De allereerste tien Idols-kandidaten komen 11 jaar later samen om over die surreële belevenis te praten. En om te zingen.

3Doc: U kunt nog stemmen
za 4 okt, NPO 3, 21.55-22.35 uur
Zo’n vijf miljoen mensen (vijf miljoen!) volgden de finale in 2003. De eerste serie Idols: een van de meest besproken televisieprogramma’s van het afgelopen decennium. En de eerste grote televisieshow waarin niet alleen het zangtalent van de deelnemers, maar ook hun persoonlijkheid in het geding waren.
De tien kandidaten (Jim, Jamai, Dewi, Hind, Marieke, Yuli, Zosja, Joel, Bas en David), die uiteindelijk in de ‘live-shows’ terechtkwamen, werden door de makers met heel hun hebben en houwen in beeld gebracht. Het nodigde de kijker uit om een relatie op te bouwen met de deelnemers, om zich een mening over hen te vormen. En dat was precies wat de Britse bedenkers van Idols voor ogen had gestaan. Want niet zozeer de zangkwaliteiten, als wel de gunfactor levert geld op, was het idee.

Nederland kocht het format in 2002. Niemand ging ervan uit dat het publiek hier net zo uit z’n dak zou gaan als in het Verenigd Koninkrijk, waar een ware hysterie rondom de idols ontstond. Niets bleek minder waar. De jonge kandidaten kwamen in een golf van gekte terecht met duizenden gillende fans en uitverkochte concertzalen.  

Wat doet die (tijdelijke) gefabriceerde roem met je? Filmmaker Emma Westermann bracht, na elf jaar, de tien Idols-kandidaten voor het eerst sinds de finale in 2003 bij elkaar. In U kunt nog stemmen (in première op het NFF), opgenomen in een ruimte die weinig weg heeft van de glamoureuze Idols-studio’s, laat Westermann de inmiddels volwassen zangtalenten met elkaar praten over wat het ongekende succes met ze heeft gedaan. En dat blijkt niet altijd even positief te zijn (‘Je moet je marktwaarde loskoppelen van je eigenwaarde,’ zegt David. ‘Alles draaide om mij in het gezin,’ aldus Hind). De emotionele gesprekken wisselt Westerman af met liedjes, die de oud-finalisten live voor elkaar zingen. Sommigen – zoals Bas, die tegenwoordig gymleraar is – valt het zwaar. Anderen staan steviger in hun schoenen.

De kijker ziet kandidaat nummer tien, Zosja, een professioneel jazzoptreden weggeven. Zij is inmiddels conservatoriumdocente ‘We hadden geluk dat we bij de eerste lichting hoorde waarin alles relatief nieuw was,’ licht Zosja telefonisch toe. ‘De laatste dertig overgebleven deelnemers tekenden contracten die eigenlijk behoorlijk redelijk waren. Als ik nu sommige van mijn pupillen hoor die aan huidige talentenshows meedoen, dan schrik ik weleens hoe ver het gaat.’ 

Regisseur Westermann legt uit hoe zij als twintigjarige, een leeftijd die zij deelde met de meeste finalisten, Idols ervoer. ‘Ik weet nog wel dat ik ervoor thuis bleef. De spanningsopbouw, het verslavende effect, de karakters, het zat allemaal zo goed in elkaar. Ik heb film- en televisiewetenschappen gestudeerd, maar een kritische blik waarbij ik nadacht over wat de persoonlijke gevolgen van deelnemers in talentenshows kunnen zijn, kwam later pas. Ik realiseerde me toen ook dat programmamakers met de werkelijkheid kunnen rommelen door beelden op een bepaalde manier te editen. Dat gebeurde ook in Idols, zoals Hind uitlegt in de film. Zo reageerde de jury met groot applaus op een fado-nummer dat zij zong. Maar Idols monteerde het geklap onder een populaire pophit die Hind later in het programma opvoerde. Als consument zou je bewuster naar televisie moeten kijken. Mensen in reality-programma’s zijn soms helaas personages die je uit een trommel haalt, en daarna weer wegstopt als het trucje eenmaal is opgevoerd.’