Het thema van Kinderboekenweek 2019 is 'Reis mee!' Nu is elk goed kinderboek per definitie een levenslang voertuig voor fantasie en levensgeluk. Zoals Tom Tippelaar van Jan Marinus Verburg en Annie M.G. Schmidt uit 1977. De VPRO Gids ging op pad met de maker van de prenten. Eerste deel van een tweeluik over kinderboeken.

Op twee OV-fietsen rijden we deze zomerdag door het hoge noorden van Groningen. Wind in de rug, Jan Marinus Verburg (1949) draagt in zijn ransel potloodstomp en leporello. De meterslange, als harmonica opgevouwen papieren sliert loopt langzaamaan vol met zijn schetsen. Van schapen, kerkjes, passanten en het weidse land. En ook ik draag tekeningen van Verburg met mij mee, maar dan hele andere, hele oude. 

Eind 1977 kwam een schoolvriendje aanrennen met Tom Tippelaar. Zo'n platenboek hadden we nog nooit gezien, zoiets had vast niemand ooit gezien! Een hardcover van kolossaal formaat, waardoor je heerlijk diep kon wegduiken in de wonderbaarlijke zoekprenten rond Tom, een jongetje met flaporen. Op de eerste bladzijde huilt Tom op zijn kamer. Voor hem ligt een krabbel van een pesterig poppetje met enorme oren. Door iemand op zijn rug geprikt, hij is er nietsvermoedend mee van school naar huis gelopen. Om Tom heen verdwaalt je blik als vanzelf tussen de eindeloze details in warme ecolinekleuren. 

Elke houtnerf in de tafel, iedere bloem op het behang, elke vezel van het tapijt doet mee. Aan de muur hangen ingelijste portretten van een haas, een vleermuis, een Afrikaanse olifant, een ezel en een fuut; allemaal beesten met grote oren. En een oorwurm. Alles ademt stil kinderverdriet, maar het avontuur dient zich aan. Door de halfopen deur kijk je een zondagse voorkamer binnen en vandaar naar buiten. Waar de postbode net het tuinhekje opent. Met een brief voor Tom van oom Hazewijn, eerste minister op het eiland Neus. Daar zitten ze in grote, geheimzinnige moeilijkheden. De hulp van Tom is dringend nodig. Of hij meteen wil komen, bijgesloten een kaart van Neuseiland voor de Hollandse kust.

Hallucinant

Het boek past maar net onder mijn snelbinders, waterdicht verpakt in een plastic tasje tegen de korte maar straffe Groningse buien die je al van ver ziet aankomen. We praten over veel, behalve over Tom Tippelaar. 'O ja, dat spook uit mijn verleden,' lachte Verburg al van tevoren. Dus ik wil mijn vragen doseren en intussen nagaan hoe hij om zich heen kijkt. Want wie zo kan kijken en tekenen, die maakt er een hele nieuwe wereld bij. Die daardoor ook in mij terecht is gekomen. Net zoals de werelden van Carl Hollander (door Spaghetti van Menetti) en Peter Vos (door De Pozzebokken) in mij zijn gekropen.

'Dit was míjn belevingswereld, een soort coming of age, maar dan gegoten in een stripfiguurtje met grote oren'

En iedereen die dit leest, heeft vast eigen voorbeelden paraat. Maar het was moeilijk om Verburg zelf op te sporen, een bescheiden en innemende man die het liefst werkt in anonimiteit. Want al schreef Annie M.G. Schmidt speciaal op maat de teksten bij zijn hallucinante tekeningen, al won hij er het Gouden Penseel mee en al signeerde hij overal in het land stapels Tom Tippelaars; door al die lof en roem voelde hij zich vooral opgelaten. Daar is hij na veertig jaar wel overheen, hij kijkt nu met trots terug op die tijd.

Op de volgende plaat staat Tom Tippelaar liftend langs de weg met het bordje 'Neuseiland'. Een bonte zomerfile hobbelt voorbij, met joelende kinderen, een melkauto en varkenstransport, een leunstoel en schemerlamp die recht op een imperiaal staan, een legertank en de Oude Schicht met Heer Bommel en Tom Poes. Op het asfalt ligt een platgereden kikker, de darmen eruit geperst. Verderop een condoom en een verfrommeld pakje Caballero. De wolken zijn pareidolia van een vlinder, een kerel op een vogel, een naakte vrouw met grote borsten. Daaronder de contouren van een stadje aan de rivier, dat is Zutphen, waar Verburg deels opgroeide.

Jan Marinus Verburg bekijkt de Japanse Tom Tippelaar

Openbaring

'Ik kom uit een artikel 31-gezin, streng vrijgemaakt gereformeerd,' vertelt hij terwijl we de fietsen parkeren voor het voormalig hervormde kerkje van Warfhuizen. Daarin zit nu een heuse kluizenarij, die van Onze Lieve Vrouwe van de Besloten Tuin. Bij het biechthokje drukken we op de bel voor kluizenaar Hugo. Om ons heen is alles roomse pracht en praal, maar Verburg ziet meteen dat het een knap getimmerd decor is en dat daarachter nog steeds een sober godshuis schuilt.

