Met zijn derde album Heavy Flowers bereikte Blaudzun een onmiskenbare doorbraak. Het titelnummer van opvolger Promises of No Man’s Land is nu al de grootste hit die hij ooit had.

Nooit meer slapen
Woensdag, Radio 1, 0.02-2.00 uur

Het voelt misschien alsof Blaudzuns Heavy Flowers amper een jaartje uit is, maar dat is schijn. Eindeloos duurden de tours die Johannes Sigmond met het materiaal kon doen. Zo lang dat de excentrieke zanger bijna het gat vulde tot zijn vierde album Promises of No Man’s Land. Het titelnummer is nu al de grootste hit die hij ooit had, dankzij de 3fm Megahit-status en de uitverkiezing tot vaste soundtrack onder de Sotsji-samenvattingen van de nos.
‘Ik heb niet echt een thuisstad,’ zegt Johannes Sigmond. ‘Ik heb in Arnhem gewoond, ik woon nu in Amersfoort. In Amsterdam en Utrecht heb ik veel geleefd en gewerkt.’
Het is voor het interview Utrecht geworden, oefenruimte dB’s om precies te zijn. Vlakbij de Mailmen studio van Martijn Groeneveld, met wie hij zijn vierde album opnam. ‘Hier repeteren we. Ik kan natuurlijk een eigen ruimte zoeken, maar dit is veel leuker. Ik herinner me dat op een dag studenten van de Herman Brood Academie bij ons aanklopten. Ze moesten een bandje zoeken om te produceren, hadden tien minuten aan de deur staan luisteren en durfden toen de stoute schoenen aan te trekken. Ze herkenden ons niet, we hebben het spel meegespeeld en daarna hard gelachen.’ Het was natuurlijk ook wel grappig, want Blaudzun was de afgelopen jaren alomtegenwoordig. Het ging allemaal geleidelijk, maar met zijn derde album Heavy Flowers bereikte hij een onmiskenbare doorbraak. Op ieder festival was hij te zien, met zijn grote, opvallende band.

Betekenis
Nog een soort thuisstad voor Blaudzun: Barcelona. Ook voor Promises of No Man’s Land trok de zanger er een paar keer naartoe. Vluchten voor de kou. ‘Ik was behoorlijk depressief aan het eind van de laatste clubtour, een combinatie van oververmoeidheid, te veel drank en de winter. Daar word ik gewoon somber van. Het liedje “Euphoria” gaat daarover.’ Jazeker, Blaudzun is ondanks zijn zwarte kleding en haar en het karakteristieke stemmige brilmontuur een waar zonaanbidder, al brengt hij op zijn nieuwe album juist een ode aan de Griekse maangodin Selene. Typisch Blaudzun: op literaire wijze geeft hij zijn liedjes graag meerdere lagen. Zo begon Promises of No Man’s Land met een persoonlijk verhaal over een vriendin in een moeilijke relatie. ‘De vriendin in kwestie wordt elke week in elkaar geslagen. Echt belachelijk, maar het lukt haar maar niet de stap naar buiten te zetten. Dat was het startpunt, maar toen ik vervolgens het boek La Superba van Ilja Leonard Pfeiffer las, bedacht ik me dat het ook heel goed over vreemdelingenproblematiek zou kunnen gaan.’ Zo gaat dat dus. Er is een idee, een oorsprong, maar er is ook altijd ruimte voor meer betekenis. Zo zag clipmaker Mirka Duijn nog een ander verhaal in de song. ‘Ze vroeg me naar Thailand te komen, omdat zij er een verhaal in hoorde over een meisje in de seksindustrie. Het moest geen pamflet worden, maar gaan over de dromen van het meisje. Het was bizar daar hoor, zo corrupt als de pest. We hadden een Nieuw-Zeelandse producer die daar al jaren werkt, en op een gegeven moment had hij een gogobar geregeld die gerund werd door Engelsen. Onze vergunningen waren niet rond, omdat het onderwerp nogal gevoelig ligt. Ze willen liever dat de olifanten en de palmbomen gefilmd worden. De ene dag had hij de bar afgekocht, de draaidag zat het daar ineens vol met politie met pistolen en handboeien in de aanslag, een heel nare situatie. Mij hadden ze maar anderhalf uur nodig. Ik ben een zanger achter een keyboard in een bar waar Selene een cocktail drinkt met haar vijftigplusvent.’

‘Uiteindelijk ligt er een oeroud verhaal onder. Bestemming klinkt misschien weer zo zwaar, maar ja, dat is het eigenlijk wel.’

