Wie São Paulo wil begrijpen moet naar de statistieken kijken. Het is de grootste stad op het zuidelijk halfrond, met ruim elf miljoen inwoners binnen de stadsgrenzen en twintig miljoen als de stedelijke agglomeratie wordt meegeteld. Slechts twee steden in de wereld tellen meer wolkenkrabbers. Het is een van de tien rijkste steden ter wereld. Wat betreft het aantal miljardairs neemt de stad wereldwijd de vijfde positie in. En was São Paulo een land dan zou het de 47-ste economie van de wereld zijn, groter dan bijvoorbeeld Koeweit of Egypte.
De snelle economische groei van Brazilië sinds het begin van de eeuw kan voor een belangrijk deel op het conto van São Paulo worden geschreven, en die groei heeft grote effecten op de stad. Niet alleen positieve, want de welvaartsstijging heeft ook een keerzijde. Files bijvoorbeeld. Een almaar groeiend deel van de bevolking kon zich voor het eerst een auto veroorloven. Weliswaar is die groei de afgelopen jaren tegelijk met de afzwakkende groei van de hele Braziliaanse economie teruggelopen, toch kwamen in São Paulo alleen al in 2014 per dag 509 auto’s bij, ofwel ruim 185.000 per jaar. Het aantal auto’s overstijgt inmiddels de 5,5 miljoen. Elke dag weer staat alles vast, ook al dankzij een voor die uitdijende megapool volstrekt ontoereikend openbaar vervoer: het metronetwerk bestaat uit een twaalftal lijntjes en is volkomen overbelast.