'Onze eigen kerk was heel kaal, zonder versieringen. Terwijl ik hier erg van houd, van dit uitbundige, dit volle. Ik had eigenlijk katholiek willen zijn. Toch kennen gereformeerden ook dat barokke. Dat zit in de woorden, het is verweven in hun taalgebruik.' Door die rijkdom kon de jonge Jan zijn talent thuis oefenen op Bijbelteksten, hij tekende blijmoedig de naakte, kermende mensen uit de eindtijdprofetieën van de Openbaring van Johannes: 'En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God.'

'Ik werd gek van dat kinderachtige figuurtje Tom'

Zijn vertrek in 1968 naar de kunstacademie in Enschede was een ander soort openbaring. Al helemaal omdat de kersverse directeur Joop Hardy net op dat moment een anarchistische revolutie ontketende. 'Zijn initiatief, niet van ons. Wij volgden vooral, en het ging allemaal heel snel. In de eerste weken moest ik nog heel schools vier keer per dag presentielijsten aanvinken, een paar maanden later was dat helemaal voorbij en moest ik mezelf modeltekenen leren.'

De kennismaking met oude en nieuwe meesters kon beginnen, van Lucas Cranach tot Saul Steinberg en Hans Holbein tot Alan Aldridge. Zo raakte Jan onherroepelijk verloren voor de vrijgemaakten. 'Ik moest nog voor de kerkenraad verschijnen, maar het heeft niet geholpen.' We wachten in de bankjes nog even op kluizenaar Hugo, maar die geeft niet thuis en we fietsen verder. 

Wandeltocht

Tom Tippelaar krijgt inmiddels een lift van een waanzinnig paars vehikel, op de grille staat Brontocar. Het is iets tussen een draak, auto en hellehond in, dat ding is duidelijk niet pluis. Toch stapt Tom zonder aarzelen in. Doe nou niet! Maar goed. Binnen wacht hem een nachtclubachtig sfeertje, compleet met gecapitonneerde wanden en een ober in pandjesjas, een wc-pot zonder privacy en een podium met de zeskoppige Bob Bronto Band, waarin je meteen Bob Dylan en The Band herkent. 

Naast Tom staat een kooi waarin een huilend draakje zit opgesloten. Zijn verdriet is duidelijk acuut als je naar de wanden kijkt, waar de koppen van opgezette soortgenoten prijken. En pal naast de kooi doet een piepklein dood draakje dienst als boekensteun. Vanaf nu is ook Tom gevangen en hij moet alle zeilen bijzetten om zichzelf en het huilende draakje te redden. Straks hoort hij dat ze zijn oren willen afsnijden en het draakje onthoofden. Is het vanaf dit punt eigenlijk nog wel een kinderboek? 

'Oh nee hoor!' Dit moet ik nu toch begrijpen. 'Dit is nooit voor kinderen gemaakt. Dit was míjn belevingswereld, een soort coming of age, maar dan gegoten in een stripfiguurtje met grote oren. Het idee kwam tijdens een eenzame wandeltocht van de zuidkust van Engeland naar het uiterste noorden. Ik had een superstrip voor ogen, werkte een maand aan elke prent en wist nooit wat de volgende zou zijn. Er zit drie jaar tussen de eerste en laatste tekening.' Uitgeverij Querido wist ervan en volgde het proces op de voet, want Verburg ontwierp ook covers voor hun Salamanderpockets. 'En steeds zeiden ze: doorgaan!

Alleen de piemels en borsten waren een probleem, die maakten het boek bijna onverkoopbaar in het buitenland

We kunnen je niks garanderen maar het is zo goed, ga ermee door! Ik had er ook een verhaaltje bij gemaakt, maar dat was onbenullig. Dus is Annie M.G. Schmidt gevraagd of ze daarmee haar eigen ding wilde doen.' Voor een kennismaking mocht Verburg langskomen in haar villa te Berkel en Rodenrijs, op echte audiëntie bij de culturele royalty van Nederland. 'Daar brandde de open haard, haar man trok dure flessen wijn open en ik was nerveus, had niet de juiste kleding aan en voelde me zo ontzettend uit de klei getrokken. Tot een echt gesprek en brainstorm is het niet gekomen.' 

Groepsportret

We peddelen Noordpolderzijl binnen, waar bruin café 't Zielhoes eenzaam op de eindeloze dijk staat geprikt tussen het platte Hogeland en de Wadden. Ik vertel dat Bob Dylan hier ook is geweest. Hij kwam uit het grote niets aanfietsen, net als wij, en bestelde een kop koffie aan de bar. Dat inspireert Verburg meteen tot een volgende schets. Hij pakt potlood en leporello en ik bel intussen met de zoon van Annie M.G. Schmidt. 

Jan Marinus Verburg tekent in zijn leporello, Groningen

Flip van Duijn herinnert zich Tom Tippelaar nog goed. 'Mijn moeder liet de tekeningen zien en was erg enthousiast, ze vond ze prachtig. En ze kon er wat mee, anders had ze zeker nee gezegd. Ze zag zichzelf niet als kunstenaar, eerder als handwerker. Die maakt bijvoorbeeld een tafel en dan moet je aan het blad schaven of er poten onder schroeven, iets waar vraag naar is. Nou, dat was hier het geval. Zelf vond ik zijn werk ook schitterend, vooral toen ik Kuifje en kapitein Haddock ontdekte. En natuurlijk die drie lullen en drie borsten.' 

