Deze vier vrouwen zijn professioneel bezig met voetbal.

reclamevrouw

Rianne Zandstra (39) is Client Services Director en Partner van reclamebureau Woedend! Voor het WK in Brazilië werkte zij onder andere aan campagnes voor Kia en de NPO.
‘Het belangrijkste van een goede WK-reclame is dat je een unieke promotie laat zien. Veel merken willen natuurlijk graag aanwezig zijn bij het WK. Er zijn veel meer kijkers dan normaal en je kunt dus veel mensen bereiken. Maar ik raad bedrijven wel altijd aan om te bedenken of zij iets relevants kunnen toevoegen. De mediakosten zijn rond deze periode ook veel hoger, dus het is belangrijk om te kijken of wat je erin steekt, je er als merk ook weer uit kunt halen.
Er is zoveel oranje te zien dat je hier wel bovenuit moet kunnen schreeuwen. Hiervoor moet je echt jouw unique selling point naar voren halen. De NPO heeft bijvoorbeeld het voordeel dat hij veel grote nationale evenementen uitzendt, zoals het Eurovisie Songfestival en ook het WK. De merkbelofte ‘Wij zijn 1’ sluit hier heel goed bij aan, omdat in Nederland bij dit soort gebeurtenissen echt een gevoel van eenheid heerst.
Adverteren bij het WK betekent dat je goed moet kunnen anti­ciperen. Vaak heb je te maken met langer lopende campagnes, die compleet afhangen van hoe het toernooi verloopt. Komt Nederland in de finale, dan gebruik je het ene scenario. Vliegen we er in de eerste ronde al uit, dan heb je al een ander plan liggen. Dat wordt allemaal zorgvuldig van tevoren bedacht.’

diƫtist

Esther van Etten (41) is sportdiëtist bij FysioMed in Amsterdam, waar zij regelmatig met topvoetballers uit de Eredivisie werkt.
‘Ik werk samen met sporters aan hun voeding. Dat zijn recreatieve sporters, maar ook topsporters, zoals de jongens uit het Nederlands elftal.
Ik bekijk wat de sporter precies nodig heeft of wil bereiken. Als iemand moet afvallen, maak je natuurlijk een heel ander plan dan wanneer iemand juist moet aankomen. Vervolgens gaat de sporter zijn voeding bijhouden in een dagboek. Hoe goed dat gaat, ligt natuurlijk aan hoe gemotiveerd of druk de sporter zelf is. Bij profvoetballers ben ik allang blij als er drie volle dagen in hun eetdagboek staan. Zij hebben zo’n druk schema dat een volledige week je eten bijhouden lastig is. Veel profvoetballers draaien al een tijdje mee en weten precies wat ze moeten eten, wanneer en hoeveel. Dan probeer je toch een goede aanvulling te bieden. Bij jonge spelers is dat anders. Ik werkte ook op de jeugdafdeling van AZ. Daar merkte ik dat je die spelers echt nog kunt kneden en alles kunt leren.
Het ideale plaatje is natuurlijk dat elke speler precies weet wat hij op een dag nodig gaat hebben. In Brazilië let je natuurlijk sowieso heel goed op je vocht. Maar zit je bijvoorbeeld die dag op de bank of raak je geblesseerd, dan heb je minder nodig dan wanneer je 90 minuten speelt. Bij een club als AC Milan is dat heel goed geregeld. Alles wat een speler binnenkrijgt, wordt bij wijze van spreken tot op de gram afgewogen. Over de voeding van het Nederlands elftal op het WK maak ik me geen zorgen. De KNVB neemt een kok mee op reis.’

Cécile Koekkoek (41) is sinds 2010 hoofdredacteur van de Varagids. Regelmatig wijdt zij haar wekelijkse column aan een van haar favoriete sporten: voetbal.
‘Mijn liefde voor voetbal begon in 1985. Wim Kieft kreeg in de play-offs voor het WK ruzie met Franky Vercauteren. Kieft kreeg een rode kaart en moest al na vier minuten het veld verlaten. Het lijkt misschien gek, maar toen voelde ik voor het eerst een passie voor voetbal die ik niet eerder had gevoeld. Misschien was ik daarvoor gewoon nog te jong om voetbal echt te begrijpen.
Toen ik zestien was, kreeg ik verkering met een jongen die altijd naar wedstrijden van NAC ging. Elke twee weken gingen we naar een wedstrijd. Dat vriendje heb ik niet meer, maar ik ben nooit meer gestopt met het volgen van voetbal. Vroeger ging dat wel veel makkelijker. Op zondagavond keek je om zeven uur naar Studio Sport, om tien uur buitenlands voetbal en dan was je weer helemaal bij. Nu zijn er tig voetbalprogramma’s en heeft iedereen wel iets anders te zeggen.
Toen ik hoofdredacteur van de Varagids werd, besloot ik een sportcolumn te gaan schrijven in plaats van een standaard editorial. Sommige mensen vinden het leuk dat vrouwen ook iets over voetbal te zeggen hebben, maar je merkt toch dat veel mannen nog steeds iets hebben van “wat denkt die vrouw wel?” Ik denk dat vrouwen wel anders naar voetbal kijken. Mannen houden van analyseren en bespreken. Ze hebben een mening over de opstelling of over de trainer. Ik kijk veel meer naar voetbal als entertainment.
Voetbal is een metafoor voor het leven. Het staat voor onderlinge strijd en voor plezier. Er is verdriet, vreugde, liefde, vriendschap. Voetbal heeft alles. Denk daar maar eens aan, de volgende keer dat je naar een wedstrijd kijkt.’

Mandy van den Berg (23) is aanvoerder van het Nederlands vrouwenelftal. Ze merkt dat er steeds meer aandacht voor vrouwenvoetbal komt.
‘Mijn ouders deden allebei aan voetbal, dus ik ben al van jongs af aan op het veld te vinden. Het WK ga ik zeker volgen. Via de televisie dan, want ik ben zelf gewoon aan het spelen.
Er zijn in Nederland twee nationale voetbalteams, maar ik denk niet dat het eerlijk is om ze met elkaar te vergelijken. Bij tennis worden de mannen en vrouwen ook niet met elkaar vergeleken, dus waarom zou dat bij ons wel kunnen? Ik zou wel graag zien dat het vrouwenvoetbal net zo goed gevolgd wordt als het mannenvoetbal. Het is prachtig om te zien hoe het WK leeft in Nederland. Maar het vrouwenelftal heeft ook fantastische supporters en je merkt dat dit aantal alleen maar groeit.
Het idee dat voetbal alleen voor jongens is, vind ik achterhaald. Dat stadium zijn we allang gepasseerd. Het professioneel vrouwenvoetbal wordt alleen maar interessanter. Vorig jaar hebben we ons rechtstreeks weten te plaatsen voor het EK en de NOS zond onze wedstrijden live uit op televisie. Als meisjes dat zien, willen ze misschien ook gaan voetballen. In dat opzicht zijn wij het uithangbord.
Ik denk dat mensen uiteindelijk overtuigd raken dat voetbal ook een vrouwensport is door de prestaties die wij leveren. Het mooie is dat er al enorm veel mensen bij ons op de tribune zitten. Dat was een aantal jaren geleden wel anders. Zat er vroeger nog een stuk of honderd man op de tribune, nu komen duizenden mensen ons aanmoedigen bij een thuiswedstrijd. En dat kan alleen nog maar meer worden.’