De podcast van Maartje en Peggy nadert de ontknoping. Het slavernijverleden van haar familie is zover mogelijk gereconstrueerd, maar er blijven losse eindjes. Ondertussen staat de wereld in brand na de moord op George Floyd en zijn er ook in Nederland overal antiracisme demonstraties. Volkskrant-columniste Sheila Sitalsing luistert en becommentarieert de laatste aflevering van De plantage onze voorouders. Wat nu, hoe moeten we als maatschappij verder?

Sitalsing zit doorgaans bovenop de actualiteit; om de dag fileert ze die vlijmscherp op pagina 2 van de Volkskrant in een column die ze deelt met Bert Wagendorp. Nu even niet, ze is zes weken ‘dicht’ en houdt vakantie. Zodoende heeft ze voor ons tijd gemaakt om alle zeven voorgaande afleveringen van De plantage van onze voorouders te luisteren, alvorens we samen het laatste deel zullen luisteren bij haar aan de keukentafel in Delft. Ze wil alvast één ding kwijt: ze is fan geworden van Maartjes moeder. ‘Wanneer je deze podcast als scenario zou schrijven, schrijf je zo’n figuur als Maartjes moeder er dramaturgisch in’, lacht ze, ‘Ze vertegenwoordig namelijk alle weerstand die je in de gesprekken over slavernij en racisme tegenkomt, maar dan op een heel vriendelijke en geestige manier.’

schuld

Voor wie Maartjes moeder nog niet kent: Albertine Duin-Van Lynden is barones. Van adel dus, uit een familie die landgoederen bezit, waar op familiedagen deftig kreeftensoep wordt genuttigd. Ze is een vrouw met een goed hart. Een hart dat ze op haar tong draagt want ze is nogal een flapuit en bezit de kwaliteit om onbedoeld de knuppel in het hoenderhok te gooien. In het begin van de podcastserie vindt ze de hele onderneming van haar dochter, die het slavernijverleden van haar geprivilegieerde familie wil onderzoeken, onzin. 'Wat heeft die slavernij met mij te maken, ik was er niet bij, ik kan er ook niets aan doen”, is haar standpunt. Sitalsing snapt dat wel. ‘Je merkt in het huidige gesprek dat mensen veel op zichzelf betrekken. Maar in het geval van het slavernijverleden vraag je niet om individuele, maar om institutionele verantwoordelijkheid. Het is niet mijn schuld dat de slavernij heeft plaatsgevonden. Maar het heeft wel onder het oog van de Nederlandse regering en de Amsterdamse gemeenteraad plaatsgevonden. Vaak denk je wanneer Maartjes moeder er iets uit flapt: die vrouw heeft gelijk vanuit haar wereldbeeld waarin haar klasse altijd vanzelfsprekend de bovenliggende partij was. Tegelijkertijd hoor je haar in de afleveringen schuiven qua standpunt. Haar ogen worden geopend voor wat er om haar heen gebeurt. Dat is mooi.’

Maartjes moeder Albertine Duin - van Lynden

radicaal

Sitalsing ziet datzelfde sentiment at large in Nederland en dat doet haar deugd. Zelf kwam Sitalsing, geboren in Suriname, op haar zeventiende naar Nederland. Ze begint over Zwarte Piet, die stond volgens haar als symbool aan de wieg van het antiracisme discours. Sitalsings partner, een donkere, Surinaams-Creoolse man, woont sinds 1989 in Nederland en heeft altijd een hekel gehad aan Zwarte Piet omdat hij er vaak voor werd uitgemaakt. ‘Toch droeg hij en bijna niemand van onze generatie openbaar verzet daartegen uit in de jaren negentig’, herinnert Sitalsing zich.

