Na het Sinterklaasjournaal hebben kinderen nu de twintigdelige VPRO-familieserie Vrolijke kerst. Grote kans dat ouders ook gaan kijken. Regisseur Anna van der Heide weet met grote thema’s en kleine momenten te ontroeren.

Vrolijke kerst
Vanaf zaterdag, NPO 3   
za 18.00-18.20 uur
zo-vr 15.15-15.40 en 17.55-18.15 uur
 
Soms plof je even naast je kinderen op de bank als ze televisie kijken – even een momentje niets. Bij het werk van regisseur Anna van der Heide (36) blijf je dan meteen zitten tot het eind. Haar jeugdfilm Brammetje Baas en binnenkort de familieserie Vrolijke kerst gaan namelijk niet over kinderkwesties, maar over grote vragen en echte problemen gezien vanuit een kinderblik. En wat kan die ontroerend zijn, of inventief. Van der Heide heeft al een Gouden Kalf op zak voor haar eerste korte film MissiePoo16 (2007), over een pubermeisje dat alleen aan haar webcam haar emoties kan toevertrouwen. Haar speelfilmdebuut Brammetje Baas won filmprijzen op kinderfilmfestivals in Tokio, Isfahan (Iran) en in Nederland op Cinekid 2012.

Het wekt geen verbazing meer dat de koning van het Nederlands jeugddrama, producent BosBros, haar vroeg om samen met drie gelauwerde scenarioschrijvers Tamara Bos (MinoesDolfje Weerwolfje), Anne Barnhoorn (Aanmodderfakker) en Alexandra Penrhyn Lowe (Het Huis Anubis) na te denken over een goede kerstserie voor kinderen. Want aan het kerstrepertoire van Home Alone en Scrooge kan wel wat toegevoegd.

Rohan Timmermans (Lucas) en Yenthe Bos (Emma), in de auto John Leddy (Meneer Wammes)

Vrolijke kerst gaat over een rijk gezin met drie kinderen in ’t Gooi dat failliet gaat en in een armetierig anti-kraakgebouw helemaal opnieuw moet beginnen. Dat ‘vrolijke’ is dan natuurlijk ver weg, ware het niet dat de familieachternaam Vrolijk is. En toch gloort in de ellende steeds weer een vonkje hoop of welwillendheid. Het nieuwsgierige, levenslustige jongetje Lucas (10) laat ook aan volwassen kijkers zien hoe goed het is om te kunnen relativeren.

Je kunt alle zware thema’s aan de orde stellen, als je het maar met vaart, humor en hoop doet. 

anna van der heide
Brainstormen
In de eerste twee afleveringen gaat het meteen goed mis. Op pakjesavond zoekt Lucas een surprise, maar vindt een doos vol blauwe enveloppen en aanmaningen. Vader Maarten (Jeroen Spitzenberger) had zijn schulden stilletjes willen oplossen, buiten het zicht van zijn veeleisende societyvrouw Eva (Hadewych Minis). De dag erna glijdt hun leven onderuit. Tennisclub, telefoonabonnement, hypotheek, alles stopt en een deurwaarder zet ze het huis uit. Ze hebben niets meer, behalve de kleren aan hun lijf en een matras. Via hun Colombiaanse werkster Nina kunnen ze terecht in het anti-kraakgebouw tussen de andere armen, zoals een Pools immigrantengezin, een rocker en meneer Wammes, een ouwe vrijbuiter met een fascinerende zolder vol opgezette dieren en geheimen.
In twintig afleveringen van tien minuten – dagelijks bij de VPRO van 6 december tot kerst – leven we mee met de fasen van verwerking van dat drama: woede en ongeloof, verzet, acceptatie en al het opbouwende wat daarna komt. Want als het hele zootje bewoners elkaar heeft leren kennen en ook de gezinsleden weer herontdekken wie ze zijn, blijkt een warm kerstfeest mogelijk.

