Was jagen vroeger de gewoonste zaak van de wereld, tegenwoordig ligt de jacht zelf onder vuur. De documentaire Het Hut Syndicaat van Diego Gutiérrez volgt een aan de eeuwenoude traditie toegewijde groep jagers.

Ronald Timmermans heeft geen deurbel nodig. Tijdens de tocht over een goed verstopt paadje, door een smeedijzeren hek en onder een laaghangende vijgenboom heeft een Engelse Springer Spaniël het bezoek allang aangekondigd. Deze jachthond bij uitstek, in dit geval Roos geheten, vergezelt Timmermans sinds een aantal jaar in het veld. Timmermans: ‘Dit is mijn vierde of vijfde van deze soort, ze zijn klein, vriendelijk en handelbaar.’

Het geblaf blijft buiten, Timmermans gaat voor in zijn door hemzelf met smaak en zorg gerestaureerde huis. Dat blijkt een tijdmachine; ineens is het een eeuw eerder. Er knapt vuur in de houtkachel, een pannetje pruttelt op het gietijzeren fornuis, boeketten sieren als stillevens de zware tafel. En op een dag stond hier de van oorsprong Mexicaanse documentairemaker Diego Gutiérrez in de kamer, benieuwd naar Timmermans’ jachtleven. ‘Juist omdat hij niet uit Nederland komt, keek hij er anders tegenaan; hij had niet van tevoren al zijn woordje klaar. Daarom heb ik hem de vrije hand gegeven om ons te volgen. Iets wat zelden voorkomt, de jachtwereld is nogal terughoudend. Maar jagen hoort nu eenmaal bij onze maatschappij en er is veel over te doen, laten we dan ook tonen wat het precies behelst. Desondanks was ook bij ons niet iedereen van de camera gediend, dus diegenen bleven buiten beeld.’

Ronald Timmermans en zijn hond Roos

Perceel Acht

‘Ons’, dat zijn de leden van het hut-syndicaat. ‘Nou, dat is de titel die Diego Gutiérrez [zie kader] voor zijn film koos, maar onder elkaar hebben we een andere naam: Perceel Acht.’ Genoemd naar dat deel van de Wieringermeer dat Timmermans, zijn collega-jagers en hun voorgangers sinds decennia op verzoek van de boeren beheren. Timmermans haalt een boekje tevoorschijn om de historie van Perceel Acht te illustreren. Dit ‘Beknopt wildregister’ begint in 1957 en blijkt een nauwgezette administratie te bevatten: wanneer er waar van welke diersoorten hoeveel geschoten zijn. Van goudpluvieren tot houtsnippen (‘die vogels zijn sinds de jaren zestig uit de jachtwet verdwenen’), van hazen tot konijnen; het staat genoteerd. ‘Dat is belangrijke informatie, je moet weten hoe het veld zich ontwikkelt en daar zorgvuldig mee omgaan. Wanneer er een ziekte heeft geheerst, duurt het soms jaren voordat de stand is hersteld. En dat bepaalt hoeveel je ervan af kunt halen.’ 

'Hij presenteert zich als een principiële, gortdroge organisator terwijl je aan zijn werk ziet dat er een warmbloedige ontwerper achter zit'

Timmermans, geboren in 1950 in het Noord-Hollandse Driehuis, begon als scholier in zijn vrije tijd als hulpje van een jachtopziener. ‘Iedereen had een baantje, de een in de vis in IJmuiden, de ander in de conserven. Ik was graag buiten en hield van dieren, en kwam daarom in de duinen terecht. Afrasteringen herstellen, wild uit het veld dragen; ik heb daar alles opgestoken. Nu wordt er nogal moeilijk over de jacht gedaan, maar toen was het iets heel gewoons. Men leefde hier van de konijnen, fazanten en duiven. De jager fietste met de buit hangend over zijn stuur door het dorp. Dat zijn we niet meer gewend.’ 

Het hut-syndicaat ofwel Perceel Acht na de jacht

Hypocrisie

Dierenliefde en een jachtvergunning gaan goed samen? ‘Je hóórt er juist niet onverschillig tegenover te staan, de jacht is met veel ethiek en egards omgeven. Natuurlijk zijn er ook jagers die het liefst alleen maar schieten, maar dat heb ik niet. En ik kan er zelf ook ambivalent over zijn hoor, er is niks mooier dan zo’n haas in vrijheid te zien. En ik respecteer het als iemand vegetariër is. Maar ik ben ervan overtuigd dat jagen in Nederland noodzakelijk is, want er zijn diersoorten die veel schade aanrichten. Aan gewassen bijvoorbeeld.’

