De documentaire Ne me quitte pas over de Belgische drinkebroers Bob en Marcel maakt furore in het interna­tionale festivalcircuit.

2Doc: Ne me quitte pas
Op NPO Doc: Regisseur aan de keukentafel
 
Het begon met Bob. Bob die een boom ging laten zien. Niet zomaar een, maar degene waaronder hij zelfmoord zou gaan plegen, in de namiddagzon, omringd door mos. Niels van Koevorden (1981) kende Bob van de filmacademiefilm die hij maakte over een klein dorp diep in Wallonië waarvan de markante Vlaming de onofficiële burgemeester heette te zijn. En bleef hem opzoeken.

Sabine Lubbe Bakker (1978) en Van Koevorden ontmoetten elkaar een paar jaar geleden. Zij komt uit Antwerpen, studeerde politicologie en woonde enige tijd in Damascus; hij verhuisde op zijn derde met zijn ouders naar België en kwam op zijn zeventiende weer naar Nederland. Beiden liepen rond met het plan voor een documentaire over het land dat ze delen. Ze vertrokken er voor een maand met een bus naartoe om onder de werktitel Het einde van België op zoek te gaan naar hun verhaal. Onderweg gingen ze langs bij Bob. Daar viel het onderwerp voor wat Ne me quitte pas zou worden hen in de schoot.  

Bob

Zes maanden daarvoor was Bobs vriendschap met Marcel begonnen; een Waal in de problemen. Aan het scheiden, aan de drank. Wat Bob en Marcel bovenal bindt, is alcohol. Die nuttigen ze in grote mate, om maar niet voortdurend te hoeven voelen hoeveel pijn hun leven, de uitzichtloosheid ervan doet. Hun vrouwen zijn weg, evenals de kinderen. En hoewel Marcel die van hem soms ziet – ze zijn klein, er is een omgangsregeling – is het huis ontzettend veel leger geworden. Marcel durft er nauwelijks meer naartoe. Zijn tranen betekenen niet dat hij huilt, zegt hij, het zijn gewoon zijn zenuwen.
Bob herkent de verschijnselen. Hij ging Marcel voor, zijn verdriet dateert van langer geleden. Ze brengen vele uren met elkaar door. Soms in de auto, op weg naar de tandarts.
Vaker thuis, waar ze zwijgen. Drinken. Fantaseren. Over zelfmoord. Die boom, daarheen gaan ze samen. Na een feestje. Om er te eindigen in vreugde in zaligheid, aldus Bob.
Van Koevorden en Lubbe Bakker brachten gedurende twee jaar elke maand een week bij Bob en Marcel door. Ze werden onderdeel van hun leven en filmden zo dichtbij mogelijk wat daarin zoal voorviel. Een kwestie van vertrouwen. Of speelt afname van het zelfbewustzijn van alcoholisten ook een rol? Nuchter of onder invloed; hoe helder zijn deze mannen, kunnen ze (nog) zijn? De scène waarin Marcel ladderzat de camera nagenoeg omver loopt, is veelzeggend. Voor beiden wellicht redenen waarom de makers welkom waren.

Marcel

Sinds Ne me quitte pas tijdens het Idfa in 2013 in première ging, heeft de speelfilmlange documentaire zowel gedraaid in de Nederlandse bioscoop, een zegetocht gemaakt langs het internationale festivalcircuit, als een Gouden Kalf gewonnen. Alom is er lof voor deze ‘tragikomische ode aan de mislukking’, dit ‘bitterzoete portret van twee Belgische drinke-

broers’. Komisch? Dronkenmansgedrag richt vooral veel schade aan, die zich niet beperkt tot de drinker, weet iedereen die er in enige vorm mee te maken heeft (gehad). Buiten kijf staat dat Ne me quitte pas met bijzonder veel tijd en aandacht is gemaakt. De opnamen over smalle weggetjes door wat eindeloze bossen lijken, de muziekkeuze, het oog voor het desolate, details als wachten op het aangaan van knipperende feestverlichting (‘Joyeuses Fêtes’ waarvan de ‘y’ het nauwelijks doet), de bijna onvoorstelbare andersheid van (dat deel van) ons buurland. Maar leiden die fraaie stijl en de intensieve betrokkenheid van de makers nu werkelijk tot iets wezenlijk anders dan een cultureel verantwoorde vorm van voyeurisme?