Kees van Kooten en Wim de Bie zochten voor de jaarlijkse boekenweekuitzending hun ‘waanzinnigste’ sketches uit. Conclusie: de wereld is minstens zo gek als veertig jaar geleden.

De waanzin van Van Kooten en De Bie
Zaterdag, NPO 2, 22.35-23.45 uur
‘Jezus, dat speelt nog steeds, dit probleem is nog altijd niet opgelost,’ zeiden Kees van Kooten en Wim de Bie tegen elkaar toen ze hun sketches uit 1988 terugzagen. ‘De actualiteit is blijkbaar cyclisch,’ vertelt Van Kooten. ‘Iedere tien jaar komen onderwerpen als euthanasie, de maximum snelheid en twee gevangenen in één cel terug in het nieuws. Sommige scènes van toen hadden we vandaag de dag precies hetzelfde kunnen maken.’
Het boekenweekthema is dit jaar ‘waanzin’. ‘Daar gingen Wim en ik eens goed voor zitten. We besloten nog verder terug te graven, naar de jaren zeventig, die werden beheerst door gekte. Men ging tegen zichzelf praten en was zoekende. Het was de tijd van de opkomst van Hare Krishna, de Bhagwan en Scientology. Er ontstonden gespreksgroepen, er kwamen pseudo-goeroe’s die zeiden dat ze “de waarheid hadden gezien”. Er werd ontzettend gemierenneukt en oeverloos geluld.’
Het Simplisties Verbond dient als kapstok in deze compilatie-uitzending. ‘Nederland was destijds zo ontzettend rijk aan verbonden en stichtingen, dat we er zelf ook eentje wilde oprichten, om de samenleving een spiegel voor te houden. Natuurlijk was er in de tweede uitzending direct ruzie en werd het Simplisties Verbond opgesplitst – precies zoals het in het echt ook gaat.’
De absurdste ideeën hoefde het duo niet eens zelf te verzinnen. ‘Dat doet de maatschappij wel voor je. Wij dachten ook nooit: nu moet de Vieze Man dit doen, of Jacobse en Van Es dat. We vroegen ons bij bepaalde nieuwsonderwerpen alleen af welk van onze types hier de dupe van werd, en speelden dat uit.’

Koot en Bie bellen elkaar nog bijna dagelijks over het nieuws.

verontwaardiging
Bijzonder is dat in deze boekenweekuitzending Van Kooten en De Bie verrassend vaak zichzelf zijn. Afwisselend in de rol van psychiater proberen ze de gekte uit elkaar te peuteren. ‘Wij raakten zogenaamd ook steeds emotioneler en meer in de war. Bij sommige onderwerpen vonden we het laf om ons achter typetjes te verschuilen. Dat resulteerde bijvoorbeeld in ‘Keek op de week’, waar we rechtstreeks na het journaal op geïmproviseerde wijze commentaar gaven op het nieuws. Dat ging soms behoorlijk ver, we werden echt boos. Vooral Wim kon mooi kwaad worden: rood aangelopen, met het schuim in de mondhoeken. Dat was natuurlijk deels gespeeld, maar er lag vaak oprechte verontwaardiging aan ten grondslag.’
Koot en Bie bellen elkaar nog bijna dagelijks over het nieuws. ‘Wat er in Groningen, bij de Londense banken en rond Poetin gebeurt is natuurlijk te gek voor woorden. Regelmatig vragen we ons af welke typetjes hieronder zouden lijden. Maar televisie heeft tegenwoordig een apaiserende werking, waar zouden we het publiek toe moeten oproepen? Hoewel: vroeger gingen we bij Simplisten die daadwerkelijk dachten dat ze lid waren van een partij op huisbezoek. Zij legden een baksteen in de wc-pot, om zo water te besparen. Dan dacht ik: ja wacht even, zo serieus hoef je ons niet te nemen.’