‘De laatste jaren is dat verschoven. Het begon met Jerry Afriyie en Quinsy Gario, onderdeel van een nieuwe assertieve generatie, vaak geboren in Nederland, die hun plek in de samenleving opeisen. In Suriname en Curaçao, waar ik ben opgegroeid, word je autoritairder opgevoed. Voorzichtig, geen grote mond, niet te veel lawaai maken. Maar de nieuwe generatie activisten is geworteld in het Nederlandse mondige systeem. Toch waren ze nog heel mild, eigenlijk zeiden ze alleen maar: stop met Zwarte Piet. Ik vond de reacties van witte Nederlanders daarop ongekend buitengewoon agressief. Echt niet normaal hoe bizar gewone mensen reageren als je voorzichtig oppert dat Piet met een roetveeg niet zo’n gek idee is. Maar inmiddels zegt zelfs Rutte begrip te hebben voor de mensen die zeggen dat zwarte Piet eigenlijk niet meer kan. Dat is, of de woorden van de premier nu wel of niet waarachtig zijn, toch progressie en biedt weer ruimte, ook voor schoolbesturen die nu kunnen zeggen: “maar zelfs de premier vindt dat we misschien af moeten van zwarte Piet.” De Black Live Matters-demonstraties verliepen tot nu toe vriendelijk en geweldloos. Hoe het verder gaat, weten we niet. Het kan radicaler worden, maar ook radicalisme heeft een functie. Dingen veranderen niet vanzelf. Dat ik nu als vrouw kan werken, is omdat vrouwen in de jaren zestig hun beha’s verbrandden. Toen werd er ook gezegd: “waarom moet dit zo radicaal?” Maar het was nodig.’

Quinsy Gario, 'onderdeel van een nieuwe assertieve generatie'

smeltkroes

Tot zover de woorden vooraf, we starten de aflevering. Peggy Bouva, een van de nazaten van de tot slaaf gemaakten op de plantage waar Maartjes familie aandelen in had, heeft haar stamboom nog niet helemaal rond, er zijn nog wat losse eindjes. Ze heeft een buisje met speeksel naar een Amerikaans DNA-bedrijf gestuurd. De uitkomst is complex. Ze zou roots hebben in Congo en Nigeria. Maar, zo licht een deskundige toe, de groep slaven uit West-Afrika die naar Suriname is verscheept, is zeer divers; komt van allerlei plekken uit de regio en de regio zelf was al een smeltkroes. Er valt zodoende eigenlijk helemaal niet te zeggen dat Peggy’s lijn teruggaat naar Congo of Nigeria. Waarom het Amerikaanse DNA-bedrijf dit dan toch doet? ‘Omdat de klant dit wil horen’, zegt de deskundige. Sitalsing lacht onthutst: ‘Wat een oplichterij’, roept ze uit. ‘Die DNA-bedrijven spelen in op een romantisch verlangen van mensen die op zoek zijn naar hun identiteit. Maar de waarheid is dat sommige dingen op een gegeven moment niet meer zijn na te gaan.’

Wat verandert kennis over je stamboom aan hoe je in het leven staat?

Sheila Sitalsing

kamelenhoeder

Dat gezegd hebbende, rest ook de vraag wat je met eventuele informatie zou doen die wel op te duiken valt. Wat verandert kennis over je stamboom aan hoe je in het leven staat?, vraagt Sitalsing zich af. Wat verandert er voor Peggy wanneer ze erachter komt dat een voorouder van vaders kant directeur was van de plantage, in plaats van slaaf en dus slachtoffer van het systeem?

‘De meeste creolen in Suriname zijn van gemengde afkomst, weet Sitalsing. ‘De kans is groot dat je afstamt van mensen die eigenaar waren van slaven, en vaak ook dat er sprake was van een onvrijwillige seksuele relatie. In Suriname zijn mensen niet zo bezig met stamboomonderzoek, ze zijn bezig met overleven, hebben andere problemen aan hun hoofd. Stamboomonderzoek is interessant, maar het is ook een luxe. Het voegt bovendien weinig toe aan je kennis over hoe de systemen vroeger werkten, hoe de intermenselijke relaties waren en hoe de verantwoordelijkheden lagen. Dat weet je immers al. Mijn moeder is blank en Nederlands, van haar is de stamboom goed en ver na te gaan. Maar mijn vader komt van Hindoestaanse contractarbeiders, arme Indiërs die eind negentiende eeuw op de boot stapten en in Suriname een nieuwe naam kregen. De naam Sitalsing is een migratieverzinsel, die bestaat in India helemaal niet. Wat je dan ziet, is dat er veel mythevorming ontstaat. Bij ons in de familie werd verteld dat mijn grootvader een prins was en een kamelenhoeder die kamelenmelk dronk. Onzin natuurlijk, maar het levert mooie verhalen op. Het maakt mij verder niets uit, ik zit er niet door in een identiteitscrisis.’

