Dat in 1947 Nederlandse militairen In het Indonesische dorp Rawagede een massamoord pleegden, werd tientallen jaren ontkend en verdoezeld. De eerste aflevering van een nieuwe reeks Medialogica gaat over de beeldvorming rond Rawagede.

Wanneer Soekarno in 1945 de Republiek Indonesië uitroept, wenst Nederland nog geen afstand te doen van 'ons Indië'. Het probeert de nationalistische opstand in zijn kolonie neer te slaan, onder meer via twee 'politionele acties', waarbij na vier jaar in totaal honderdduizend Indonesiërs en zesduizend Nederlandse militairen zijn omgekomen. Berucht is het bloedbad van Rawagede, op West-Java ten oosten van Jakarta, waar op 9 december 1947 minstens honderd bewoners door Nederlandse militairen zonder vorm van proces worden geëxecuteerd en bijna alle mannelijke dorpelingen worden gedood. 431 in getal, vermeldt de gedenksteen op de begraafplaats in Rawagede, maar het zou nog een eeuwigheid duren voor Nederland kennis wilde nemen van de feiten en de regering aansprakelijk werd gesteld voor de gevolgen van het bloedbad. 

‘Bij het optreden van Nederland in Indonesië raken de gemoederen behoorlijk verhit’
Jacco Versluis
Er zou zich een verzetsstrijder hebben schuilgehouden in het dorp, waarop het door Nederlandse militairen onder commando van majoor Fons Wijnen werd omsingeld met de opdracht korte metten te maken. Defensie maakt nadien melding van een 'noodzakelijke zuiveringsactie', in de Nederlandse pers is sprake van 'opruimingswerk' waarbij zo'n 150 'terroristen' waren gedood. De Verenigde Naties stellen ter plekke een onderzoek in en brengen een maand later een rapport uit met als conclusie dat het Nederlandse optreden in Rawagede 'deliberate and ruthless' was, opzettelijk en meedogenloos. De Sovjet-Russische VN-afgevaardigde Andrej Gromyko sprak van hitleriaanse gruweldaden.

Stilzwijgen

Niettemin wordt het rapport door de Nederlandse regering in de doofpot gestopt, de daders worden niet vervolgd. Wijnen was een verzetsheld die in de Tweede Wereldoorlog Joden en geallieerde piloten het leven had gered. In 1942 was hij Nederland ontvlucht om met de Prinses Irene Brigade deel te kunnen nemen aan de bevrijding van Nederland. Hij schopt het daarna tot luitenant-kolonel en werd Officier in de Orde van Oranje-Nassau, als dank voor zijn inzet voor 'het wapen infanterie'.
Pas eind jaren zestig ­wordt het stilzwijgen over het gewelddadige militaire optreden in Indonesië publiekelijk doorbroken. Tot dan had geen enkele historicus of journalist zich met Rawagede beziggehouden, laat staan ter plekke onderzoek verricht. In 1968 pakt Indië-veteraan Joop Hueting, die al in de jaren vijftig diverse kranten vergeefs – ze durfden niet – had benaderd, in de Volkskrant en in actualiteitenrubriek Achter het nieuws uit over zijn ervaringen en spreekt van oorlogsmisdaden.
Er ontstaat ophef, en in de Tweede Kamer vraagt Joop den Uyl om een parlementaire enquête. Het wordt een archiefonderzoek onder leiding van Cees Fasseur, toen nog ambtenaar op Justitie, volgens afspraak binnen vier maanden resulterend in de zogeheten Excessennota, waarin aan Rawagede welgeteld twaalf regels worden gewijd; er zouden ongeveer twintig Indonesische gevangenen standrechtelijk zijn geëxecuteerd en 150 Indonesiërs omgekomen. Nadere informatie ontbreekt – of is achtergehouden. De kwalificatie 'excessen' suggereert dat het toegepaste geweld incidenteel en uitzonderlijk is, en niet structureel, door de legerleiding opgedragen en toegestaan. Vervolgonderzoek wordt door de regering niet nodig geacht.