Johannes Sigmond

Bedrog
Een pamflet mocht het niet zijn, maar activistisch misschien toch wel. Meer nog dan in de soortgelijke song ‘Who Took The Wheel’ is het een oproep het heft in handen te nemen, dromen na te jagen, te ontsnappen. Dat idee wordt aangejaagd met de arrangementen van Blaudzun, die elke plaat opzwepender worden, en met dat ijzersterke refrein: ‘When the heat is on, it’s your pride don’t waste it.’ ‘Uiteindelijk ligt er een oeroud verhaal onder, over iemand die zijn thuis verlaat om iets te gaan doen of ophalen, om vervolgens als een held terug te keren. Dat zijn de Griekse mythen, dat is de Bijbel, dat is The Lion King. Het is een drang die iedereen ten diepste heeft, iets te doen. Bestemming klinkt misschien weer zo zwaar, maar ja, dat is het eigenlijk wel. Ik vind het mooi als oude mensen nog steeds die drang hebben. Zich ontwikkelen, alles op de helling durven zetten.’
Meer ‘activisme’ horen we in songs als ‘Hollow People’, ‘Streets Of Babylon’ en ‘Wasteland’, waarin de zanger ageert tegen leugenachtigheid en valsheid. Tot op het hoogste niveau, tot in het kleinste detail. ‘Wij als maatschappij kunnen niet meer zonder bedrog. We houden onszelf en elkaar voortdurend voor de gek, en doen alsof dat normaal is. Nederland zie ik steeds meer als een holding van multinationals, waarin wij “gewone” mensen toevallig leven. Natuurlijk is bedrog van alle tijden, maar het lijkt zo groots te zijn geworden. Zo’n JSF, met hoeveel leugens is die wel niet omgeven, of het gekonkel rond het gas in Groningen. We doen het zelf, ik zelf ook. Ik zit bij een bank die in wapens investeert, ik moet daar weg. Sociale media zijn al helemaal een façade natuurlijk, daar houdt iedereen elkaar voor de gek. Al realiseer ik me ook dat veel mensen zonder zelfbedrog een stuk ongelukkiger zouden zijn.’

Belachelijk
De meest fascinerende en ontwrichtende vorm van leugenachtigheid is het collectieve bedrog, wanneer hele sectoren gebukt gaan onder hetzelfde gedrag. Bankiers bijvoorbeeld, of wielrenners, een beroepsgroep die Blaudzuns speciale aandacht heeft. ‘Weet je nog die foto van Lance Armstrong met zijn zeven gele truien, die hij twitterde toen hij net gepakt was? Schitterend vond ik die. Hij wist natuurlijk precies hoe het zat, en toch voelde hij zich genaaid: waarom ik? Ja, ik kon me dat wel voorstellen. Het is ook interessant hoe hij nu langzaam weer goodwill probeert te kweken. Ik heb destijds Michael Boogerd, met wie ik af en toe contact had, ge-sms’t: echt jongen, gooi het open. We weten het allemaal al, iedereen doet het, als je nu naar buiten treedt, vind ik je geen mindere sportman. Dat vond hij mooi om te horen, zei hij. Ik denk dat het voor hem een bevrijding geweest is. De leugen van de wielersport is te amateuristisch geweest. De voetbal- en tennisbonden hebben het beter voor elkaar. Waar het grootste geld verdiend wordt, wordt het meest gelogen, dat zie je ook weer bij de banken.’
Van Lance Armstrong met zijn verbijsterende arrogantie is het ineens nog maar een kleine stap naar een van de belangrijkste films van het moment: The Wolf of Wall Street, een film waarin Leonardo DiCaprio schittert als een aandelenoplichter, die zijn leugens omzet in mooie vrouwen, drugs en megajachten. ‘De kritiek op die film is belachelijk, tot in The New Yorker aan toe. De film zou het gedrag van de hoofdrolspeler verheerlijken. Ik moet zeggen, ik vond het een fantastische film. De hardheid, de kleuren, de snelheid, en die rol van DiCaprio. Je ziet ze genieten van de vrouwen en de drugs, je voelt dat het gaaf is, maar je ziet ook dat het onherroepelijk helemaal kapot gaat, door de levensstijl, en door de leugens. Het is de film van het moment, een spiegel die laat zien wat er momenteel aan de hand is. Het laat zien hoe geraffineerd de leugen is, en het belangrijkste van alles: de mens wil graag bedrogen worden.’

Johannes Sigmond is woensdag te gast in VPRO’s latenightcultuurmagazine Nooit meer slapen.