Sheila Sitalsing luistert naar de achtste aflevering van de podcast De plantage van onze voorouders.

wereldburger

Peggy zoekt daarentegen naar iets fundamenteels met dat stamboomonderzoek, al wordt niet helemaal duidelijk wat. Ze voelt zich niet thuis in Nederland, zegt ze, wellicht de reden dat een identiteit buiten de Nederlandse lonkt. Maar als Sitalsing Peggy in de podcast hoort praten, vindt ze haar ‘heel Hollands’. ‘Nederlanders vullen een enorme ruimte’, legt Sitalsing uit, ‘ze zijn mondig, zelfverzekerd, rationeel, assertief en komen met veel aplomb binnen – dat geldt voor Peggy ook. Haar mondigheid en assertiviteit is heel Hollands. Ik heb een tijdje als EU-correspondent in Brussel gewoond, Belgen lijken veel meer op Surinamers. Die zijn voorzichtiger, zeggen niet alles wat ze denken. Ik denk eerlijk gezegd dat Peggy op een andere plek best heel ongelukkig zou kunnen zijn. Maar ze heeft een soort romantisch verlangen naar elders. De eerste generatie migranten romantiseerden het land van herkomst. Die hadden iets concreets om naar te verlangen want ze hadden dat land ook meegemaakt. De tweede generatie heeft dat verlangen via de verhalen van hun ouders meegekregen. Dat kan een wereldburger van je maken. Het kan je een streepje voor geven, dat je weet dat je meer bent dan een uit de klei getrokken Nederlander. Ik ben zelf toen mijn kinderen klein waren voor een sabbatical teruggegaan naar Suriname en ondervond daar hoe Nederlands ik was geworden. Peggy moet haar geluk beproeven, denk ik. Ze moet iets uitzoeken en dat gaat ze uiteindelijk in zichzelf vinden, niet in een stamboomonderzoek.’

Het is voor een zichzelf progressief noemend land als Nederland schandalig dat we nog geen vrouwelijke of gekleurde premier hebben gehad.

Sheila Sitalsing

rolmodellen

We luisteren verder. Peggy klaagt over wat er volgens haar mis is aan Nederland. Behalve dat ze het volk en de omgangsvormen koud en kil vindt, ziet ze zichzelf onvoldoende gerepresenteerd op hoger niveau hier, of het nu media of politiek is. Daarin heeft ze een punt, vindt Sitalsing. ‘Institutionele veranderingen gaan langzaam en moeizaam. Het duurt te lang. Het is voor een zichzelf progressief noemend land als Nederland schandalig dat we nog geen vrouwelijke of gekleurde premier hebben gehad. En wat de media betreft: vroeger geloofde ik nooit in rolmodellen, tot ik erachter kwam dat ik voor jonge Hindoestaanse meisjes gevraagd werd om hulp en advies, omdat zij mij als een rolmodel zien. Het is belangrijk.’

