De licht verstandelijk beperkte Hyba is vanaf haar achttiende ‘vrij’ van de hulpverlening. Allerlei gespuis staat voor meisjes zoals zij in de rij.

2Doc: Het leven begint bij 18
Maandag, Nederland 2, 20.55-22.00 uur

Hyba heeft een IQ van 62 en problemen met sociale redzaamheid. Ze valt daarmee in de categorie LVB: licht verstandelijk beperkt. Net als veel lotgenoten ziet Hyba uit naar de dag waarop ze achttien wordt, dan is ze voor de wet volwassen en mag ze zelf bepalen in hoeverre ze nog te maken wil hebben met hulpverlening.
Maar kan iemand zoals zij die verantwoordelijkheid wel dragen? Nou, nee, zo toont Het leven begint bij 18. Na jaren van (opgelegde) zorg en begeleiding zijn kwetsbare jongens en meisjes als Hyba op een dag vrij (zo zien zij het) en lopen ze op straat, zonder benul hoe ze zich moeten handhaven. Ze vormen makkelijke prooien en verdwijnen veelal in criminele circuits. Op een dag komen ze daaruit weer tevoorschijn in het maatschappelijke vangnet voor verslaafden, slachtoffers van gedwongen prostitutie, gedetineerden. Of (en) ze krijgen zelf kinderen, die op hun beurt met zaken als ondertoezichtstelling geconfronteerd worden.
Marjan Boertjes is directeur van expertisecentrum William Schrikker, een landelijk werkende instelling voor jeugdbescherming, jeugdreclassering en pleegzorg, en betrokken bij de totstandkoming van de documentaire. Is Hyba exemplarisch? Boertjes: ‘Er zijn veel LBV’ers zoals zij, met bijkomende problemen door moeilijkheden in de thuissituatie, het ontbreken van steun en ontwikkelde gedragsproblemen.’

Jaarlijks worden ongeveer zesduizend jongeren met zulke bagage achttien en moeten verzorgers hen laten gaan. We zien hoe Peter, die Hyba jarenlang begeleidde in het orthopedagogisch behandelcentrum Groot Emaus, ook in de maanden na Hyba’s verhuizing (ze trekt van de ene onveilige plek naar de andere) contact probeert te houden. Maar daaraan zit een grens, zeker wanneer Hyba zich keer op keer aan afspraken onttrekt. Met ‘een hoofd vol chaos’ verlangt ze naar een gewoon leven, terwijl ze zich soms tegelijkertijd realiseert: ‘Ik kan niks’. 
‘Deze film is onderdeel van een groter traject,’ zegt Boertjes. ‘We hebben een instrument en een interventie ontwikkeld waarmee groepsleiding en gezinsvoogden eerder aan de slag kunnen. Onze maatschappelijke opdracht is om naast deze jongeren te gaan staan en samen met hen te kijken naar wat ze nodig hebben, ze hoeven het niet alleen te doen. We betrekken daarbij uiteraard ook het netwerk van het kind, wie zijn er belangrijk, wie kan welke rol gaan spelen?’
Het lijkt niet zozeer een probleem waarvoor een oplossing gevonden kan worden, als wel een gegeven: deze mensen zijn er ook. Onder alle anderen. Vanaf nu zullen onder de noemer ‘2Doc’ structureel op prime time gelukkig ook documentaires over zulke onderwerpen te zien zijn.