Beeldend kunstenaar Joost Conijn toont in zijn film Good Evening to the People Living in the Camp de dagelijkse gang van gewone zaken in vluchtelingenkampen.

Nooit meer slapen

Dinsdag, NPO Radio 1, 0.00-0.200 uur

Kunstenaar Joost Conijn (46) wist in de winter van 2016 niet meer hoe hij zich moest verhouden tot wat hij via het nieuws tot zich kreeg betreffende de asielzoekersstroom. ‘Het is een vraagstuk dat met de hele wereld verbonden is, met oorlogen en politiek, en niemand lijkt antwoorden of oplossingen te hebben, het overvalt iedereen en loopt uit de hand, qua opvang en verscheurdheid. Toen dacht ik: ik ga er gewoon heen, eens kijken wie die mensen zijn.’ Hij stapte in de auto en reed eerst naar Calais en Dunkerque (of: Duinkerke), naar de illegale vluchtelingenkampen die inmiddels bekendstonden als ‘de jungle’. ‘Ik vond het interessant dat er een soort maatschappij was ontstaan in dat niemandsgebied, met straten, winkels en een economische structuur. Daarnaast waren er de belevenissen van al die reizigers. Ik ontmoette bijvoorbeeld een jongen uit Pakistan die zes maanden gelopen had, alleen omdat hij had gehoord dat hij hier kon studeren. En ’s nachts was er het kat-en-muisspel met de politie, wanneer mensen probeerden richting Engeland te vluchten; mateloos boeiend allemaal.’

Dat Conijn – die eerder met een zelfgebouwde houten auto richting Tsjernobyl reed (Hout auto, 2002), zijn buurkinderen filmde die in het westelijk havengebied van Amsterdam als jonge wilden leefden (Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa en Dzoel-kifl, 2004) en in een vliegtuig van eigen hand naar Kenia vloog (Piloot van goed en kwaad, 2012) – zich tot zo’n omgeving aangetrokken voelt, is geen verrassing.

Zelfredzaamheid, reislust en avontuur zijn (ook) de ingrediënten van zijn leven en werken, (maar dan) gepraktiseerd vanuit de vrijheid en mogelijkheden van een veilig bestaan in Nederland.

huttendorp

‘De eerste keer had ik geen camera bij me, maar ik keek mijn ogen uit. Zag dingen die ik nog niet in kranten, op tv of in kunst had gezien en dacht: ik ga filmen wat ze hier doen, zodat ook anderen er kennis van kunnen nemen. Want het dagelijks bestaan is iets heel anders dan zo’n incidenteel praatje van de pers, met het kamp op de achtergrond en een vluchteling met een zielig verhaaltje.’ De meeste kampbewoners die Conijn er trof, vooral jongens en mannen, hadden daar geen probleem mee toen ze kennis met hem maakten. Een enkeling wel, en die bleef dan buiten beeld. ‘Soms was het er gevaarlijk, ik ben bedreigd met een mes en heb van me af moeten slaan. Maar op een gegeven moment was ik er lang genoeg om door te hebben voor wie ik op moest letten.’

Good Evening to the People Living in the Camp is de drie kwartier durende weerslag van Conijns tijd in Frankrijk en Griekenland, want ook in dat land bezocht hij een vluchtelingenkamp, maar dan een officieel ingerichte. Daar was Conijn zelf illegaal, hij kroop er ’s middags door een gat in het hek naar binnen en ging ’s nachts weer naar buiten. Messentrekkerij, verkrachtingen, berovingen en overlast voor de buurt zijn geen onderdeel van zijn film; wel zien we spelende kinderen en herhaalde, basale handelingen als eten koken, haren knippen, vissen vangen, was ophangen. In het oog springend is de inventiviteit van de bewoners en zolang de zon schijnt, wekken de opnamen zo nu en dan de illusie van een soort zomerkamp op een rommelige camping of in een huttendorp. ‘Via het gewone is er eerder identificatie mogelijk dan wanneer het alleen maar gaat over ellende en armoede.’

'Soms werkt verbeelding sterker dan vertaling. Niet alles wat iemand zegt, is even boeiend.'

Joost Conijn

veerkracht

Zoals in eerdere films van Conijns hand blijft duiding achterwege, dus we weten niet precies waar we zijn en wie of wat we zien. ‘Dat hoeft ook niet, ik ben geen journalist. En ik wilde geen interviews maken waarin mensen vertellen hoe ze het hebben, dat worden over en weer al snel toneelstukjes.’ Waarom zijn de gesprekken maar af en toe ondertiteld? ‘Je moet gewoon kijken, dan weet je ook wat er gezegd wordt. Soms werkt verbeelding sterker dan een vertaling. Niet alles wat iemand zegt, is even boeiend. En ik vind het niet nodig om consequent te zijn: alles vertalen, of niets. Waarom zou dat moeten?’

Het resultaat van zijn onderzoek naar een andere blik is van februari tot en met mei te zien in Museum Boijmans Van Beuningen; aanleiding voor Nooit meer slapen om Conijn als gast te ontvangen. Overigens zocht verslaggever Mathijs Deen hem voor hetzelfde programma in mei 2016 ook al een keer op in Calais, voor een korte reportage over de veerkracht en vindingrijkheid ter plekke.
Conijn haalt een maquette tevoorschijn met zijn plan voor de inrichting van de Richard Serra-zaal waarin de museale vertoning zal plaatsvinden. ‘Ik ga een berg maken waarop je kunt zitten.’ Conijn hoopt ook op een tv-uitzending. ‘Dan kunnen meer mensen het zien, ik wil niet iets maken wat alleen in de wereld van de kunst wordt vertoond, ik houd ervan wanneer dingen door elkaar lopen.’

En nu? De kampen waar hij was, zijn opgedoekt, de film is af; wat heeft zijn veldwerk voor hem gedaan? ‘Mijn wereld is hierdoor enorm vergroot. Je kunt ergens wat van vinden, maar dan zoek je niet meer. En dat zoeken vind ik interessanter. Een standpunt is niet dynamisch, maar steeds opnieuw erachter proberen te komen hoe iets zit wel.’

Museum Boijmans Van Beuningen: Joost Conijn – Good Evening to the People Living in the Camp, 10 februari t/m 7 mei