Meer dan 200 producten – vooral eten – heeft de Keuringsdienst van Waarde de afgelopen tien jaar onder de loep genomen. Heeft dat ook geleid tot veranderingen in consumentenland? ‘De voedselindustrie kijkt met genoegen.’

‘Ons doel is niet om de wereld te veranderen, maar om de wereld achter een product te laten zien,’ zo relativeert eindredacteur Maarten Remmers meteen de invloed van de Keuringsdienst van Waarde. ‘Vaak worden die producten verkocht met mooie marketingverhalen, het is leuk om daar onderzoek naar te doen en soms doorheen te prikken. Dat levert grappige en interessante televisie op. Hoe flikt Rambol dat met die perfecte walnoten? Ineens sta je dan met je camera in een fabriek waar Moldavische vrouwen de kunst van het kraken hebben geperfectioneerd. Ik vind het fascinerend om te weten waar iets wat je in je mond stopt vandaan komt.’

Toch hebben de programma’s van de Keuringsdienst de afgelopen jaren zeker bijgedragen aan veranderingen in consumentenland. Een goed voorbeeld is de uitzending over lamsvlees van april 2015. Hoe kan dat bij sommige slagers voor de helft van de prijs liggen, wil de redactie weten. Teun van de Keuken komt met tien monsters van verschillende slagers bij onderzoeker Harm Janssens en zijn conclusie laat geen ruimte voor twijfel: vier van de tien monsters bevatten kalkoen. De uitzending leidt tot veel commotie; minister Schippers belooft een onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Het onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden, laat de NVWA weten. Inspecteurs hebben vorige zomer 57 slagerijen en kleine supermarkten bezocht waar onverpakt lamsvlees wordt verkocht. Bij zes locaties (tien procent) bleek het vlees niet honderd procent lamsvlees te zijn. Bij drie slagerijen was sprake van vermenging met kalkoen, bij drie andere van vermenging met rundvlees. Deze bedrijven hebben een boete van 525 euro gekregen omdat er sprake was van misleiding van de consument.

KvW-eindredacteur Maarten Remmers

Twee jaar ingevroren

Vlees is vaker onderwerp van onderzoek bij de Keuringsdienst. Zo besteedt het programma in juni 2004 aandacht aan gehakt en filet americain uit de supermarkt. Het programma onthult niet alleen dat dit ‘verse vlees’ tot twee jaar ingevroren is geweest, maar ook dat het verrassend genoeg afkomstig is uit Botswana en Namibië. In Afrika graast het meest geschikte ras, zo blijkt. Moet het dan geen filet africain heten? grapt Teun. En waarom staat de herkomst niet op de verpakking? Een woordvoerder van Albert Heijn toen: ‘De belangrijkste reden dat het er niet op staat, is dat wij technisch nog niet de mogelijkheid hebben om dit op het kleine etiketje te printen.’

Bijna twaalf jaar later is er in elk geval één ding veranderd: filet americain wordt volgens de verpakking van AH gemaakt met ‘100 procent Hollands rundvlees’. De herkomst van het gehakt staat echter nog steeds niet op de verpakking. Een woordvoerder van Albert Heijn nu: ‘In het geval van filet americain leefde het idee dat rundvlees vanuit Afrikaanse landen kwalitatief minder zou zijn dan Europees of Zuid-Amerikaans vlees. Dat is niet juist. De uitzending is geen aanleiding geweest om de herkomst van het rundvlees te wijzigen. De kwaliteit, de beschikbaarheid en de inkoopprijs bepalen de herkomst van de producten die we inkopen. Dat kan dus wisselen. We zijn inmiddels twaalf jaar verder. In de tussenliggende periode is de vraag naar herkomst aanzienlijk toegenomen en je treft die info ook steeds vaker aan op verpakkingen, zoals bij filet americain. Daar waar het land van oorsprong kan verschillen  – zoals bij gehakt – staat het niet op de verpakking.’

‘We hebben het recept naar aanleiding van de uitzending aangepast door runderstaart toe te voegen.'

Freek Bracke (Unilever)

0,5 procent ossenstaart

Een andere aflevering van de Keuringsdienst van Waarde (oktober 2013) gaat over ossenstaartsoep uit de supermarkt. ‘De staart kan niet van een os [gecastreerde stier] komen, want er zijn nauwelijks ossen,’ legt ossenboer Jan Wieringa uit. Chefkok Piet Huysentruyt bereidt in de uitzending traditionele ossenstaartsoep, met het vlees van een koeienstaart, maar ook die staart is niet terug te vinden in de blikjes en pakjes uit de supermarkt. De staarten worden wel afgesneden, vertelt de runderslachter, maar gaan allemaal naar buitenlandse supermarkten.

Ruim twee jaar later ziet het soepschap van de grootgrutter er toch wat anders uit. Albert Heijn verkoopt geen eigen merk ossenstaartsoep meer, maar nog wel ‘rundvleessoep’. Unox vermeldt op de verpakking van zijn ossenstaartsoep dat er 0,5 procent ‘ossenstaart’ in zit.
Freek Bracke (Unilever): ‘We hebben het recept naar aanleiding van de uitzending aangepast door runderstaart toe te voegen. Consumenten gaven aan dat ze met “ossenstaartsoep” niet alleen het overbekende recept met de herkenbare smaak verwachtten, maar ook daadwerkelijk “ossenstaart” in de soep wilden. In dit geval konden we hier gelukkig met een vrij eenvoudige aanpassing gehoor aan geven.’

