Alle winnaars van de Nationale Postcode Loterij krijgen bericht van Bea Post. Meestal per post, maar voor de grote prijzen, zoals de Postcodekanjer op 1 januari, komt ze persoonlijk langs.

Postcode Loterij: De Kanjeruitreiking
Vrijdag 1 januari, RTL 4, vanaf 16.05 uur
 
Onder alle brieven van de Postcode Loterij staat uw naam.
Bea Post: ‘Ben ik niet altijd blij mee. Als iemand niet tevreden is, krijg ik ze ook terug. Veel mensen denken dat mijn naam verzonnen is en dat ik niet besta. Bea betekent brenger van geluk en dan heet je ook nog eens Post. Of ik hoor “Bea, wil je mijn postcode?”’
 
Wat vermeldt uw visitekaartje?
‘In de 25 jaar dat ik hier zit heb ik er heel veel gehad. Onzinnig, want ik ben gewoon Bea van de Postcode Loterij. Maar het moest. Op mijn eerste kaartje stond operational manager, een titel waarvan je denkt wat ben je nu eigenlijk. Ik was de eerste werknemer, deed de administratie maar maakte ook de wc schoon. Mijn baas noemde mij operatiezuster, zelf noemde ik mij factotum. Ook is het nog adjunct­directeur geweest en een tijdje libero. Nu staat er prijswinnaarbegeleider. Vreselijk. Krijg je ook grapjes over. Zijn er mensen die een doos stroopwafels winnen en vragen of ik langs wil komen om te helpen opeten. Mijn baan heb ik zelf gecreëerd toen ik zag dat het nodig was. We zijn een goededoelenloterij en moeten commercieel denken, maar je kunt niet iemand op de buis gooien en denken: bekijk het maar.’
 
Is iedereen geschikt om te winnen?
‘Nou, nee en daarom zijn we er ook. Als je al behoorlijk aan de grond zit en dat oplost door bijvoorbeeld een verslaving is er een grote kans dat dat doorslaat en het helemaal verkeerd gaat. Een grote geldprijs winnen maakt jou niet gelukkiger. Je krijgt nieuwe zorgen. Over de winterstalling van de boot in plaats van de energierekening.’

Winnaars van de Postcode Kanjer in Nuenen

Hoeveel mensen heeft u miljonair gemaakt?
‘Honderden, maar miljonairs worden ook ziek en gaan dood. Dat blijft allemaal hetzelfde. Mensen zijn bang om geld uit te geven en moeten ook leren hoeveel het is. Het klinkt makkelijk: een, twee of drie miljoen, maar het gaat pas leven als het op je rekening staat. Of als er wat mee gebeurt. Dat is in het begin wel moeilijk. Als een winnaar tegen mij zegt: ik wil al heel lang graag een nieuwe auto, bijvoorbeeld een BMW uit de 3-serie, zeg ik: doen. Maar dan vinden ze hem toch te duur en kiezen ze een goedkopere. Na vijf maanden kopen ze alsnog die duurdere omdat het eigenlijk bitter weinig uitmaakt. Moeten ze vooral doen. Daarvoor speel je toch mee?’
 
Ben u vaak jaloers?
‘Nee nooit. Ik weet niet wat jaloezie is.’
 
Kom op.
‘Nee. Ik vind het erg als iemand jaloers is. Zelf ben ik heel vroeg weeskind geworden en heb veel tijd in kindertehuizen doorgebracht. Ik kan wel boos worden als iemand zegt: moet ik met kerst weer kiezen tussen ouders of schoonouders. Dan denk ik: potverdomme, wees blij dat je ze hebt. Is dat jaloezie?’
 
Gunt u het iedereen?
‘Soms denk ik wel hmmm.’
 
Wanneer u bij een villa komt?
‘Nee, want een groot huis zegt niets. Daar kan een enorme hypotheek op liggen. Als ik eerlijk ben is er soms contact waarbij ik twijfels heb. Ik kan het niet benoemen maar in 98 procent van de gevallen had ik het achteraf wel juist. Dan blijkt het, laten we zeggen, geen zuivere koffie. Dat voel je.’
 
Wie niet meedoet kan niet verliezen. Maar opzeggen is moeilijk.
‘Klopt, al heeft niemand dit succes voorzien. Toen we begonnen werd eerst nagedacht over een kentekenloterij, maar niet iedereen had een auto. Daarna ontstond het idee van een telefoonloterij. Het klinkt nu gek, maar toen had niet iedereen een telefoon. Wel hadden we net allemaal een postcode gekregen. Niemand kende die, laat staan dat postcodes gebruikt werden. Was nog te nieuw. De PTT heeft toen heel enthousiast met ons meegewerkt, want zij hadden er ook belang bij dat de postcode op de kaart werd gezet.’

'Een grote geldprijs winnen maakt jou niet gelukkiger. Je krijgt nieuwe zorgen. Over de winterstalling van de boot in plaats van de energierekening.'

Bea Post
Speelt u zelf mee?
‘Ja, met één lot. Toevallig won ik twee weken geleden voor het eerst. Kreeg ik een brief van mijzelf en stroopwafels. Mijn buren ook blij, want zij denken altijd dat ze niets winnen zolang ik daar woon.’
 
Op 1 januari valt de PostcodeKanjer. Wat doet u die dag?
‘Op 31 december blijf ik vrij nuchter en ga op tijd naar bed. De trekking is ’s ochtends en daarna kijken we hoeveel mensen meespelen in die postcode, wie de winnaars zijn en of er betaald is.
Dan gaan we ze verrassen. Een kwartier voordat Caroline of Winston naar binnen gaan heb ik al aangebeld. Om te vragen of we welkom zijn met camera en of we de beelden mogen uitzenden. Negen van de tien vinden het hartstikke leuk. Eerst is het wel een beetje van: oei oei, op televisie, tot ze merken dat de hele straat heeft gewonnen.’
 
