Tweepersoonshuisje op De Norgerberg
OVT – Het spoor terug: Het vakantiepark: tussen idealisme en illusie
Zondag, NPO Radio 1, 11.30-12.00 uur
‘Ga naar Norg,’ heeft architectuurhistoricus Mieke Dings aangeraden, ‘om de oorsprong van onze vakantiehuisjes te begrijpen.’ In mijn tas zit haar baksteendikke boek Tussen tent en villa, waarin ik lees over de socialistische Groningse coöperatie De Toekomst. Die wilde gezonde buitenlucht voor haar leden en kocht in 1931 à 7000 gulden een Drents bosterrein van zeven hectare, om een rust- en vakantieoord te stichten. Ze doopte het Den en Duin, en toen was het geld op. Met de verkoop van obligaties werden de tientjes bijeengeharkt om ook nog te kunnen bouwen.
En nu zit ik hier op een regengrauwe herfstdag in het inmiddels stokoude vakantiehuisje Hoek 1 uit 1933. Het is werkelijk een fraaie stulp, kosteloos ontworpen door de Groningse stadsarchitect Siebe Jan Bouma. Ieder kamertje steekt vernuftig in de andere en vanuit de stapelbedden kun je zowel boven als beneden door een eigen raam de nieuwe dag begroeten. Hier was plaats voor een gezin van acht, ondenkbaar nu. Bouma oefende blijkbaar met plezier op de vierkante meter, want jaren later tekende hij ook voor Madurodam.
Maar zwaai je vanuit de woonkamer de grote verandadeuren open, dan is het gebouwtje opeens deel van het grote bos en schreeuwt: naar buiten! De natuur in! Zelfs op deze natte novemberdag. Het is precies het tegenovergestelde van het socialistische wooncomplex De Dageraad in de Amsterdamse Pijp, waar de ramen en balkons expres net te hoog zitten om lekker overheen te hangen en te kletsen met buuf. Daar roept alles: naar binnen! Aan de arbeid!