Wat is gender, wat is non-binair en wat betekenen de letters LHBTQIA+? En is het wel nodig om zo de nadruk te leggen op dat ene aspect van je identiteit? We bespreken het uitgebreid met schrijver en columnist Tobi Lakmaker (1994), die dit jaar debuteerde met haar autobiografische roman ‘De geschiedenis van mijn seksualiteit’.

Evelien de Vries

‘De term LHBTQIA+ vind ik heel zinvol, maar ook best ongemakkelijk. Het is misschien inmiddels voor de mensen die ‘gewoon gay zijn’ bijna overbodig geworden. Maar zij hebben een relatief geprivilegieerde positie om zoiets te kunnen denken. In de derde aflevering van De roze revolutie zat ook een interseksueel persoon; ik kan me voorstellen dat het dan heel waardevol is om in het rijtje te staan en op die manier meer erkend te worden. Soms wordt er een beetje lachwekkend gedaan over hoe lang de term inmiddels is en hoeveel verscheidenheid er is naast die heteronorm. Maar daardoor zie je ook hoe krom het eigenlijk is. Er zijn dus zoveel verschillende identiteiten die allemaal pas op de plaats moeten maken voor één norm. Hoe hebben ze dat geflikt, dat wij allemaal het onderspit hebben moeten delven?

In de aflevering ging het ook over de schade die ontstaat door in de kast te blijven zitten. Ik heb een beetje een hekel aan de metafoor ‘in de kast zitten’, maar ik vond het heel prikkelend dat er werd gezegd dat uit de kast komen het begin van een helingsproces is. Het is soms moeilijk om uit te leggen waar precies die pijn zit. Als je vijftig jaar teruggaat in de tijd kon je makkelijk aanwijzen dat er wetgeving was die bepaalde dingen verbood of dat er heel expliciet verbaal of fysiek geweld was. Nu zijn er subtielere manieren waarom ‘anders zijn’ schadelijk kan zijn voor je zelfbeeld. Er is deels een echte acceptatie, maar ook een deel schijnacceptatie. Het is lastiger om precies je vinger op de zere plek te leggen.’

over Tobi Lakmaker

Tobi (Sofie) Lakmaker is auteur en schrijft columns voor De Groene Amsterdammer en LINDA.meiden. Ze is geboren en getogen in Amsterdam, studeerde korte tijd Russich en literatuurwetenschappen en rondde in 2018 haar studie filosofie af aan de Universiteit van Amsterdam.

Volg Tobi via Instagram om niets te missen.

queer pizza

‘De term queer is een beetje aan inflatie onderhevig, maar ik vind het wel een fijne term. In de pizzeria waar ik werk noem ik zelfs bepaalde pizza’s queer. Welke dat zijn? Pizza’s die een beetje gekkig zijn. Bijvoorbeeld de pizza ‘Da noi’, een pizza met een soort oranje saus. Die wijkt af van de standaard rode tomatensaus en witte saus. Het is een soort minderheid onder de pizza’s. Wat ik prettig vind aan het woord queer is dat het een bepaalde vorm van ‘anders zijn’ benoemd, maar met een positieve connotatie. Het viert die ‘afwijking’ een beetje. ‘Flikkers’ en ‘potten’ zijn ook geuzennamen, die laatste krijg ik eerder naar m’n hoofd geslingerd. Maar daarbij overheerst vooral de negatieve connotatie. ‘Queer’ straalt niet alleen iets vrolijks, maar ook een soort kracht uit.’

‘Woorden als queer zijn prettig,
omdat het altijd de lading heeft gedekt bij mij’

‘Ook is het prettig dat de term queer zo allesomvattend is. Ik heb zelf een soort shift gemaakt, waarbij ik me eerst meer als gay/lesbisch identificeerde en nu meer als trans. Woorden als queer zijn dan prettig, omdat het altijd de lading heeft gedekt bij mij. Dan hoeft niet je hele identiteit weer op de schop als je iets opschuift in het rijtje van LHBTQIA+, maar kan je zeggen: “Ik was altijd al queer.”’

in het midden laten

‘In de proloog van mijn boek schreef ik: “Ik ben geen transgender, maar iemand die gewoon graag vrouwen penetreert.” Maar dat schreef ik al anderhalf jaar voordat ik de rest van het boek schreef. Ik snap wel waarom ik het daar zeg, maar op dit moment zeg ik wel: ik ben trans. Toen ik ooit opschreef van niet, dacht ik: ik wil niet weer een nieuwe term worden. Dan ontstaat er weer een nieuw soort kwetsbaarheid ontstaat. Wil niet altijd alles benoemen, maar volg me gewoon.

