Zweven tussen hemel en hel. Dat is hoe het leven voor illegale vluchtelingen in Zuid-Europa eruitziet. Regisseur Morgan Knibbe reisde drie maanden af naar Griekenland en legde het vast in de documentaire 'Those who feel the fire burning'.

Fleur Verbeek

Vpro.nl sprak regisseur Morgan Knibbe en vroeg:

Je bent afgestudeerd aan de filmacademie. Waarom een documentaire over vluchtelingen?

'Ik wilde diepgang geven aan het vluchtelingenprobleem. In het eerste jaar van de filmacademie ging ik naar de Griekse havenstad Patras met een klasgenoot, daar maakten we op eigen initiatief een studentenfilm. Twee weken zaten we in een kamp, gebouwd door vluchtelingen. Het was een absurde situatie. Naast luxe appartementen zaten we met duizenden mensen, die in extreme armoede leefden. Die ervaring is me altijd bijgebleven, ik wilde daar verder mee.'

Dus ging je terug.
'Ik ging drie maanden naar Griekenland en ben nog een paar dagen in Italië geweest.'

Wie heeft het meeste indruk op je gemaakt?
'De Senegalese man, Diallo. Die heb ik op een gegeven moment ook geld gestuurd om een mensensmokkelaar te betalen. Hij zei dat een vrouw hem beschuldigde van seksuele mishandeling en dat hij de gevangenis in moest. Ik wilde dat absoluut voorkomen. Ik dacht: ''Die pleegt zelfmoord als hem dat overkomt.'' Hij zat op dat moment ook al drie jaar in een schimmelappartement in Griekenland. Dus toen heb ik ‘m geld gestuurd, maar ik weet niet wat er van het verhaal waar van was. Misschien heeft hij het wel naar z’n vrouw gestuurd.

Was het moeilijk om het vertrouwen van de vluchtelingen te winnen?
'De meesten heb ik gewoon op straat ontmoet. Zo zag ik op een gegeven moment mensen spullen uit containers halen. Ik ben hen gevolgd naar hun huis en heb daar gewoon aangeklopt. Ook heb ik een keer een voetbal gekocht en ben toen met vluchtelingen gaan voetballen. We spraken in gebarentaal en zo won ik vertrouwen. Op een gegeven moment nodigden ze me uit voor het eten en zo rolde ik erin.'

Die heftige verhalen, hoe ging je daar als filmmaker mee om?
'Als ik een film aan het maken ben, kom ik in een soort hyperconcentratie terecht en ben ik alleen nog maar bezig met hoe ik het verhaal zo goed mogelijk kan vertellen. Al hou ik in mijn achterhoofd natuurlijk wel constant dat ik met respect moet omgaan met de mensen die ik film. Ik heb ook nooit meteen mijn camera erbij gepakt.'

Heb je nog contact met de hoofdpersonen? Hoe gaat het nu met ze?
'De meesten hebben geen mobiel, dus daarbij is het vrijwel onmogelijk om in contact te blijven. Abraham uit Eritrea, die op zee zijn twee beste vrienden verloor, is het enige succesverhaal. Hij woont nu in Nederland. Ik ben superblij dat hij het gehaald heeft. Af en toe zie ik hem.'

Heeft je ervaring je mening over de vluchtelingenkwestie veranderd?
'Ik heb eigenlijk alleen maar meer begrip gekregen voor de mensen die oversteek maken en hun best doen een beter leven proberen op te bouwen. Wij zijn zo bevoorrecht. Iedereen in Nederland en Europa is in paniek over economische crises, maar dat stelt helemaal niets voor in vergelijking met de extreme armoede waar het grootste deel van de wereldbevolking in leeft. Ik vind de term ‘gelukzoeker’ ook geen verkeerde term. Het heeft een hele negatieve connotatie, maar het zijn gewoon mensen die op zoek zijn naar een gelukkiger bestaan.'