O ja! Dat is wel een heel bijzondere prent in het boek, een groepsportret in de geest van de platenhoes van Sgt. Pepper's met allemaal fictieve en bestaande personen die Verburg inspireerden. Van Nils Holgersson en bloemengodin Flora door Botticelli tot zijn oma in klederdracht en Dracula-acteur Béla Lugosi. En daartussen staat dus ook een stevige kale man met drie piemels, die broederlijk naast elkaar bungelen. Met als pendant een drieborstige dame in netkousen. 

Tom en het draakje staan op de plek van de kijker, met de rug naar ons toe. Het hele ensemble kijkt hen vriendelijk aan, maar wil intussen evengoed hun kop en oren afhakken. Rechtsboven zie je de beul al klaarstaan met de bijl. Gelukkig kent Tom een toverspreuk die hij uitroept, terwijl ze het draakje onthoofden. 'De bijl suisde en kwam met een akelige klap neer,' schrijft Annie M.G. Schmidt. 'Tom deed zijn ogen open. Er was geen publiek. De zaal was leeg. De kop van het draakje lag in de mand, maar naast hem zat een lief meisje dat tegen hem lachte en zei: dank je Tom. Je hebt me gered.' Daarmee is het boek niet uit, het is nog een lange reis naar Neuseiland. Maar ik kan niet alles verklappen. Behalve dat grote oren veel nut hebben. 

Katalysator

Tom Tippelaar sloeg aan in Nederland. 'Dit was helemaal nieuw, er was nog niemand die zo tekende,' zegt oud-directeur Ary Langbroek van Querido door de telefoon. Alleen die piemels en borsten waren een probleem, die maakten het boek bijna onverkoopbaar in het buitenland. 'Op de jaarlijkse beurzen in Frankfurt en Bologna kon ik het nergens kwijt. Ze vonden Nederland reuzeprogressief, maar geen uitgever durfde het aan.' Verburg tekende zelfs nog een onderbroek en een drievoudige bh om het boek te kuisen voor de internationale markt.

Maar na een stevige discussie op kantoor verdwenen die van tafel, want zo'n concessie zou de authenticiteit kapotmaken. Bovendien zitten er nog meer piemels in het boek verborgen en je kunt niet bezig blijven. Uiteindelijk verscheen het toch in Japan, en in Groot-Brittannië en Canada onder de titel The Island of Nose. Maar in die preutse Angelsaksische wereld bleef het oppassen. Een Engelstalige blogger herinnert zich hoe haar stiefmoeder Tom Tippelaar in de vuilnisbak smeet vanwege de 'satanische' inhoud.

Vanaf 't Zielhoes fietsen we het binnenland weer in, richting Usquert. De leukste herinnering aan Tippelaar bewaart Verburg aan de expositie in Londen. Een chique galerie hing alle prenten uit het boek op. Voor de opening verscheen hij met twee vriendinnen in catsuit en de gedistingeerde Querido-directeur Reinold Kuipers in onberispelijk driedelig pak. Maar verder? 'Nee, ik werd gek van dat kinderachtige figuurtje Tom.' Blijkbaar had die zijn functie nu wel voltooid, als katalysator voor bevrijding uit het geloof en creatieve groei van de kunstenaar. Financieel legde Tom Tippelaar hem geen windeieren.

Een Engelstalige blogger herinnert zich hoe haar stiefmoeder Tom Tippelaar in de vuilnisbak smeet vanwege de 'satanische' inhoud

'Zo veel geld had ik nog nooit gehad!' Verburg reisde met een vriend naar Californië, trok daar een jaar rond, keerde terug en sloot zich aan bij Amsterdamse kunstenaarscollectieven als W139 en Aorta. Bijna iedere festivalbezoeker heeft zijn werk gezien, want hij schildert metershoge doeken voor de entree van evenementen als Lowlands en Rollende Keukens. Altijd anders, maar toch in kenmerkende stijl en ondertekend met 'JMV'. Maar er is ook veel werk dat maar weinigen kennen. Zijn atelier hangt vol schitterende grote portretten en allegorieën in Oost-Indische inkt, die ook weer tot de rand zijn gevuld met verwijzingen en details. En Verburg reist veel, met zijn leporello's als springlevende dagboeken waarvan thuis rijen op de plank staan.

Intussen blijf ik maar kijken naar de platen van Tom Tippelaar, zelfs na al die jaren. Zonet kwam een appje binnen van iemand die vraagt of ik de cactus al heb ontdekt. Daar staat piepklein 'poeptus' op gepriegeld. Dat wordt zoeken en turen. Een goed kinderboek gaat een leven lang mee, dat gun je iedereen. Het is tijd voor een herdruk.

Volgende week

Volgende week het relaas van Jörg Müller, tekenaar van De bulldozer schuift verder of de verandering van het landschap (1974).