Hoe de Tweede Kamer na 1967 van gedaante veranderde.

Andere tijden
NPO 2, 21.20-22.00 uur
De ‘nacht van Schmelzer’ maakte een einde aan de verzuiling in Nederland. Zo staat het opgeschreven in onze geschiedenisboekjes. In de nacht van 13 op 14 oktober 1966 diende Norbert Schmelzer, de toenmalige fractievoorzitter van de Katholieke Volkspartij (KVP), een motie in tegen het zittende kabinet-Cals. Zijn motie, die zou worden aangenomen, was gericht tegen het financiële beleid dat door het kabinet van zijn partijgenoot Jo Cals gevoerd werd. Het kabinet kwam ten val. Er moesten nieuwe verkiezingen uitgeschreven worden en de Tweede Kamer zou voorgoed van gedaante veranderen.
Die metamorfose van het Nederlandse parlement is het uitgangspunt van deze nieuwe aflevering van Andere tijden, die vertelt over de ‘lichting van 1967’: de Tweede Kamerleden die in die navolgende jaren op het pluche terecht kwamen. Gesproken wordt met VVD’er Hans Wiegel, die in 1967 op zijn 26ste in de Kamer kwam. Maar ook met Anneke Goudsmit, die 33 was toen ze aantrad namens D -toen met apostrof - 66, en met Bram Stemerdink, een veteraan van de landmacht die in 1970 namens de PvdA parlementslid werd.
In die jaren groeide het Kamerlidmaatschap officieel uit tot een voltijdsbaan, werd het belang van media-aandacht steeds groter en ging de leeftijdsgrens voor het stemrecht omlaag naar 21 jaar.
De verkiezingen van februari 1967 betekenden bovendien de onverwacht succesvolle binnenkomst van D’66, de nieuwe partij onder leiding van Hans Mierlo, een 35-jarige binnenlandredacteur van het Algemeen Handelsblad die democratische vernieuwing najoeg.
De veranderende tijden weerspiegelden zich zelfs in de kledingetiquette aan het Binnenhof. Het groene broekpak van Anneke Goudsmit werd later een terugkerende anekdote. Toen zij in dat kledingstuk op haar werk verscheen, vond Van Mierlo het raadzaam om zijn fractie te laten vergaderen over de vraag of een volksvertegenwoordiger er wel zo bij kon lopen. Goudsmit mocht het aanhouden.