Erwin Blumenfelds liefde voor vrouwen spatte van zijn vele Vogue-covers af. Een passie die desastreus bleek voor zijn nalatenschap.

Close up
NPO 2, 23.00-23.55 uur
Het adres Kalverstraat 116 te Amsterdam bestaat niet meer. Het is opgeslokt door een grote h&m op nummer 112; het eerstvolgende even adres is Kalverstraat 120, waar het Lederpaleis gevestigd is. In 1923 zat op nummer 116 ook een lederwinkel, gespecialiseerd in handtassen: Erwin Blumenfelds Fox Leather Company. De Duits-Joodse Blumenfeld is inmiddels wereldberoemd, maar niet dankzij leer: hij was de fotograaf die de meeste covers voor Vogue schoot.
Blumenfeld (1897-1969) maakt in zijn leven twee wereldoorlogen mee. Na de Eerste wordt hij verliefd op een Nederlands meisje, Lena, voor wie hij naar Amsterdam verhuist. Daar begint hij in de Kalverstraat zijn handtassenwinkel. Op de tweede verdieping van het pand vindt hij een darkroom, een ontdekking die zijn leven op zijn kop zet. Blumenfeld, die eerder dadaïstische collages en schilderijen maakte, besluit om aantrekkelijke bezoeksters van zijn winkel te portretteren. Soms met kleren aan, maar vaak ook met de kleren uit. De foto’s hangt hij in de winkel: al gauw komen er meer klanten voor Blumenfelds foto’s dan voor zijn tassen.
Blumenfeld zelf verklaart ‘in kunst gedreven te zijn dankzij seks’. Toch zijn de foto’s nooit vunzig of plat, integendeel: hij probeert altijd de persoonlijkheid van de vrouw te vangen. Zijn truc: ‘Voordat ik afdruk vraag ik of ze met mij willen trouwen.’
Vlak nadat hij zijn eerste twee spreads in Vogue krijgt, breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Blumenfeld komt terecht in het Franse concentratiekamp Le Vernet. Na de bevrijding gaat hij naar New York. Daar start zijn tweede leven als fotograaf. Hij is revolutionair: Blumenfeld experimenteert met expressie, techniek en vorm, en wordt zo een veelgevraagd fotograaf bij Harper’s Bazaar en Vogue. Vrouwen zijn op Blumenfelds portretten voor het eerst compleet vrij, beweren experts.
Als Blumenfeld in 1969 sterft op de Spaanse Trappen in Rome, claimen zijn vele muzen en maîtresses een deel van de erfenis, waardoor het werk nooit als geheel geëxposeerd wordt. Pas nu Blumenfelds kleindochter Nadia het heft in handen heeft genomen, kan de wereld zijn werk weer aanschouwen
Een ander kleinkind, Remy, werkte als producer bij Endemol uk aan grote programma’s als Big Brother. Inmiddels maakt hij documentaires, waaronder The Other Francis Bacon en – inderdaad – The Man Who Shot Beautiful Women, vandaag te zien in Close up.