De ontwikkeling van het snowboarden gaat snel: steeds hoger, steeds harder, steeds meer flips en steeds meer spins – en steeds meer ongelukken. Te zien in de documentaire The Crash Reel.

2doc: The Crash Reel
Vrijdag, Nederland 2, 23.25-1.15 uur 

Bijna comfortabel landt het bord op de witte vlakte, de verse sneeuw oogt als een zacht kussen. Soepel glijdt de snowboarder richting de rand van de halfpipe en dan los van de sneeuw meters de lucht in. De wetten van het snowboarden zijn simpel: als je de wanden van een halfpipe hoger maakt, gaan de boarders hoger de lucht in. Hoe hoger in de lucht, hoe extremer de stunts en hoe groter het succes bij jury, fans en sponsors. De ontwikkeling van de sport gaat snel. Steeds hoger en steeds harder, steeds meer flips en steeds meer spins. ‘Vroeger was een draai van 720 graden om je as al heel wat, maar nu doet iedereen het dubbele,’ vertelt Niels Breuker, commentator van het snowboarden op Eurosport. ‘Een snowboarder als Shaun White gaat gewoon twaalf meter de lucht in. Op zo’n moment trekt de aarde heel hard aan je lichaam. Een ongeluk zit in een klein hoekje.’

 

Coma
Eigenlijk was snowboarden tien jaar geleden een andere sport dan nu, zoveel is er veranderd. Het is professioneler geworden en er gaat veel meer geld in om. De druk op de snowboarders om mee te doen met de extreme stunts is zwaar. ‘Er zouden grenzen moeten komen, zoals die er ook zijn bij het autoracen. Daar werd uiteindelijk de grootte van de motoren ingeperkt, omdat de coureurs zichzelf dood begonnen te rijden. Zonder grenzen zullen atleten altijd verder blijven gaan, zo zitten ze in elkaar,’ vertelt Simon Pearce in The Crash Reel, een film die op de shortlist voor een Oscarnominatie staat. Zijn zoon Kevin Pearce gold als dé belofte voor de Olympische Winterspelen van 2010. De enige echte kandidaat om de grote favoriet, zijn rivaal Shaun White, te verslaan. Tijdens een training vlak voor de Spelen, bij het oefenen van een Double Cork (twee flips en drieënhalve spin), viel hij recht op zijn hoofd. White won uiteindelijk de gouden medaille, Pearce raakte in een coma. Het duurde maanden voordat Pearce weer enigszins normaal kon denken, praten en bewegen. Eenmaal hersteld, wilde hij – tot groot verdriet van zijn familie – weer zo snel mogelijk met zijn board de bergen in. In de film zien we hem voor de Spelen, maar vooral daarna, tijdens zijn twee jaar lange revalidatie, tijdens de moeizame pogingen om weer te snowboarden en tijdens de moeilijke gesprekken aan de gezinstafel. Het zijn gevoelige scènes, maar nergens wordt het sentimenteel.

 

Belangen
Het stellen van grenzen aan de sport, zoals Simon Pearce voorstelt, ziet sportcommentator Breuker niet snel gebeuren: ‘Ik zou niet weten hoe je dat zou moeten doen. Bij een kleinere halfpipe wordt de sport minder dramatisch, minder spectaculair. En daarvoor zijn de belangen te groot geworden. Het gaat nu om te veel geld.’ Zelf kwam Breuker ook ooit ten val op de piste. Hij werd wakker in het ziekenhuis met een gebroken ruggenwervel, maar had geluk en kwam er weer bovenop. Snowboarden is nu eenmaal een gevaarlijke sport, vertelt hij. ‘En de ontwikkeling gaat voorlopig ook nog gewoon door. In Sotsji wordt gereden op een superpipe met walls van bijna zeven meter hoog.’ Gevaar is inherent aan een sport waarbij het spektakel zo belangrijk is. Hoe dichter bij het succes, hoe dichter bij de dood. In The Crash Reel komt dit contrast duidelijk naar voren. Aan de ene kant de sensatie, met verbluffende stunts in slowmotion ondersteund door een pompende soundtrack van recente muziek. Aan de andere kant: de pijn, het crashen, de gehavende jonge lichamen die nooit meer normaal zullen functioneren. Het is niet de vraag of Kevin ooit nog professioneel zal kunnen snowboarden, de vraag is wanneer hij accepteert dat dit gewoon niet meer gaat.