Zelfs bij de genderpoli van de VU nota bene is er weinig verdraagzaamheid om dingen in het midden te laten. Over een aantal weken heb ik een operatie om mijn borsten te laten verwijderen, maar ik heb meerdere keren aangegeven dat ik niet weet of ik hierna hormonen wil slikken. Maar dat associëren zij met twijfel. Terwijl ik denk: een heel groot deel van het leed van de mens komt voort uit dat we het niet wat meer toestaan om verward te zijn en te twijfelen. Wanneer er een huis gekocht wordt, zijn de meeste mensen ook niet in staat om dat in één klap in te richten.’

belastend traject

‘Je moet in Nederland door een heel strenge screening, wil je in aanmerking komen voor het traject om dingen aan je lichaam te kunnen veranderen. Ik vind dat heel kwalijk. Ten eerste: je staat dik twee jaar op een wachtlijst, wat ontzettend lang is. Voor iedereen is dat zwaar, maar al helemaal voor kinderen van een jaar of elf die nog net niet die secundaire geslachtskenmerken hebben en dat wel zien aankomen.’

‘Ik moest allemaal vragenlijsten invullen over of ik vroeger met lego of met poppen speelde’

‘Vervolgens krijg je een half jaar lang, wat ik ook absurd lang vind, afspraken die uit verschillende facetten bestaan. Bijvoorbeeld een psychologische test van drie uur moeten afleggen, waarbij je op honderd-en-een stoornissen wordt getest. Ik kan me voorstellen dat er misschien een heel klein gedeelte van deze mensen is die in een soort verwarde toestand denkt dit te willen, die wellicht toch meer begeleiding nodig hebben. Maar voor verreweg het overgrote deel is dit niet het geval en is dit lange traject heel belastend.

Ik moest bijvoorbeeld allemaal vragenlijsten invullen en beantwoorden of ik vroeger met lego of met poppen speelde. Mensen om me heen die hetzelfde traject al hadden doorlopen zeiden tegen me: “Speel het spel maar gewoon mee en zeg wat ze willen horen.” Je hebt natuurlijk al twee jaar op een wachtlijst gestaan en je wil zo snel mogelijk met de behandeling beginnen, maar op die manier houden we het wel met zijn allen in stand.’

krankzinnig heteronormatief

‘Ook kreeg ik geen groen licht voor mijn borstoperatie, omdat ik niet zeker wist welke voornaamwoorden ik in de toekomst wilde gebruiken. Ten eerste: het is je fokking zaak niet. Ten tweede: houd op dit te koppelen aan verwardheid of een soort onvermogen. Dat was voor mij de druppel. De psycholoog daar zei ook tegen me: “Het klopt dat wij er nog een beetje aan moeten wennen, dat mensen er soms tussenin zitten.” Dan denk ik: je had ook twintig jaar geleden kunnen beginnen met wennen. En ik vind dat voor zover de medische wereld eraan gewend is, ze er nog steeds starre opvattingen op na houden. Het wordt geserveerd als een hele stevige derde categorie: je bent man, vrouw óf je wordt genderneutraal. Probeer het nou gewoon een beetje los te laten.

Als je je borsten niet weg wil laten halen, maar juist groter wil maken, dan kan je overal terecht. Het is in een week geregeld. Waarom is het andersom dan zo ingewikkeld? Als je er langer over nadenkt, dan is het misschien omdat het weghalen van je borsten toch iets bevraagt of in twijfel trekt. Een borstvergroting is natuurlijk een soort bevestiging van de norm: een vrouw heeft borsten. En daar heb ik niets op tegen. Maar een borstverwijdering maakt mensen zenuwachtig: dat je op zo’n manier controle kan nemen over je lichaam. Het wordt op een bepaalde manier afgestraft dat je tegen het systeem ingaat. Waarom doen we er anders zo moeilijk over? Ik heb het er weleens met iemand uit België over gehad, en die zei: “Dat klinkt me inderdaad heel Nederlands in de oren.” Het is deels bureaucratisch en natuurlijk ook krankzinnig heteronormatief en binair gedacht.’

kracht en pijn

‘Ik voel me aan de ene kant trots over wie ik ben. En wat in deze aflevering wordt gezegd door Thorn Vineyard: anders zijn is ook een kracht. Daar ben ik het mee eens, maar het voelt ook hypocriet om te doen alsof ik er iedere dag de vruchten van pluk. Het is heel moeilijk. Je bent natuurlijk niet altijd aan het lijden of een slachtoffer, maar ik denk dat het er altijd allebei is. De kracht, maar ook de pijn. Ik vind het vervelend als mensen leed ontkennen uit een soort angst om alleen maar gereduceerd te worden tot dat leed. Ik heb een vriendin met twee jonge dochters en zij zei laatst: “Veel ouders willen hun kinderen behoeden van al het kwaad en willen dat ze een ongeschonden, gelukkig leven leiden. Terwijl, je kan iemand hooguit zo veerkrachtig mogelijk opvoeden, maar je kan niemand al het leed van de wereld besparen.”’