De openingsscene is nep, maar je plakt er wel het label 'documentaire' op de film. Waarom heb je voor die aanpak gekozen?
'Als mensen documentaires zien, denken ze dat ze naar de realiteit kijken. Ik wil dat ze daarover gaan nadenken. Op het moment dat je een camera op de grond legt - al leg je hem scheef zonder erover na te denken - ben je de waarheid al aan het manipuleren. Je legt slechts een fractie van de werkelijkheid vast. Zo zetten alle documentairemakers de waarheid naar hun hand. Dat is iets waar veel mensen niet bij stilstaan.'

De man die overlijdt zweeft als een geest verder door de film. Waarom heb je voor deze invalshoek gekozen?
'Ik wilde het verhaal vertellen op een hele filmische manier. Dat mensen echt meegesleurd worden in een ervaring. Dat ze emotioneel en fysiek betrokken worden in plaats dat ze droge kost krijgen over hoeveel mensen er dood zijn gegaan. Dat raakt kijkers gewoon niet.'

Wat moet de internationale gemeenschap doen aan dit probleem?
'Er stond laatst een artikel in Vrij Nederland en dat vond ik te gek. Philippe Legrain - een Franse politicoloog – betoogde dat alle grenzen open moeten. Er wordt heel veel geld geïnvesteerd in het bewaken van die grenzen, terwijl als ze openzetten de economie juist enorm kan stimuleren.'

Want deze situatie is onhoudbaar?
'Migranten blijven in steeds grotere aantallen komen en als reactie bewaken wij onze grenzen steeds strenger. Zo worden ze alleen maar gedwongen steeds riskantere routes te nemen en gaan ze dus vaker dood op zee. Mensensmokkelaars worden ondertussen slapend rijk. We kunnen hén wel aanpakken, maar dat bestrijdt meer een symptoom van het probleem dan de oorzaak. De oorzaak is dat er radeloze mensen zijn die leven met onzekerheid, geweld en armoede. Ze zien Europa als een vreedzame plek met veel mogelijkheden, maar mogen daar niet naar binnen. Politici weigeren te accepteren hoe simpel de oplossing is.'

Wat hoop je te bereiken als de VPRO-kijkers de film gaan kijken?
'Dat ze empathie voelen voor de mensen in de film. Dat ze zien dat het mensen zijn net als jij en ik. En zij evenveel recht hebben op geluk als wij. Er is een generatie van jonge mensen die zich afsluit van de oneindige stroom informatie over problemen in de wereld. Dat is deels misschien desinteresse, maar ook een afweermechanisme. Ik hoop dat zij weer een verbintenis krijgen met iets waarvan ze volgens mij veel te veel afstand hebben gekregen.'

Het is pikkedonker en stormachtig op zee. In een bootje vol vluchtelingen zet een oude man zich schrap als een enrome vloedgolf aan komt geraasd. Mensen schreeuwen, een kind jammert. Dan wordt alles zwart en hulpeloos kiepert hij overboord. Niet veel later verdrinkt hij.

Het is de schokkende eerste scene uit de documentaire Those who feel the fire burning. Maar hij is nep. Want de verdronken man ontwaakt en zweeft als een geest naar het vaste land van Europa. Daar aanschouwt hij in verbijstering de levens van hen die de boottocht wél hebben overleefd. En vanaf dit moment - terwijl we met de geest over de schouder meekijken - is alles echt. Ontsteld vraagt de schim zich af: 'Waar ben ik terechtgekomen? Is dit nu het paradijs?'

Want het is niet niks wat de kijker daarna voor zijn kiezen krijgt. Armoede, zelfkastijding, drugsgebruik, het is aan de orde van de dag in het leven van de illegale vluchteling. En die harde waarheid is precies waar regisseur Morgan Knibbe de kijker mee in het gezicht wil slaan. Want aan het eind van de film bestaat er geen twijfel meer: dit is een serieus probleem dat met de steeds maar groeiende stroom bootvluchtelingen meer een oplossing nodig heeft dan ooit.

Bekijk ook de filmbespreking op VPRO Cinema

2Doc: Those who feel the fire burning
dinsdag 28 juli, 22.45 uur, NPO 2

Abraham, een bootvluchteling uit Eritrea, woont nu in Nederland.