Ik wijs Sitalsing erop hoe theatermaakster Sheralynn Adriaansz, die een vorige aflevering van Maartjes podcast luisterde, vertelde hoe een donkere jongen auditie deed voor een dansopleiding met een niet-westerse dans en geen erkenning kreeg omdat de witte docenten wat hij opvoerde niet als goede kunst zagen. Op die manier blijft de wereld van de hoge kunst wit en stroomt er geen diversiteit binnen. Sitalsing, zelf een theaterliefhebber en -bezoekster ziet dat ook. ‘In de populaire muziek gaat het beter’, ziet ze. ‘In mijn jonge dagen werden Michael Jackson en Prince op MTV niet op courante tijden vertoond omdat ze zwart waren. Later zag je dezelfde zender verkleuren. Tegenwoordig is de Nederlandse hiphopwereld hartstikke zwart en populair. Maar de theaterwereld gaat te langzaam. Dat komt doordat “hoge cultuur’ een bastion van witte macht is en daardoor van witte smaak. Ik heb goede zwarte acteurs op toneel gezien. Maar voordat je ze bij Toneelgroep Amsterdam ziet, ben je jaren verder.’

offers

Wat te doen? Quota invoeren? Sitalsing betwijfelt of dit het beste middel is om diversiteit te bereiken. ‘Het is een paardenmiddel’, vindt ze, ‘maar misschien is het nu toch nodig. Toen ik bij de Volkskrant kwam werken, waren er twee collega’s van kleur. Nu is het veel diverser. Deze processen gaan niet zonder consequenties, het is niet pijnloos. Het betekent per definitie dat de oude garde plaats moet maken. En de nieuwe mensen zullen je op je fundamenten bevragen. Waarom doe jij je werk zoals je dat doet? Waarom gebruik je bepaalde woorden? Wie laat je wel en niet aan het woord? Vanuit wiens perspectief schrijf en spreek je? Tja. Het is fijn om redacteuren van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse komaf binnen te halen, maar als blijkt dat zij andere opvattingen hebben en oude machtsstructuren ter discussie stellen, is het toch even slikken. Tolerantie is leuk zolang het je geen offers kost.

In een volgende scène in de podcast is Maartje in Suriname en heeft ze een gesprek met Peggy’s oom. Het gaat over excuses voor het slavernijverleden en van wie dat moet komen: de regering of van individuen zoals Maartjes familie? Beiden, zegt de oom. Sitalsing schudt haar hoofd. ‘Natuurlijk hoeft een individu zich niet te verontschuldigen voor de slavernij’, is haar mening. ‘Het gaat om institutionele verantwoordelijkheid. Ik las laatst een boek van filosofe Susan Neiman, zij heeft veel geschreven over hoe Duitsland omgaat met het belaste naziverleden. Ik denk dat Nederland lessen kan trekken uit haar betoog. Het gaat Neiman om het actief levend houden van de belaste geschiedenis, door onderwijs, door musea en door monumenten te maken van plekken waar gruwelijkheden hebben plaatsgevonden. In die zin vind ik het goed dat Anton de Kom wordt opgenomen in de Nederlandse canon. Je verbreedt op die manier je geschiedenis en je verhaal. Wederom: institutioneel. Een minister van onderwijs moet zeggen: dit gaat deel uitmaken van het onderwijs. Nederland keek tot dusver liever weg. Dat is nu aan het veranderen, al is het langzaam.’

Het is niet fair om alle ongelijkheid op historische schuld te gooien; daarmee ontken je dat mensen ook individueel verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven.

Sheila Sitalsing

herstelbetalingen

In de aflevering gaat het nog een tijdje door over die excuses. Waarom is de Nederlandse regering er zo afhoudend over? Dat heeft alles met geld te maken. Als de overheid sorry zou zeggen, zou dat enorme juridische consequenties kunnen hebben. Families van tot slaaf gemaakten zouden om herstelbetalingen kunnen vragen. In de aflevering oppert iemand een bedrag van 65 miljard, dat zou de Nederlandse overheid aan Suriname verschuldigd zijn. Sitalsing schiet in de lach. ‘Absurde bedragen’, vindt ze. ‘En een onmogelijke exercitie. Een herstelbetaling is nooit rechtvaardig te berekenen. Wat neem je mee in de calculatie: de prijs van de grond, uitgesteld loon? En hoe ga je het geld verdelen? Peggy Bouva kan haar stamboom al niet eens achterhalen.’