Los daarvan: voor al het vlees dat we eten moeten dieren gedood worden. ‘Maar men wil dat niet weten, er is veel hypocrisie. Bij de slager en zelfs poelier liggen alleen nog roze en rode lapjes onder een cellofaantje, totaal abstract.’ Anders dan in onder andere Spanje, waar het in de winkel wemelt van de poten, ingewanden, tongen en koppen. ‘Wat wij doen is heel zichtbaar en roept heftige reacties op. Want de werkelijkheid, daar kunnen veel mensen niet meer zo goed tegen.’ 

Regisseur Diego Gutiérrez

Ganzenhachee

Sinds een paar jaar is Timmermans jagermeester van Perceel Acht. In die hoedanigheid organiseert hij de jaarlijkse hazenjacht waarvan we in de 2Doc Het Hut Syndicaat getuige zijn. Behalve dat is hij grafisch ontwerper, gastronoom, en Bloemendaler van het Jaar. En hij maakt culinaire boeken, zoals het kloeke werk WILD, het beste scharrelvlees komt van de JAGER. Dat verscheen in 2013 en is zowel een persoonlijke ode aan de jacht als een naslagwerk en kookboek. Van fazantenragout en hazenbloedworst tot ganzenhachee en duivenbouillon: je leest hoe je het moet bereiden. Al dan niet van zelf geschoten en panklaar gemaakt haarwild of gevogelte. ‘Het is belangrijk om in alle opzichten respectvol met de “oogst” om te gaan. Of je nu in het veld staat of in de keuken.’ 

Nog even, dan kan het geweer opnieuw uit de kluis. Timmermans kijkt door het raam naar de bebladerde bomen. ‘Het jachtseizoen lijkt nu nog ver weg. Het weer moet er ook naar zijn: herfst, regen, kou, kale takken, natte sneeuw; ontbering vind ik bij het jagen essentieel. En daarna met z’n allen aan tafel of naar het café.’ De hond begint alvast te kwispelen.

Andere ogen

Het begon met een sinterklaascadeau. Regisseur Diego Gutiérrez (Mexico-Stad, 1966): ‘Van mijn Hollandse schoonvader kreeg ik het boek WILD, het beste scharrelvlees komt van de JAGER, geschreven door Ronald Timmermans. Ik woonde toen al een tijdje in Nederland, toch leek het me een mogelijke aanleiding om het leven hier beter te leren kennen. Want tot mijn verbazing hoorde ik Nederlanders vaak zeggen dat hier geen natuur is. Dat begreep ik niet, in mijn ogen zijn we er juist door omringd. Zelfs in de stad is water, in de grachten zwemmen eenden. Een Cubaan die op bezoek was, vroeg verbaasd: wordt daar dan niet op gejaagd? Voor hem was dat gewoon voedsel. 

Ik ben geboren en getogen in Mexico-Stad. Zelfs als je daar drie uur fietst, zie je nog steeds geen groen. Met de jacht had ik geen enkele ervaring, ik was wel al langer nieuwsgierig naar hoe het zou zijn om een dier te doden. Ik eet graag vlees en daar gaat nu eenmaal iets aan vooraf. Toen ik voor het eerst bij Ronald thuiskwam, raakte ik door hem gefascineerd. Hij heeft een interessante benadering van het leven. Ik mocht met hem mee naar zijn jachtkeet in de Wieringermeer; het intrigeerde me hoe hij en zijn collega-jagers zorg dragen voor een traditie die tegenwoordig omstreden is, maar ook nog altijd een functie heeft. Het was confronterend om met zo’n groep mannen op te trekken, ik ben daar altijd een beetje allergisch voor geweest, of het nu gaat om sport of iets anders.

Aan een paar bloederige scènes in Het Hut Syndicaat ontkom je niet; zonder dat mist er iets essentieels. Toch hoop ik dat ook mensen die denken tegen de jacht te zijn de film zullen zien. Want het is niet zo simpel: hazen worden geschoten om onder andere de kooloogst te redden, dus ook als vegetariër heb je ermee te maken. Wat is of betekent natuur in Nederland precies en hoe ga je er in zo’n georganiseerde omgeving mee om?’

2Doc: Het Hut Syndicaat
Woensdag, NPO 2, 22.55-0.30 uur