In aflevering 1 zie je onder meer Howard, een man die met een nasale stem en een altijd brede lach zakdoekjes verkoopt bij een druk kruispunt in Sevilla. Stef sprak hem langer dan in de uitzending te zien is. Hij blijkt behoorlijk ambitieus.

Hoe kun je zo de hele dag lachen, na alles wat je hebt meegemaakt?
‘Ik weet het niet.’ De lach verdwijnt even van zijn gezicht. ‘Na alles wat ik heb meegemaakt, ben ik nog in leven. En ik woon op een plek waar volgens mij 99 procent van de mensen me als een menselijk wezen beschouwt, ze behandelen me goed, en dat maakt me gelukkig.’

Was je ook zo gelukkig toen je hier aankwam?
'Nee, nee. Toen ik hier aankwam vanuit Liberia, was ik… nee, dat is niets om over te praten. Alles was triest. Want ik heb als kind alles moeten achterlaten, mijn land was in oorlog. Ik wist niet waar mijn toekomst was. Drie jaar heb ik in de woestijn gereisd, om van Liberia naar Spanje te komen. Ik stierf en stond weer op. Ik was verdwaald in de woestijn en ik had niets, geen geld, geen kleren. Ik was geïnfecteerd met malaria, ik was… het was verschrikkelijk. Toen ik in Sevilla aankwam, zat ik nog middenin de ellende. Maar zodra ik bij de stoplichten begon te werken, veranderde alles.’ Zijn stralende lach breekt weer door. ‘Ik zag mezelf weer lachen, mensen omhelzen, met mensen praten, alles. En nu ben ik het gewend, ik kan het niet doen zonder te lachen.’

Is het een werklach of een echte lach?
‘Het is een echte lach. Hij is nu deel van mij geworden.’

'Die lach overstemt alle pijn en ellende die ik heb doorstaan. Daar ben ik dankbaar voor.'

Voel je je intussen niet treurig van binnen?
‘Nee, ik denk dat het zo zit: ik heb dingen teruggekregen die ik kwijtgeraakt was. Ik heb nu een Spaanse familie - niet mijn echte familie – en een goede plek om te wonen. Ik heb goed te eten. Ik heb vrienden. ik ben aan een studie begonnen. Dat zijn allemaal veranderingen, en ik denk dat die de echte Howard naar boven hebben gebracht, de Howard die ik had kunnen zijn als er geen oorlog was geweest in Liberia.’

Spaanse mensen zien je graag lachen?
'Ja. Hahaha.'

Ze willen geen bedroefde Howard zien.
'Nee nee, als ik nu bedroefd ben, en ik loop hier vijf minuten bij de stoplichten, is meteen iedereen bedroefd. Maar als ik lach, lacht iedereen!'

En ze kopen ook meer?
'Ze kopen ook meer! Maar ik fake het niet. Dit is wie ik nu ben. Of ik nu werk of niet. Die lach overstemt alle pijn en ellende die ik heb doorstaan. Daar ben ik dankbaar voor. Ik wil altijd zo blijven. Ha ha ha ha!'

Lach je nu echt?
'Echt! Hahaha! Ik ben hier al 21 jaar. Als ik nep was, was ik al lang door de mand gevallen.'

Het zou ook heel vermoeiend zijn als het nep was.
‘Precies. Ze weten dat mijn lach echt is, en ze komen me altijd opzoeken. Soms vragen mensen me om naar hun feesten te komen. Trouwerijen bijvoorbeeld. Ze betalen me om in een mooi pak op hun feest te zijn en een paar uur te dansen, te lachen, grappen te maken en met iedereen op de foto te gaan. En ze brengen me soms nog thuis ook, hahaha! Zo doe ik dubbel zaken: zakdoekjes verkopen bij de stoplichten en die feestjes. Met kerst willen ze me ook altijd graag hebben als kerstman.’

Ik bewonder je positieve instelling.
‘Dank je. Ik denk dat het komt door, ik weet het niet. Als je in een samenleving komt die je positief ontvangt, moet je van je beste kant laten zien, vind ik. Een kwestie van geven en nemen. Ze geven me geluk en liefde, dat moet ik teruggeven. Ik heb geen geld, maar ik kan iedereen mijn lach geven.’

Ernstig: ‘Als kind ben ik erg beschadigd, door de natuur en door de toestand in mijn land, Liberia. Ik werd onderdrukt en gepijnigd. Nu probeer ik terug te krijgen wat God voor me in gedachten had bij mijn geboorte.’

Is je moeder ook zo positief ingesteld?
‘Ze is nog positiever dan ik, haha. Ze heeft haar Bijbel altijd bij zich. Ik heb mijn positieve instelling van haar. Maar ik was hem verloren. Hier heb ik hem teruggevonden. Hahaha!

