Tijdens de Ronde van Frankrijk herdenkt journalist Frank Heinen ‘vergeten renners’.

Radio Tour de France
NPO radio 1, 14.00-18.15 uur
 
Met een tijdrit door de stad Utrecht wordt het bal vandaag geopend: de Ronde van Frankrijk begint, en daarmee ook Radio Tour de France. Radio 1 verkeert vanaf dan weer in de continue waan van de dag met etappewinnaars, bolletjestruien, valpartijen en demarrages. Ware het niet dat journalist Frank Heinen in een dagelijkse nieuwe rubriek een stap achteruit doet om van een afstandje te kijken naar wat dat monomane wielrennen in mensenlevens teweegbrengt.
In zijn rubriek ‘Tour de Frank’ gaat hij ‘vergeten renners’ herdenken, op basis van zijn vorig jaar verschenen boek Uit Koers.
‘Een populair verhaal daaruit is dat van Beat Breu, die in de jaren tachtig een vrij belangrijke wielrenner was,’ vertelt Heinen. ‘Hij won de etappe naar Alpe d’Huez en werd zesde in de Tour. Hij zou nu heel veel geld hebben verdiend, maar de Tour was destijds iets minder groot en alomvattend. Na zijn carrière moest hij een nieuw leven opbouwen. Hij is clown geworden. Hij stond veel in de boulevardbladen en begon een erotische wildwestbar. Op zijn vijftigste maakte hij een comeback in het veldrijden. Volgens hem was hij nog zo fit dankzij een nieuw energiedrankje, dat kort daarna een soort giftig afwasmiddel bleek te zijn. Hij was een typisch geval van iemand die met de moed der wanhoop, maar wel steeds heel verwachtingsvol, zijn leven nieuwe zin probeerde te geven. Het meer klassieke verhaal van oud-wielrenners is dat ze aan de drank en de drugs gaan, maar zijn verhaal vind ik hoopgevend: je kunt steeds opnieuw beginnen.’
‘Een nieuw verhaal, dat niet in mijn boek staat, gaat over de Colombiaanse wielrenner Soler. Je hebt nu een heleboel goede Colombianen, maar dat kwam jaren niet voor. Soler reed zijn eerste Tour in 2007, won direct een bergetappe en kreeg de bolletjestrui. Mensen dachten: misschien wint hij de Tour nog wel eens. Maar tijdens de Ronde van Zwitserland is hij dermate hard gevallen dat hij nooit meer kan fietsen. Ik vond een documentaire van de Colombiaanse televisie waarin je hem als een oude man door zijn dorp ziet schuifelen: zijn gezicht is half verlamd, hij loopt erg moeizaam. Dat is iemand die zijn leven plotseling opnieuw zin moet geven, met de treurnis erbij dat hij waarschijnlijk voor het leven is getekend.’
De verhalen van Heinen getuigen van de schaduwkant van de wielerwereld, terwijl het professionele wielrennen vaak draait om de heroïek en het geloof in haast bovenmenselijke prestaties. Die romantiek is ook hem niet vreemd, bekent Heinen. Sinds de vele dopingonthullingen is de wielerjournalistiek echter verdeeld in romantici en realisten, beschrijft hij. ‘Ik ben een zwevende kiezer. Als iemand een  gloedvol betoog over het wielrennen houdt, denk ik: zo is het. Maar als ik de andere kant van de zaak hoor, denk ik: ja verdomd, daar zit ook wat in. De waarheid over het wielrennen zit vaak in het midden. Daar houd ik me aan vast: romantiek, maar wel met mate.’