De expositie Let’s Fly Away! biedt een fraai beeld van de hoge verwachtingen, glamour en onbegrensde mogelijkheden die in de vorige eeuw met luchtreizen gepaard gingen.

‘Mies ging samen met haar man naar New York om Karel Appel te interviewen en fotograaf Sem Presser ging met hen mee. Kijk, dit is toch een geweldige foto? Onbegrijpelijk dat daar nog nooit iets mee gedaan is,’ zegt Patricia Pince van der Aa van het Maria Austria Instituut (MAI) terwijl ze een foto omhooghoudt. Mies is natuurlijk Mies Bouwman en de gesoigneerde jonge presentatrice in een vliegtuigstoel is slechts een van de vele foto’s waaruit Pince van der Aa kan kiezen voor de expositie Let’s Fly Away!

Dat doet ze samen met stewardess en erfgoedspecialist Cecile Ogink en stagiair Joes Hamelink. Een megaklus. Niet alleen omdat er uit een enorme hoeveelheid materiaal geput kan worden, maar vooral omdat niet alles in het 250.000 beelddragers en documenten beslaande KLM Fotohistorisch Archief even goed ontsloten is.

De honderdjarige luchtvaartmaatschappij heeft die in 2002 overgedragen aan het MAI, dat het werk van veel Nederlandse topfotografen beheert. Als enige bedrijfscollectie is het KLM-erfgoed hier weliswaar een vreemde eend in de bijt, maar alles is wel mooi onder de pannen en in goede handen.

Luchtreizen was voor weinigen weggelegd, het waren vooral hoogwaardigheidsbekleders, artiesten en sporters die vlogen

Af en toe pakt Pince van der Aa deze vrijdagmiddag, twee maanden voor de opening van de expositie, een foto van tafel om de VPRO Gids een indruk te geven van wat er te verwachten valt. 

De KLM maakte al snel en op grote schaal gebruik van fotografie. Met name voor het vastleggen van onderdelen, machines en vliegtoestellen voor de technische dienst. Daarvan is niets te zien op de expositie want die richt zich niet op techniek, maar op de luchtreizigers. Dat zijn de passagiers, bemanning en andere levende have. 

Bijen

Wat opvalt aan veel foto’s is de trots die samenhangt met het de lucht in gaan. Alleen al het boarden droeg de belofte van droomreis in zich, ongeacht de bestemming. Vliegschaamte bestond nog lang niet en er waren meer first flyers dan frequent flyers. Daarnaast was luchtreizen maar voor weinigen weggelegd en waren het vooral hoogwaardigheidsbekleders, artiesten en sporters die vlogen. Gewone Nederlanders die de lucht in gingen, zag je niet snel terug. Emigreren doe je tenslotte voor een langere periode.

Vanzelfsprekend gaat het bij een fototentoonstelling om de kwaliteit van het beeld. Toch zijn de verhalen achter de foto’s zeker net zo interessant. Zo blijken de eerste dieren aan boord bijen te zijn geweest. Die haalden de krant omdat tijdens een vlucht van Amsterdam naar Londen een van de bijenkorven stuk ging en duizenden bijen zelf rondjes gingen vliegen.

Vervoer bijen met Convair 240, 1949

Een zwervende Rubens uit Oostenrijk is geen passagier, maar zo’n doek krijgt aan boord zeker zo veel aandacht als gasten in de businessclass. Dat kostbare doek was na de Tweede Wereldoorlog dakloos geworden, omdat het Kunsthistorisch Museum in Wenen in puin lag. Samen met andere topstukken maakte het doek een reis langs Europese musea, waar ze werden opgevangen en opgehangen. Rubens on tour. 

Dat je nu net zo dicht bij het toestel met het Nederlands vrouwenvoetbalteam kunt komen als in de jaren dertig bij de Nederlandse zwemploeg is onbestaanbaar. Die staat klaar voor vertrek naar een toernooi in Denemarken en het valt op dat de raampjes van hun kist ook open kunnen. Dat moet ongelooflijk tochten onderweg en wellicht dat topzwemster Puck Oversloot (1914-2009), ooit een van de snelste zwemmers ter wereld, daarom zo’n fraaie shawl draagt. Brokkenpiloten die met gipsvluchten worden gerepatrieerd of andere malheur ontbreekt op Let’s Fly Away! Het moet wel leuk blijven.