Asielzoeka’s gaat over jonge vluchtelingen die hun jeugd doorbrachten in asielzoekerscentra en nu daarbuiten hun weg moeten zien te vinden.

2Doc: Asielzoeka’s
NPO 2, 23.00-23.59 UUR
Vijf jaar geleden liep Sergej Kreso (1965) tijdens een internetzwerftocht tegen een opmerkelijk fenomeen aan. Een Hyvespagina voor jonge vluchtelingen woonachtig in Nederland, waarop met veel emotie werd gesproken over heimwee naar hun voorbije leven in het asielzoekerscentrum. Kreso bracht zelf een jaar in een asielzoekerscentrum door, nadat hij begin jaren negentig met zijn vrouw en zijn twee jaar oude dochtertje zijn vaderland Bosnië was ontvlucht, toen daar de oorlog uitbrak. Hij herinnert zich dat jaar vooral als pijnlijk en confronterend. ‘Een ouder moet een rolmodel zijn voor zijn kinderen,’ vertelt hij over de telefoon. ‘Ouders in een azc kunnen dat niet zijn, omdat ze hun eigen leven niet in handen hebben. Voor mensen die daar jarenlang moeten wonen is dat vreselijk.’
Zijn verwondering was dan ook groot toen hij merkte dat de ervaring voor jonge vluchtelingen precies omgekeerd was. Deze ontdekking zou uiteindelijk uitmonden in Asielzoeka’s, een ontroerend werk over het leven van jonge vluchtelingen buiten het asielzoekerscentrum. ‘Ze komen van een plek waar honderden vrienden om hen heen woonden die in hetzelfde schuitje zaten als zij. Vervolgens komen ze in een wereld die ze niet begrijpen – en die hen niet begrijpt. Het is moeilijk voor ze om vriendschappen te sluiten, want ze zijn gewend om op willekeurige momenten vrienden te verliezen.’
Kreso wisselt de verhalen van devier jonge mensen af met fragmenten uit speeches van Wilders en Verdonk. Niet om een politiek pamflet te maken van de film, maar om een gezicht te geven aan asielzoekers. ‘Wat me stoort aan de discussie over asielbeleid is dat het soms een gesprek over de economie lijkt. Aanvragen, toenames, percentages – op die manier wordt het een grijze massa waar individuen hun gezicht verliezen.’
Toen de documentairemaker zijn verblijfsvergunning kreeg, kwam hij terecht in het Limburgse Echt. Geïnspireerd door zijn rol als buitenstaander maakte hij de film Vraem luuj, waarin hij een aantal inwoners van Limburg portretteert die ondanks hun buitenlandse komaf vloeiend Limburgs spreken en daar niet als vreemdeling worden gezien.
‘Pas later zag ik dat al mijn films op een indirecte manier over mij gaan. Tijdens het maken ben ik daar nooit zo bewust mee bezig. Voor mij blijft de vorming van mijn identiteit – en hoe ik in contact sta met mijn omgeving – altijd een belangrijke vraag in mijn leven.’