De cast van Vrolijke Kerst

De verhaallijnen draaien om de psychologie van de karakters en niet primair om gebeurtenissen – ook dat is een verschil met meer kinderlijke jeugdproducties. Vanaf het begin was regisseur Anna van der Heide erbij om met de scenarioschrijvers te brainstormen. ‘Ik vind het fijn als het script nog niet af is,’ legt ze uit. ‘Zo leer ik de personages al kennen voor ik ga draaien’.
Deze regisseur neemt haar vak serieus, weet ook Tamara Bos, met wie ze al eerder samenwerkte aan Brammetje Baas (2011). Ze spant zich tot het uiterste in voor de personages. Van der Heide: ‘Bij die film had ik een maand voor het draaien nog niet het gevoel dat het juiste jongetje voor de hoofdrol er tussen zat. Eentje bij wie de rusteloosheid echt was, niet gespeeld. Ik heb op Koninginnedag in het Vondelpark zelfs jongetjes lopen aanspreken.’ De film gaat over een ‘druk’ jongetje (op wie ze vooral niet het label ADHD wilde plakken) dat niet goed past in het schoolsysteem en vastloopt. Als de strenge docent na allerlei ontwikkelingen inziet dat Brammetje niet een ettertje is en zijn moeder geen blinde bewonderaar, vinden ze een manier om op een fijne manier met elkaar om te gaan. 

Lucas houdt de moed erin

Tegenstellingen
Uitsluiting, armoede, het zijn pittige thema’s voor kinderen. ‘Je hoeft ze niet te sparen,’ zegt Van der Heide meteen stellig. ‘Je kunt alle zware thema’s aan de orde stellen, als je het maar met vaart, humor en hoop doet. Drama laat andere werelden zien en de keuzes van personages geven hen inzicht in hun eigen leven.’

Haar werk moet echt ergens over gaan. Op de Toneelschool Maastricht voelde zich daarin een buitenstaander soms. ‘De meesten waren vooral met zichzelf bezig. Wéér een voorstelling over hun jeugd. Maar toen er geschiedenis werd geschreven bij de moord op Pim Fortuyn, mochten wij niet wegblijven van de verplichte bewegingsles. Het raakte niemand. Fortuyn was toch fout, had iedereen kennelijk bedacht.’ Denken in tegenstellingen stoort haar. ’Je bent voor of tegen Zwarte Piet, links of rechts, een loser of geslaagd. Het is gemakkelijk om langs elkaar heen te leven. Maar voor echt contact moet je moeite doen.’ 

Het gezin raakt alles kwijt

In haar eigen gezin vroeger liep ze dagelijks tegen tegenstellingen aan. Ze komt uit een Rotterdams gezin van leraren, met een zus die net als zij gymnasium deed en een broertje dat worstelt met een grote fysieke handicap. ‘Dat maakt de drive om zelf iets van je leven te maken wel tien keer groter’, zegt ze. Het beïnvloedt ook haar werk. Met nadruk: ‘Mijn broertje is anders, en die ervaringen heb ik gebruikt bij het maken van Brammetje Baas. Als een kind zo afwijkend is en geen label op hem past, dwingt dat om echt te kijken. Ik wil in mijn werk aanzetten tot wederzijds begrip. Als dat moraliserend is, wil ik best moraliserende dingen maken.’
In jaren toneelacademie en regieassistentschap heeft ze gezien en geleerd hoe ze acteurs zo kan leiden dat ze haar vertrouwen en tot bijzonder werk komen. Maar de grootste les leerde ze als stagiair bij wijlen regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen: kwetsbaarheid. ‘Ik heb veel regisseurs tegen de crew zien zeggen “Ja, heel goed,” terwijl ik voelde dat ze het kwijt waren. Film is een creatief proces. Waarom zou je in leiderschap moeten uitstralen dat je alles weet? Vraag topacteurs als Hadewych Minis ook eens hoe zij het zien. Anders gebruik je maar dertig procent van hun potentieel. Willem deed dat wel. Hij durfde te blijven twijfelen.’