Paramaribo pepers

Noni bezoekt tante Rita, die haar leert hoe je een lekkere Hindoestaanse maaltijd bereidt: roti en phulauri. De grootouders van tante Rita kwamen begin vorige eeuw als contractarbeiders uit India aan in Suriname. Haar grootvader kwam terecht op plantage Mariënburg. Phulauri is een gerecht dat speciaal bij Hindoestaanse huwelijken wordt gemaakt omdat het vegetarisch is. Je hebt er alleen wel een bijzonder ingrediënt voor nodig: gemalen gele erwten. Noni bezoekt een unieke kleine malerij in Paramaribo waar de erwten met een bijzonder apparaat met precies de juiste verfijning tot meel worden gemalen.

Met Tony Chang maakt Noni de geneeskrachtige soep met een kenmerkende zwarte kleur: blaka supu. Eerst bezoeken ze een van de beste Chinese supermarkten van Paramaribo, daarna een vleeshouwerij voor de zoetzure varkenspoot die ook op het menu staat. De vader van Tony liet een gezin achter in China en kwam met de boot in Suriname aan. Eenmaal in Suriname huwde hij een nieuwe vrouw, met wie hij ook kinderen kreeg. Hij liet zijn eerste gezin overkomen en de twee gezinnen hebben in harmonie met elkaar geleefd. Noni plukt in Tony's tuin kalamansi-mandarijntjes, een citrusvrucht die het gerecht zijn unieke zuurtje gaat geven.

Samen met tante Toemi bereidt Noni een heerlijke maaltijd van gele kokosrijst, aardappelsambal, kousenband en dawet. Tante Toemi kwam als baby met een van de laatste boten vol Javaanse contractarbeiders aan in Suriname. Als kind werkte ze op een plantage en later kreeg ze een groot gezin met veel kinderen en verdiende met haar kookkunsten wat geld. Noni gaat naar de kippenboerderij waar een kip direct voor haar wordt geslacht en geplukt, verser kan niet. In de keuken vouwt Toemi borden van bananenblad uit de tuin, want zo smaakt eten toch het lekkerst.

Noni verdiept zich in de creoolse keuken met tante Helen, een zus van Noni's vader. Ze maken kronto bana, groene bananensoep met kokosmelk, en bojo, een zoete cake van versgeraspte cassave. Voor de boodschappen neemt tante Helen Noni mee naar de markt van Paramaribo. De familie komt uit Moengo, een bedrijfsdorp dat is neergezet voor medewerkers van Suralco, een bedrijf dat bauxiet en aluminium delfde. De opa van Noni maakte hier carrière en werd staflid, waarmee hij een mooi leven opbouwde. Al zijn tien kinderen hebben kunnen studeren in Nederland. Maar Suralco heeft ook een keerzijde, want het bedrijf speelde een complexe rol in Suriname.