Hugo Blom

Elf jaar geleden vertelde prinses Máxima ons: ‘De Nederlander bestaat niet.’ Ze zei ook iets over slechts één koekje bij de thee, wat zo mogelijk nog meer verontwaardiging wekte. Ze had trouwens wel gelijk, al was de eerste uitspraak vooral profetisch. Door Wilders werd die uitspraak afgedaan als ‘politiek-correcte prietpraat’, omdat hij nu eenmaal niet op verschillende soorten Nederlanders zit te wachten, maar daarna wel elf jaar lang enorm zijn best heeft gedaan Nederland in zo veel mogelijk verschillende Nederlandjes op te delen. Zelf woon ik al dertig jaar in het Nederlandje Utrecht. Het vermoedelijke stadsbestuur dat na de verkiezingen van 21 maart jl. gevormd zal worden door winnaar GroenLinks zal de nadruk willen leggen op duurzame en groene ontwikkeling, niet-vervuilende mobiliteit en oplossingen voor het dure huisvestingsprobleem. Het kieskompas dat ik invulde, verwees me overigens naar de partij Student & Starter, wat ik gezien mijn leeftijd dan wel weer vleiend vond. Woonde ik in Den Haag dan stond me o.l.v. winnaar Groep de Mos een bestuur te wachten dat als eerste programmapunt heeft staan: ‘Jihadisten moeten weg, allemaal!’ Op de voet gevolgd door: ‘Wie niet horen wil, moet maar voelen; méér blauw in de wijk.’ En: ‘Inzetten treiteraanpak; tuigdorpen voor daders extreme overlast.’ Het is maar hoe je het opschrijft. Toch woon ik liever in een stad waar bestuurders geen krachttermen of uitroeptekens nodig hebben bij het dienen van de burger, en al krijg ik in zowel Utrecht als Den Haag maar één koekje bij de thee, liever niet van eigen deeg.