Toen ik je een brief schreef, dacht ik dat je tegen Amerikaanse inmenging in Afrika zou zijn.
'We moeten er op een positieve manier mee omgaan. Ik ken de rol die Amerika speelt in de wereld. De oorlog in Liberia werd veroorzaakt door de Amerikanen. We verloren ongeveer ons halve land. Er kwam een regering onder leiding van iemand die nog maar een jongen was, een sergeant in het leger, die zette de politici af. Hij vond zichzelf de eigenaar van Liberia. En hij gaf 95 procent van de economie van het land in handen van de Amerikanen. Wij moesten leven van 5 procent van onze eigen natuurlijke hulpbronnen. Dat leidde tot een burgeroorlog. De burgeroorlog is veroorzaakt door de Amerikaanse regering.’

Zou Liberia beter af geweest zijn zonder Amerika?
'Hmmmm… dat is de vraag. De tijd van mijn vader en grootvader zou beter zijn geweest. Maar je kunt het niet terugdraaien. Er waren Amerikanen, en Amerikanen kochten Liberia. Afstammelingen van Amerikaanse slaven, ja. Die kwamen niet zelf terug, die werden teruggebracht. Ze waren niet meer nodig, door de industrialisatie. De hombres libri, de vrije mensen. Vandaar de naam Liberia.'

Dus Liberia is gesticht door Amerikanen? En de oorlog is ook veroorzaakt door Amerikanen?
Ja, en al die tijd hebben ze alles gedomineerd. Politiek, economisch, sociaal, alles. Maar toen het kind volwassen werd en zelf zijn koers wilde bepalen, zeiden de Amerikanen: nee, dat gaat niet door. Dus dat werd oorlog, hahaha! We raakten bijna alles kwijt. Nu ben ik hier, als zakdoekjesverkoper. Veel andere Liberianen zijn ook alles kwijtgeraakt. We zitten nog steeds diep in de armoede. Het gaat niet goed, nog niet. Maar er is ook een andere kant. De oorlog was een eye-opener voor de Liberiaanse jongeren, vrouwen en mannen. Ze weten dat hun land maar klein is. Ze kunnen zichzelf verdedigen, maar ze kunnen niet zonder Amerika. Dat hebben ze gewoon nodig om de economie te laten draaien, om wapens te leveren, enzovoort. Zonder Amerika zou het land er nog slechter aan toe zijn dan nu. Het hele continent heeft ze nodig.'

'Het probleem in Liberia ligt nu meer bij de mensen zelf. De regering wil dingen goed regelen, maar de mensen laten zich niet veranderen. De oorlog heeft gezorgd dat iedereen gericht is op overleving, op snel resultaat. Door te stelen, door oplichting, ontvoering, allerlei immorele dingen. Dat kun je ze niet kwalijk nemen, maar het zit vooruitgang wel in de weg, en ik vrees dat dan nog lang zo zal blijven.'

En hoe lang zullen we je nog zakdoekjes zien verkopen bij de stoplichten?
'Ik denk dat ik hier nog wel een tijdje moet blijven. Ik ben nu begonnen met studeren aan de universiteit. Rechten, want ik wil advocaat worden. Op een dag hoop ik mensenrechten te kunnen verdedigen en overheden aan te pakken die ze schenden. En misschien kan ik in het parlement komen. Om een voorbeeld te zijn. Iedereen zal begrijpen dat het niet eenvoudig voor mij is om advocaat te worden. Ik wil laten zien dat het toch mogelijk is.'

Hoe lang moet je nog studeren?
'Ik denk drie à vier jaar om af te studeren, en daarna moet ik beslissen of ik de advocatuur in wil gaan, of de politiek in, of kijken of ik een opleiding tot rechter kan volgen. Dat zijn de opties waarover ik nadenk. Wat me tegenstaat aan de politiek is dat je dan afhankelijk bent van de politieke partij waar je bijhoort. Zo’n partij is vaak corrupt. Als rechter ben je niet te corrumperen. Ik wil mijn capaciteiten inzetten om de samenleving te verbeteren. Ik kan niet de hele wereld verbeteren, ook niet mijn hele land, maar als ik honderd, of vijfhonderd, mensen kan veranderen, dan is dat genoeg. Dat kan een olievlekwerking hebben. En dan krijgen we een samenleving waar liefde en respect opbloeien, en waar mensen ijverig en eerlijk zijn. Voor ik sterf wil ik de wereld een beetje veranderd hebben. Hahaha!'

Ik hoop dat je snel advocaat wordt, en ik wens je het beste.
'Hahaha, dank je.'

En bedankt voor je mooie brief.
'Aah, de jouwe was nog mooier. Dank je wel. Heel erg bedankt!'