat Ribbens voor ogen had toen, jaren geleden alweer, het idee ontstond. ‘Niet dat ik bedoel dat Hollands Hoop zich daarmee kan meten, maar het was wat ons voor ogen stond: absurd, tragikomisch, weg van het realisme en larger than life.’ Het trio dat samen de look and feel bedacht, Nechushtan, Ribbens en cameraman Bert Pot, had de neuzen al snel dezelfde kant op. Ze kennen elkaar al lang; Ribbens en Nechushtan zijn al jaren een stel, en Pot kent Nechushtan nog van de Filmacademie ruim twintig jaar geleden. Dat betekent snel kunnen schakelen, elkaar goed aanvoelen. Ribbens: ‘We wilden niet de zoveelste serie maken die zich afspeelt in de stad, dat is grotendeels toch uitgemolken in series, politie en boeven in de stad. We kozen juist voor het platteland, afgelegen gebied. Daar laten we een subcultuur zien zoals in Fargo, dat zich afspeelt in een uitgestrekt middle of nowhere waar van alles kan gebeuren. Een subcultuur met een eigen idioom, eigen omgangsregels. Daar zetten we een doodgewone man in met een doodgewoon gezin en gewone problemen. En we laten zien wat hem overkomt als hij een grote wietplantage erft in Groningen, en hoe hij daar mee omgaat.’  

Fokke ontdekt dat zijn dochtertje is verdwenen

gedoogbeleid

Vanwege het gegeven, sullige man gaat in de drugs en ontpopt zich tot crimineel, is de vergelijking met Breaking Bad onvermijdelijk. Alleen het openingsbeeld al, van Fokke met geweer tussen de wiet. ‘Toen wij dit pitchten, was Breaking Bad nog een marginale serie en vergeleek iedereen ons met Penoza: man, of in het geval van Penoza vrouw, erft drugsbedrijf. Er zijn overeenkomsten, maar ook verschillen: Walter White stapt er uit zichzelf in, en Fokke Augustinus wordt ermee opgezadeld door een erfenis.’

Op de achtergrond van Hollands Hoop speelt een typisch Nederlands polderfenomeen: het gedoogbeleid. Ribbens: ‘Zowel de politie als de telers met wie ik voor de research sprak noemen het gedoogbeleid een gedrocht. Wiet telen is illegaal, maar er is voor gekozen om het niet te vervolgen. Je mag het wel verkopen aan de voorkant, maar niet inkopen aan de achterkant. De overlast is nu afgenomen, dat klopt, maar de onzichtbare criminaliteit aan de achterkant is enorm. Daarin gaat meer geld om dan in de hele Nederlandse export van groente en fruit bij elkaar.’

Maar hoe maak je een tv-serie van zoiets abstracts als het gedoogbeleid? ‘Door het te vertalen naar menselijk gedrag. Gedogen is polderen, compromissen sluiten. En dat doen mensen ook. In plaats van een situatie aan te gaan en de gevolgen te dragen, proberen iedereen tevreden te houden. De boel bij elkaar houden. Dat hebben we teruggebracht tot het compromis en het conflict in één man: Fokke Augustinus. Onze hoofdpersoon is het vleesgeworden poldermodel, een wandelend compromis. Een man wiens ethische scheidslijn van goed en kwaad getest moet worden. Ik stop die man in die situatie, zet hem onder druk, en laat dan zien wat voor keuzes hij maakt.’

In het begin van het verhaal wordt Fokke ’s morgens vroeg wakker gebeld dat zijn vader is overleden. Nechushtan: ‘Hij wil zijn verhaal doen, maar niemand van zijn gezin neemt hem serieus. Hij wordt totaal niet gerespecteerd. Life’s a bitch.’  

Volgens schrijver Franky Ribbens heeft Hensema 'Kevin Spacey-achtige kwaliteiten'

Fokke Augustinus is een klassiek, tragikomisch personage, die doet denken aan Walter White en de film A Serious Man van de Coen-broers. Een man ohne eigenschaften, die geen nee kan zeggen en die zichzelf verliest in de compromissen die hij sluit om iedereen tevreden te houden. Beurtelings hilarisch en enorm ergerniswekkend. Ribbens: ‘Het enige wat Fokke kan doen om vooruit te komen, is liegen: tegen zijn vrouw, zijn kinderen, en tegen de mensen die hij tegen het lijf loopt in zijn nieuwe bestaan als baas van een drugsoperatie. Hij zit klem.’

Het is acteur Marcel Hensema op het lijf geschreven, lijkt het. Ribbens: ‘We hadden hem vanaf het begin op het oog. Ik vind hem Kevin Spacey-achtige kwaliteiten hebben, hij is net een kameleon.’ Nechushtan: ‘Alles overkomt Fokke maar, hij heeft op geen enkele manier overzicht over de situatie. Maar zijn drijfveren zijn in wezen heel herkenbaar: hij wil zijn gezin bij elkaar houden.' 