Adviseert u ook wel eens om niet op televisie te verschijnen?
‘Een winnaar zei: ik vind het zelf wel leuk, maar mijn man is gevangenbewaarder.
Die sturen we dan even naar boven. Als mensen ziek zijn moet je ze ook niet in beeld brengen.
Vrouwen raken soms in paniek: aargh, ik zie er helemaal niet uit. Zeg ik: je hebt nog een kwartier. Gauw een lipstiftje en een ander jurkje aan. Dat ze er niet in pyjama op staan.’
 
En de mannen?
‘Die zijn rustiger, meer op de achtergrond en denken mwah, zal wel. Mannen komen pas los als de hele kermis de deur uit is. Heel gek, de vrouwen geven zich op als deelnemer, maar meestal op naam van hun man. Omdat de bekendmaking ’s avonds is slaap ik daarna altijd in een hotelletje in de buurt. Daar nodig ik de volgende dag alle winnaars uit voor een brunch. Die hebben niet geslapen en zijn helemaal de weg kwijt. Een enkeling gaat gewoon naar zijn werk. Al komt van werken natuurlijk niets.’
Wat moeten winnaars niet doen?
‘Ze moeten uitkijken met vrienden die ze al heel lang niet hebben gezien en opeens komen opdagen.’
 
Leuk toch?
‘Heel leuk. En ik waarschuw altijd voor geld uitlenen. Lenen betekent terugbetalen. Als je iemand iets wil geven, kijk wat hij nodig heeft. Een grotere iPad? Geef maar.’
 
Krijgt u weleens wat?
‘Nee, en het klinkt misschien raar, maar dat vind ik toch vreemd. Een banketbakker die een kleine prijs won heeft hier voor iedereen gebak bezorgd, en een keer kreeg ik een envelop van een winnares. Daar stónd ze op en weigeren kon niet. Die heb ik hier op kantoor tijdens een vergadering geopend en daar zat, tataa, een bloemenbon in van vijftien gulden. Toen zei Boudewijn [Poelmann, oprichter van de PCL]: die mag je zelf houden.’
 
Nooit geprobeerd een miljonair aan de haak te slaan?
‘Nee, ik heb al een leuke vent. Geen miljonair, maar die doe ik echt niet weg. Voor geen miljoen.’
 
Hoe lang duurt uw begeleiding?
‘Zolang men wil, al zijn er ook winnaars die mij helemaal niet willen zien. Kijk, zelf ben ik geen miljonair. Ik moet van hen, en zij moeten van elkaar leren. Elk jaar wordt iedereen uitgenodigd voor de Lotgenotendag. Daar komen nieuwe winnaars, maar ook miljonairs van het eerste uur bij elkaar. Vroeger was het trouwens leuker om miljonair te worden. De rente was veel hoger en je kreeg het geld niet op. De fiscalist komt ook en we gaan altijd iets leuks doen. Dit jaar zijn we naar de Toppers geweest in de ArenA. En wat zo raar is, die mensen kunnen met gemak een kaartje kopen maar dat doen ze dus nooit. Ze waren allemaal voor het eerst daar en vonden het fantastisch. Huwelijken en begrafenissen bezoek ik ook.’

'Bij het wegbrengen van een straatprijs kwam ik in een kamer waar iemand opgebaard lag. Shit, dat had ik weer.'  

Bea Post
Wie veel nalaat heeft misschien blije nabestaanden.
‘Dat is bij mensen die geen prijs hebben gewonnen soms ook zo. Bij het wegbrengen van een straatprijs kwam ik in een kamer waar iemand opgebaard lag. Shit, dat had ik weer. Het gekke was, de hele sfeer veranderde want de weduwe werd zo blij. Nu kan ik toch een grafsteen voor je kopen, zei ze tegen haar man. Nee, ik ben nooit in een testament opgenomen.’
 
Uit de documentaire van Patrick Lodiers over Vrouwenpolder bleek dat winnaars ­opvallend gewoon bleven doen.
‘Klopt. Heel bijzonder dat Patrick Lodiers het voor elkaar heeft gekregen om die winnaars een jaar lang te mogen volgen. Dat wil nooit iemand. Hij had de mazzel dat zijn ouders daar woonden en hij iedereen kende. We vonden het zo mooi dat wij ook een documentaire wilden maken met nieuwe winnaars, maar niemand wilde. Het lijkt mij geweldig om dat bij elke PostcodeKanjer te doen. We willen toch allemaal weten hoe het met ze gaat. Of met winnaars van twintig jaar geleden. Hoe is het nu met ze? En als ze er niet meer zijn, waar is het geld?’
 
Met welke postcode speelt u zelf mee?
‘Ik heb elfhonderd… nee wacht, vijftien…’
 
Moet u daar over nadenken?!
‘Dat komt omdat ik ook elfhonderdzoveel heb gehad toen ik nog in de Bijlmer woonde. Daar is later een dikke prijs gevallen, maar toen woonde ik er niet meer.’
 
Hoeveel?!
‘Weet ik niet meer en wil ik niet meer weten!’
 
Wat gaat u vandaag nog meer doen?

‘Een paar mensen blij maken in Zoetermeer. Een keer vijftig, sommige een ton en nog iemand een auto. Geen hele hoge bedragen, maar wel leuk om op een doordeweekse dag te winnen.’