Vier- à vijfduizend Russische vrouwen zijn tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog met Nederlanders getrouwd. Hoe dat kwam.

Andere tijden: Russische oorlogsbruiden in Holland
Zaterdag 13 februari, 21.20 - 22.00 uur op NPO 2

Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog trouwden meer dan een miljoen vrouwen in Europa met hun geallieerde bevrijders, met Canadezen, Amerikanen en Britten. Bij Nederlandse meisjes en vrouwen waren na de bevrijding vooral Britse en Canadese soldaten in trek, die onder meer voorzagen in kauwgom, chocola en nylonkousen. ‘Trees heeft een Canadees / O, wat is dat kindje in d’r sas / Trees heeft een Canadees / Samen in de jeep en dan vol gas.’ Het refrein van dit liedje heeft in sommige gevallen tot een duurzame verbintenis geleid.

Er waren nog meer oorlogsbruiden. Minder bekend is dat vier- à vijfduizend Russische vrouwen tijdens en na de oorlog met Nederlanders zijn getrouwd. Het gaat om zogeheten Ostarbeiterinnen die na de Duitse inval in de Sovjet-Unie als werkkrachten voor de Duitse oorlogsindustrie werden gerekruteerd. Volgens de rassenleer van de nazi’s ging het om Untermenschen en bolsjewisten, die bij miljoenen werden vermoord, krijgsgevangen gemaakt, doodgehongerd en als slaven gebruikt in concentratiekampen. Daarnaast werden in veroverd gebied vrouwen, mannen en ook kinderen geworven of gedwongen om het tekort aan arbeidskrachten in nazi-Duitsland aan te zuiveren.

Aanvankelijk spiegelde de propaganda hun een aangenaam leven zonder honger voor, later moest elk dorp en elke stad een vastgesteld quotum Ostarbeiter leveren, en uiteindelijk werden die op straat opgepakt en op goederentreinen naar Duitsland gezet. Daar werden ze, met een vignet ost op hun kleding, onder beroerde omstandigheden tewerkgesteld en ondergebracht in kampen, afgezonderd van andere Fremdarbeiter uit West-Europa. Toch kwam het er tot contacten tussen Nederlandse mannen – in het kader van de Arbeitseinsatz tewerkgesteld – en Ostarbeiterinnen. De Nederlanders hadden een milder regime en meer voedsel, wat de relaties ten goede kwam. Na de bevrijding reisden de vrouwen hun geliefden achterna naar Nederland. Snel trouwen leek geboden, dan konden ze niet meer zomaar het land worden uitgezet. In de eerste maanden na de oorlog waren Russische repatriëringsofficieren in Nederland actief die de vrouwen wilden overhalen om naar de Sovjet-Unie terug te keren. Vanaf augustus 1945 kregen de vrouwen meer zekerheid, maar al snel veranderde Rusland van geallieerde bondgenoot in communistische vijand, waardoor de Russische vrouwen hier met wantrouwen werden bejegend. Ze praatten dan ook liever niet over hun herkomst. Terug naar de Sovjet-Unie konden ze sowieso niet meer, pas na de destalinisatie werd het weer mogelijk om hun Russische geboortegrond en familie op te zoeken.

Carolien Brugsma, die samen met Annegriet Wietsma de Andere tijden-aflevering ‘Oorlogsbruiden in Holland’ samenstelde: ‘Pas in de jaren tachtig ontstond er enige belangstelling voor het lot van deze vrouwen, maar al met al is er weinig over hen bekend. In de uitzending vertelt een aantal vrouwen, op één na allemaal in de negentig, over hoe ze het in Nederland hebben gerooid. Het zijn sterke vrouwen die veel hebben doorgemaakt en die door de loop van de geschiedenis en de liefde in Nederland zijn beland.’