Maarten Remmers (rechts)

Plofvis

De ‘zalmforel’ is dankzij de Keuringsdienst zelfs helemaal uit de schappen van de supermarkt verdwenen. Deze ‘plofvis onder de vissen’ (Midas Dekkers) blijkt in de uitzending van december 2012 niet meer te zijn dan een gekweekte regenboogforel die rood vlees krijgt door het dier speciaal voer te geven. De NVWA: ‘Zalmforel komt niet voor in de Warenwetregeling Handelsbenaming Vis en mag dus zo niet op het etiket staan. De NVWA legt bij de handhaving overigens de nadruk op voedselveiligheid. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van etikettering ligt bij de verkoper.’

In augustus 2008 onderzoekt de Keuringsdienst – in een uitzending gemaakt door kinderen – de kaas op lasagne, pizza’s en andere kant-en-klaarmaaltijden uit de supermarkt. Vooral bij de goedkopere producten is niet duidelijk om wat voor kaas het gaat. ‘Een mengsel van verschillende soorten kazen,’ beweren sommige fabrikanten. Cheese-analogue, ontdekt een van de kinderen op de Engelse ‘declaratie’: gemaakt van plantaardige olie, zonder een spoortje kaas. Of het door deze uitzending komt, is moeilijk te zeggen, maar sinds december 2011 verplicht de Europese wet voor de etikettering van voedingsmiddelen fabrikanten om het gebruik van ‘analoogkaas’ op de verpakking te vermelden.

Slaafvrije chocola

Misschien wel de grootste verandering heeft de Keuringsdienst te weeg gebracht in de chocoladewereld. Een serie uitzendingen met Teun van de Keuken over de beroerde arbeidsomstandigheden in de cacaoproductie leidt in 2005 tot de start van het eigen ‘slaafvrije’ chocolademerk Tony’s Chocolonely. Tot genoegen van mede-aandeelhouder en Keuringsdienst-bedenker Maurice Dekkers is de reep een groot succes geworden. ‘Laatst kwam er een Zweed bij me op bezoek. Bij het afscheid wilde ik hem een reep cadeau doen. Hij keek blij verrast en vertelde me dat hij hem een week geleden zelf had gekocht in een winkel in Stockholm. Dan besef je dat het echt groot geworden is. Ik had toen wel al de wens om er een soort Ben & Jerry’s van de chocolade van te maken. Een wereldmerk dus. Maar dat het dan ook langzaamaan gebeurt, is vrij onwerkelijk. Dat is niet zozeer onze verdienste als wel die van mensen die onder leiding van Henk Jan Beltman het merk op hun schouders hebben genomen en er elke dag keihard voor knokken om “onze droom” te verwezenlijken.’

'Consumenten kiezen meer en meer duurzame chocolade en producenten werken meer en meer met gecertificeerde cacao.'

Eva Gouwens (Tony's chocolonely)

Tien jaar later is Tony’s Chocolonely het tweede chocoladerepenmerk van Nederland; in 2015 gingen veertien miljoen repen over de toonbank.
Algemeen directeur Eva Gouwens: ‘We kunnen zeker zeggen dat Tony’s Chocolonely een grote rol heeft gespeeld in de bewustwording over slavernij in de chocolade industrie. Consumenten kiezen meer en meer duurzame chocolade en producenten werken meer en meer met gecertificeerde cacao. Wij willen de industrie veranderen en zijn ervan overtuigd dat dit realiseerbaar is, maar we zijn er nog niet. Op dit moment werken er nog steeds slaven op de cacaoplantages in West-Afrika. Veel van hen zijn kinderen. Dit komt omdat de grondoorzaken nog steeds niet zijn opgelost: lage prijzen voor de cacaoboeren, gebrek aan kennis, zwakke organisatie van de boeren, slechte infrastructuur en bewustzijn. En alle losse initiatieven van de industrie om deze problemen aan te pakken tellen niet op.’

Een Afrikaans dorpshoofd met chocoladereep. Beeld uit de documentaire Tony

Het lukt alleen samen

Tony’s Chocolonely wil nog steeds alle chocoladeliefhebbers bewust maken van de ongelijkheid in de cacaosector en als bedrijf het goede voorbeeld geven. ‘We willen laten zien dat je commercieel succesvol chocolade kunt maken zonder slavernij en uitbuiting, en anderen inspireren om in actie te komen om ons model te volgen. Wij kopen onze cacaobonen direct in bij drie partnercoöperaties in Ghana en Ivoorkust. We investeren in een langetermijnsamenwerking en betalen een hogere prijs voor de cacao. Maar we hebben dus volgers nodig. Het lukt alleen samen. Daarom moet ons model schaalbaar zijn en dus ook toepasbaar zijn voor de grote volumes van de chocoladebedrijven. Pas als andere grote chocoladebedrijven ons voorbeeld gaan volgen, wordt honderd procent slaafvrije chocolade normaal.’

Is Maarten Remmers toch een beetje trots als hij ziet welke kleine en grote veranderingen de Keuringsdienst van Waarde teweeg heeft gebracht? ‘Zelf doe ik het daar echt niet voor, ik zou er niet snel over twitteren. Ik vind het vooral leuk dat een kleine miljoen mensen naar bijvoorbeeld een uitzending over dadels kijken – zo’n simpel uitgedroogd vruchtje. Je ziet in de wereld van producenten de laatste jaren wel steeds meer transparantie. Zelfs McDonald’s heeft op zijn website een filmpje over hoe de frietjes worden gemaakt. Ik denk wel dat wij aan die transparantie en de bewustwording van de consument hebben bijgedragen en dat is mooi meegenomen. De voedselindustrie kijkt zeker naar ons programma en vaak ook met genoegen.

 

Op 12 april is de documentaire Tony in première gegaan, over tien jaar Tony’s Chocolonely. De film draait in een groot aantal Nederlandse bioscopen en is gemaakt door Benthe Forrer.