Voor Studio voetbal maakt Frank Heinen portretjes van oud-profvoetballers. ‘Clubliefde wordt zeldzaam. Vroeger bleven spelers vaak wel tien jaar bij een club.’

Studio voetbal
Zondag, NPO 1, 22.15-23.25 uur
 
Sinds vorig seizoen sluit het praat­programma Studio voetbal elke uitzending af met een door sportschrijver (en oud-BFC-er) Frank Heinen gemaakt spelersportret.
 
Zijn het vergeten voetballers?
Frank Heinen: ‘Ten onrechte ondergesneeuwde spelers. Anderen noemen het cultvoetballers, maar dat is lang niet altijd het geval. Het idee kwam van Jan Stekelenburg van NOS Sport. Hij kende mijn verhalen over wielrenners en belde op een maandag op of ik een portretje wilde maken voor de zondag daarop. Ik koos voor Jari Litmanen, een van de favoriete spelers uit mijn jeugd. Op donderdag belde hij weer en vroeg of ik het ook zelf wilde inspreken. Heel eervol, en zoiets had ik nog nooit gedaan. Best bijzonder dat hij dat aandurfde voor een programma waar een miljoen mensen naar kijken. Mijn stem is niet zo neutraal, en in combinatie met een literaire tekst krijg je een Hard Gras-achtig stukje. Op zondagmiddag heb ik voor dezelfde avond het Litmanen-stukje ingesproken en is het door NOS Sport gemonteerd. Maar niet uitgezonden.’
Geen Ajax dus.
‘Maar Feyenoord. De eerste speler werd Coen Moulijn. De tweede was Ger Senden van Roda JC, ook om meteen te laten zien dat het niet alleen om geweldige voetballers moest gaan maar ook om minder bekende spelers met een goed verhaal. Die combinatie Moulijn-Senden geeft de sfeer van de rubriek goed weer: de ene keer is de kwaliteit van de speler leidend, de andere keer het verhaal. Daarna was het de truc om het voetbalgevoel uit de jaren waar jezelf niets mee had proberen over te brengen. Overigens is een verbeterde Litmanen later alsnog uitgezonden. En ook andere Ajacieden.’
 
Ger Senden was ‘mister Roda JC’. Er zitten meer misters in de reeks.
‘Mister ADO, Aad Mansveld. Ook zo’n type. Die portretjes leveren onverwacht veel reacties op. Ook van mensen die niets van ADO of Roda JC moeten hebben. Dergelijke spelers staan boven de partijen. Geldt ook voor Martin Koeman bij FC Groningen. Je hoeft niet van hun clubs te houden om van die spelers te houden. Ze zijn trouw, en dat wordt universeel gewaardeerd.
Supporters identificeren zich met spelers en het meest met diegenen die hun club trouw blijven. Clubliefde wordt echter steeds zeldzamer. Vroeger bleven spelers vaak wel tien jaar bij een club, maar tegenwoordig kun je binnen drie jaar al een clubicoon worden. Vaak zijn dat ook niet de beste spelers.’

Supporters identificeren zich met spelers en het meest met diegenen die hun club trouw blijven.

frank heinen
Hoe wordt de tekst opgenomen?
‘Soms doe ik er zes achter elkaar. Ik lees de tekst in over het muziekje dat onder het item staat. “Explosion in the sky”, een soort filmmuziek, en ik weet uit mijn hoofd waar alle versnellinkjes zitten. Daarna gaat de redactie er mee aan de slag in de montage. Ik heb het ook andersom gedaan, maar dan werd ik afgeleid door het beeld.
Probeerde ik mijn zinnen precies gelijk met de actie te laten lopen. Halverwege de zin vertragen zodat ik aan het einde van de zin bij een bepaald doelpunt kon uitkomen. Mét tekst is het makkelijker sleutelen. Monteren hoeft tenslotte niet in één keer.’
Waar komt het beeld vandaan?
‘Ik zoek in openbare bronnen zoals YouTube, uitzendinggemist.nl en bij de NOS. Soms zit er alleen iets in mijn hoofd en vraag ik de geweldige NOS-beeldredacteuren om het te zoeken. Bij oudere spelers is het tricky en moet ik altijd van tevoren checken of er wel beeld van ze is. Hoe obscuurder je gaat zoeken, hoe moeilijker het wordt. En hoe verder ik terug ga in de tijd, hoe meer ik bij de topvoetballers kom. Want daar is meestal wel beeld van. Ik heb net Jan Jeuring van FC Twente klaargezet. Stond twee keer in het Nederlands Elftal, dus daar is beeld van. Heeft een snackbar in Enschede en daar is vast de regionale omroep wel eens langs geweest. Dan nog twee doelpunten uit zijn Twente-tijd en je hebt een stuk. Ik kan niet de obscure rechtsback van zijn team kiezen, wat ik misschien wel liever doe, maar daar is dan geen beeld van.’ 
Spaarde u ook voetbalplaatjes?
‘Jazeker. Mijn vriendjes plakten die in albums maar dat deed ik nooit. Albums interesseerden mij niet.’
 
Pardon?!
‘Ik wilde er mee spelen. Rangschikken en mijn eigen elftallen samenstellen. Bijvoorbeeld alle talentvolle spelers bij elkaar. Met mij kon je wel goed ruilen omdat ik niet bezig was om een collectie compleet te maken. Ik wist ook nooit welke ik nog miste, maar ik had er wel heel veel. Misschien is daar de kiem gelegd voor “60 jaar betaald voetbal”, zoals de rubriek heet. Is eigenlijk ook rangschikken.’
 
Johan Cruijff?
‘Nee, is lastig. Hij heeft zichzelf ontmythologiseerd door wat hij de afgelopen vijftien jaar heeft gedaan. Moet je dat dan in een item doen, of hou je het bij de artistieke speler? Over Cruijff hebben alle dichters en auteurs al wat opgeschreven, maar over Ger Senden heeft niemand dat gedaan. Je kunt kijkers best iets nieuws voorschotelen waar ze twee minuten geconcentreerd naar kijken en ontroerd van raken.’

Ed de Goeij staat op de nominatie. Een antiheld, maar wel heel goed. Die combinatie vind ik geweldig.

frank heinen
Er zitten niet veel keepers in de reeks.
‘Ed de Goeij staat op de nominatie. Een antiheld, maar wel heel goed. Die combinatie vind ik geweldig. Het zijn eenlingen, vaak bijzondere figuren, en er zijn meestal beelden van. Ze doen schitterende reddingen of maken enorme blunders. Een midhalf kan negentig minuten niet in beeld komen, een keeper zie je altijd wel. Misschien let ik als liefhebber van het spel niet zo op keepers.’
 
Reageren spelers op hun portretjes?
‘Soms. Ik werd een keer gebeld door de redactie dat er een brief van Willy Dullens lag met het verzoek hem te bellen. Dullens was de Limburgse evenknie van Cruijff, tot een zware blessure een einde aan zijn loopbaan maakte. Het was dan ook een tragisch filmpje. De hele week heb ik er tegen aan zitten hikken en toen pas heb ik hem gebeld. Tot mijn grote opluchting bleek hij wild enthousiast. Spelers kunnen flink schrikken want je rakelt nogal wat op. Een ironische opmerking kan makkelijk verkeerd vallen. Emoties zijn niet te voorspellen.’
 
Elk portretje is een monumentje.
‘Dat is de bedoeling, maar ik vraag geen toestemming om het op te richten.’