Aansprakelijkheid

De documentaire De excessen van Rawagedeh van Alfred Edelstein en Karin van Coeverden, in 1995 uitgezonden door de nieuwe commerciële omroep RTL 4 omdat de publieke omroepen er volgens Edelstein niet aan wilden, vormt een nieuwe stap in het trage proces van opheldering en bewustwording. Voor het eerst in vijftig jaar hadden Nederlandse journalisten zich ter plekke op de hoogte gesteld, volgens Edelstein warm onthaald door de bewoners van Rawagede die zich niet beklaagden noch compensatie verlangden. Het Openbaar Ministerie onderzoekt daarop de zaak maar besluit Wijnen, dan 83, en de zijnen niet te vervolgen, en historisch onderzoek naar de toedracht en het aantal slachtoffers blijft opnieuw uit.
Op aandringen van Jeffry Pondaag, die als zestienjarige uit Indonesië naar Nederland kwam, wordt in 2008 een rechtszaak aangespannen tegen de Nederlandse Staat namens een tiental overlevenden van de executies in Rawagede. De landsadvocaat laat de nabestaanden weten dat van schadevergoeding geen sprake kan zijn omdat de kwestie verjaard is, en Nederland eerder al 850.000 gulden ontwikkelingshulp voor Rawagede had uitgetrokken. Maar in 2011 oordeelt de rechtbank dat Nederland wél aansprakelijk is, waarna negen weduwen 20.000 euro schadevergoeding krijgen toegezegd en de Nederlandse ambassadeur in Rawagede excuses aanbiedt.
De Nederlandse regering verwelkomt vervolgens nader historisch onderzoek maar wil dit niet financieren, en dat het extreme geweld excessief is geweest maar niet structureel, blijft het officiële standpunt. Dat dit onhoudbaar is, toont de Nederlands-Zwitserse historicus Rémy Limpach aan in zijn boek De brandende kampongs van generaal Spoor. Er is in Indonesië op grote schaal gemarteld en gemoord, het gaat om oorlogsmisdaden. Eindelijk wordt eind 2016 alsnog besloten tot een afdoende gefinancierd onafhankelijk historisch onderzoek, uit te voeren door het Niod, KITLV en NIMH in samenwerking met Indonesië.
Wel zijn er niet minder dan vijf verschillende ministeries bij betrokken zodat politieke beïnvloeding niet valt uit te sluiten. In Indonesië ligt het onderzoek doen naar de onafhankelijkheid nog veel gevoeliger; aan de officiële versie van een nationalistische bevrijdingsstrijd valt niet te tornen. Nederlandse onderzoekers krijgen er sowieso geen toegang tot de legerarchieven.

Gemoederen

'Rawagede – Hoe manage je de beeldvorming rondom een massamoord', heet de eerste aflevering van een nieuwe reeks Medialogica, gemaakt door Jacco Versluis en Maud van de Reijt. Daarin wordt onderzocht welk beeld de regering door de jaren heen rond de executies heeft geschapen en welke lezing journalisten, activisten en wetenschappers daar tegenoverstellen. Ook de houding van de Indonesische regering komt aan bod.
Maud van de Reijt: ‘Ik ben afgestudeerd op hoe Nederland met z’n oorlogsverleden 1940-’45 omgaat en ook sterk geïnteresseerd in onze koloniale geschiedenis. Nadat Rémy Limpach zijn boek publiceerde ben ik het onderzoek gaan volgen. Ons beeld van de geschiedenis vond ik iets voor Medialogica, want daarin gaat het steeds om het beeld en de werkelijkheid.’
Jacco Versluis: ‘Nederland is nogal bezig met z’n identiteit, op basis van de kijk op het verleden. Het gaat over de Gouden Eeuw, de slavernij, Zwarte Piet. Het ligt gevoelig, en bij het onderwerp Rawagede en het optreden van Nederland in Indonesië raken de gemoederen behoorlijk verhit.’
Van de Reijt: ‘We maken uit publicaties en allerlei reacties op dat het lopende onderzoek onder druk staat, er zitten natuurlijk ook politieke aspecten aan, maar het wordt uitgevoerd door drie onafhankelijke instituten.’ 
Versluis: ‘De regering heeft dit onderzoek gefinancierd. Of het echt onafhankelijk is weet je pas als het resultaat op tafel ligt. Maar over de onderzoeksopzet moet natuurlijk wel eerst overeenstemming worden bereikt. Er is overleg vooraf geweest met ambtenaren van verschillende ministeries die hun wensen kenbaar hebben gemaakt. Daardoor is meer nadruk komen te liggen op de Bersiap, de golf van geweld in Indonesië kort na de Tweede Wereldoorlog waarvan veel Nederlanders het slachtoffer werden.’
Van de Reijt: ‘Wij proberen uit te zoeken of en hoe in Nederland en Indonesië is geprobeerd het onderzoek te sturen.’
Versluis: ‘In elk geval staan het Niod en het KITLV duidelijk op afstand van de overheid. Het NIMH is weliswaar een onderdeel van Defensie, maar heeft in het verleden van de politiek de ruimte gekregen om helemaal onafhankelijk te opereren. Dat blijkt ook wel uit hun kritische publicaties. Het blijft intussen een subtiel spel. Er zijn wensen geuit door de ministeries, en de onderzoekers zullen hebben gezegd: dat nemen we mee in ons onafhankelijke onderzoek.’

Medialogica

Na 'Rawagede – Hoe manage je de beeldvorming rondom een massamoord' (zondag 17 november) volgen nog drie afleveringen van Medialogica.
Aflevering 2: Handboek voor haatzaaiers (24 november)
Hoe geraffineerde strategieën op sociale media onze samenleving polariseren en wie daar belang bij hebben.
Aflevering 3: Den Dolder (1 december)
Sinds de moord op Anne Faber ligt de forensisch psychiatrische kliniek in Den Dolder onder een vergrootglas.
Aflevering 4: De strijd om het beeld in het abortusdebat (8 december)
Het debat in Nederland rondom abortus leek geruime tijd gedoofd maar laaide dit jaar weer op.
Woensdag 21 november gaat op NPO 2 Onze jongens op Java van start, een vierluik van Coen Verbraak over Nederlandse KNIL-militairen in Indonesië. Zie p. 82 in deze gids.
Medialogica
NPO 2, zondag 21.15-22.00 uur