Pepijn en Fokke graven een graf in opdracht van criminelen

politiek

Als regisseur neigt Dana Nechushtan naar de zwarte kant, haar films zijn vaak politiek gericht. ‘Maar ik ben geen regisseur die graag iedere keer hetzelfde doet. Hollands Hoop is een cross-over tussen thriller en zwarte comedy, zoals Annie M.G. een mix was van musical en drama. Je moet maar hopen dat het goed uitpakt, dat de balans precies goed is, maar ik vind het spannend om dingen te doen die om kunnen vallen.’

Waar haalt ze haar thema’s vandaan? ‘Uit verhalen die ik hoor of lees. Als ik iets heb gezien waar ik van onder de indruk ben voeren wij daar thuis altijd heftige gesprekken over. Zoals The Honourable Women, een BBC-serie uit augustus met Maggie Gyllenhaal. ‘Tegen de achtergrond van het Palestijns-Israëlische conflict vertelt het het verhaal van een vrouw die het goede wil doen in een wereld waarin dat onmogelijk is. Aangrijpend, en ontzettend goed gemaakt. Het onderwerp ligt me na aan het hart omdat ik zelf Israëlisch ben.’ Zou dat haar volgende thema kunnen zijn, speculeren we hardop? Dat conflict dat deze zomer zo hoog oplaaide, en de reacties daarop in Nederland onder moslims, het nieuwe antisemitisme? ‘Het moet haast wel. Ja, als ik de kans krijg, zou ik dat doen. Het ligt dichtbij me. En dat zijn vaak de beste verhalen.’  

camera: Bert Pot

De fraaie, weidse shots van het Groningse landschap drukken een sterk stempel op Hollands Hoop. Ze zijn van cameraman Bert Pot: ‘Zolang als ik met Dana werk, vanaf het eerste jaar van de Filmacademie, voeren we eindeloze gesprekken over een passende vorm voor het beeld. We kwamen er al snel achter dat we een zwarte komedie wilden maken en die hebben we bekeken. Maar veel van die films, Lock, Stock & Two Smoking Barrels bijvoorbeeld met Brad Pitt, leggen het er nogal dik bovenop, vonden we. Fargo was echt een voorbeeld, vanwege het tempo, de kadrering, en de weloverwogen rust waarmee het verhaal wordt verteld. Niet tak, tak, de hele tijd snijden van close-ups naar totaalshots; de montage kan erg afleiden van de dialogen als je teveel heen en weer springt. Roger Deacons is de vaste cameraman van de Coen-broers, dat rustige zit er altijd in. Zelfs nog in zijn James Bondfilm, Skyfall


True Detective, wat ik ook erg goed vind, heeft dat ook: in een monoloog van Matthew McConnaughey hem gewoon drie, vier minuten in beeld laten zitten. Breaking Bad vond ik visueel minder interessant. Het is hier en daar wat slordig, je zag dat ze niet overal evenveel tijd hadden. Zij hebben veel van die extreme dingen, rare camerastandpunten, etcetera. Daar wilden wij toch een beetje van weg blijven. Scandinavische series vind ik ook vaak erg goed. Wat ik daaraan opvallend vind, is de verwevenheid van criminaliteit met de overheid en de politiek; hoe alles in elkaar grijpt, tot in de hoogste gelederen. Ik denk dat het die gelaagdheid is, die Franky heeft gezocht. 

We wisten al vrij snel dat het zich in Groningen moest afspelen. Het moest het einde van de wereld zijn, een plek in Nederland zo afgelegen dat het nog geloofwaardig was dat zich daar een wietplantage zou bevinden. Dan kom je al snel in het Noorden uit. Met mijn handen als kadertje ga ik in zo’n landschap dan op zoek naar shots. Valt niet mee, in Nederland, om weidse shots te maken. Je hebt nergens hoogte. Ik had al snel door dat ik hoger moest gaan staan dan het menselijk oog, anders wordt je shot helemaal bepaald door de lucht. Dus filmde ik vanaf een ladder.


Buster Keaton zei altijd dat er voor elk shot maar één standpunt is. Charlie Chaplin heeft de naam de beste filmmaker te zijn uit die tijd, maar qua cameravoering legde hij het zonder meer af bij Keaton. Nederlandse wolkenluchten kunnen mooi zijn, maar film laat het niet toe dat je er op gaat wachten, dus we hebben de shots van de lucht uit pure noodzaak gemanipuleerd. Ik spaar al een paar jaar wolkenluchten, dat kwam goed van pas nu.’