De oplossing ligt volgens Sitalsing veel meer in een gedeeld verhaal, daar bouw je een nieuwe samenleving mee. En zorg dat de huidige instituties niet meer racistisch opereren. ‘Zorg ervoor dat de belastingdienst en de politie niet meer etnisch profileren’, zegt ze. ‘Pak verhuurders en uitzendbureaus aan die mensen met een bepaalde achternaam discrimineren en niet uitnodigen. Stamboomonderzoek en gesprekken over schuld en historische gronden zijn prima, maar wat voor invloed heeft dat op de huidige samenleving? Je moet zorgen dat je huidige systemen en instituten rechtvaardig zijn. Dat is een overheidstaak en daar ga je op de lange termijn meer aan hebben dan wanneer mensen als honden vechten om een pot met geld. Daarnaast is het ook niet fair om alle ongelijkheid op historische schuld te gooien. Daarmee ontken je dat mensen ook individueel verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven. Dat veel Surinamers nu in slechte omstandigheden leven is omdat de overheid daar niet functioneert. Dat heeft deels met het kolonialisme te maken, maar niet totaal. Het land is immers al 45 jaar onafhankelijk.’

baggerput

In de apotheose van Maartjes podcast komen de twee families die een slavernijverleden delen samen: Maartjes familie, de nazaten van de slavenhouders, en de familie van Peggy Bouva, nazaten van de tot slaaf gemaakten. Het vindt plaats in het museum Van Loon aan de Amsterdamse Keizersgracht. De ontmoeting verloopt soepel totdat Maartjes moeder het woord voert, het hart weer op de tong. ‘Moet je ons hier nu zien zitten’, zegt ze, hoorbaar geroerd. ‘Ik kom in mijn dagelijkse leven geen Surinaamse mensen tegen. Ik vind het hartstikke leuk om gesprekken te hebben met mensen die ik anders nooit tegenkom.’ En dan: ‘Laten we naar voren kijken en niet de hele tijd de baggerput opentrekken.’

Goedbedoeld, maar tumult breekt los bij de familie Bouva. Sitalsing ligt in een deuk. ‘Maartjes moeder zet iedere keer met een rare opmerking het conflict weer op scherp. De hele exercitie van deze podcast is bewustwording en dat begint bij het opentrekken van de baggerput. Je moet weten waarom je je systemen wilt veranderen. Iedereen moet van het doel doordrongen zijn, dat verandering voor ons allemaal noodzakelijk is. Het verhaal van de Holocaust wordt ook nog steeds verteld, zodat we weten waar bepaalde gedragingen en patronen toe leiden. Opdat dit niet nog een keer gebeurt. Dat geldt voor het slavernijverleden ook. Over de Jodenvervolging zeg je toch ook niet: dat willen we niet meer horen.’

De families Bouva en Van Lynden in de hal van Museum Van Loon

Dat een gesprek en wederzijds begrip mogelijk blijkt, is al revolutionair

Sheila Sitalsing

ongemakkelijke gesprekken

De families van Maartje en Peggy komen na sussende gesprekken gelukkig weer nader tot elkaar, na de ongelukkige formulering van Maartjes moeder. Maartje reflecteert later op die avond. Ze is blij met de toenadering die de podcast tot stand heeft gebracht, dat de twee families samen zijn gekomen en ongemakkelijke gesprekken hebben kunnen voeren. Maar stiekem hoopte ze op een grotere doorbraak. Sitalsing vindt het naïef om te denken dat na zo’n samenkomst alles meteen pais en vree is. ‘Dat een gesprek en wederzijds begrip mogelijk blijkt, is al revolutionair’, vindt ze. ‘Geschiedenis gaat over macht. Rijke en machtige mensen bepalen waar de geschiedenis over gaat. In het Rijksmuseum hangen de portretten van mensen met geld en macht, niet die van arme mensen. Dat de familie van Maartje nu ziet dat het raar is dat de geschiedenis van de familie Bouva tot nu toe niet gezien wordt, is al heel revolutionair en mooi.’