‘De jongens konden het niet handelen dat ze door een meisje waren ingemaakt, dus ik moest mijn broek uitdoen om het te bewijzen’

‘Toen ik zelf jong was waren gay vrouwen heel weinig zichtbaar, trans personen al helemaal niet. En nog steeds loopt het niet over van lesbiennes en trans personen in de media. Het is zo cruciaal dat iemand een keer positief bevestigd wat jij bent. Vroeger dacht iedereen altijd dat ik een jongen was. Ik was ook best wel goed in voetbal. De jongens waar ik tegen speelde konden de gedachte dat ze waren ingemaakt door een meisje blijkbaar niet handelen, dus ik moest mijn broek uitdoen om te bewijzen dat ik een meisje was. Anders geloofden ze het niet. Zelfs ouders langs het voetbalveld die scandeerden dat ik een jongen was en dat er werd valsgespeeld.’

een boemerang in je gezicht

‘Ik heb een aantal vervelende ervaringen gehad, maar los daarvan waren er gelukkig ook veel mensen die me wel namen voor wat ik was. Al was het wel fijn geweest als ik ook af en toe gehoord had dat ik goed was zoals ik was. Ik had weleens willen horen: “Jij klopt gewoon en het zijn die regeltjes waar iets aan gedaan moet worden.” Ik kan me niet herinneren dat iemand me dat ooit heeft meegegeven.’

‘De prijs die je betaalt om dingen voor jezelf te houden of weg te stoppen is altijd hoger’

‘Laurens Buijs (Sociaal wetenschapper aan de UvA) zei in de aflevering: “Alle jaren dat ik in de kast zat zijn heel schadelijk geweest voor mijn zelfbeeld.” Ik denk dat heel veel kinderen, en ook volwassenen, de afweging maken: ik houd het maar voor mezelf, uit een soort idee dat dat leed bespaart. Maar ik zou heel graag aan de jongere generatie mee willen geven dat de prijs die je betaalt om dingen voor jezelf te houden of weg te stoppen altijd hoger is. Ik zou die jonge persoon willen behoeden voor een aanpassing aan de norm, die je uiteindelijk als een boemerang in je gezicht terugkrijgt. Maar dat is honderd keer makkelijker gezegd dan gedaan.

Er is wel een contrast tussen dat ik in interviews wel redelijk makkelijk praat over dit onderwerp, maar dat tegelijkertijd privé soms lastiger vind. Ik ben nu van zij naar hij aan het gaan en aan het nadenken over het veranderen van mijn voornaam, maar dat heb ik nog steeds niet aan mijn vader durven te vertellen. En dat ik dat niet heb durven zeggen, durf ik nu dan wel weer tegen jou te zeggen.’

niet te bont maken

‘Er zijn best wat stappen nodig geweest om te komen waar ik nu sta. Toen ik een jaar of twintig was had ik nog lang, blond haar en droeg ik veel make-up. Pas toen ik erkende hoe slecht het met me ging en hoeveel last van angsten ik had, kon ik eerlijk naar mezelf kijken. Lange tijd dacht ik dat ik misschien wel een seksueel trauma verdrongen had. Ik had mezelf al helemaal in die hoek gestopt. Daarin zocht ik het antwoord op de vraag waarom ik niks had met jongens en seks en alles wat veel andere mensen wel leuk vonden.’

‘Zelfs als je plakband bestelt op bol.com moet je aangeven of je een man of vrouw bent’

‘In die periode vroeg ik mezelf voor het eerst af: misschien val ik wel gewoon op meisjes. Dat ben ik toen gaan onderzoeken en daarna ging het allemaal best rap en kreeg ik iets met een leuk meisje. Wel zag ik er toen zelf nog vrij meisjesachtig uit. Pas later voelde ik dat hoe ik eruitzag op de basisschool – heel androgyn – eigenlijk beter bij mij paste. Maar dat vond ik wel doodeng. Ook door het hele stigma wat er rond lesbiennes hangt. Ik dacht: men tolereert vast nog wel dat ik op vrouwen val, maar ik moet het niet te bont maken. Ik moet nog wel ergens binnen het hetero-normatieve plaatje passen. Toen ik de moeder van mijn eerste vriendinnetje ontmoette was het eerste wat ze tegen me zei: “Oh, ik dacht dat je lang haar zou hebben.” Dat zijn van die dingen die er wel inhakken. Je voelt dat meer mensen zo denken.

Een ‘X’ in mijn paspoort zou ik als statement wel heel tof vinden. Omdat ik denk: flikker überhaupt op met al die hokjes. Zelfs als je plakband besteld op bol.com moet je nog aangeven of je man of vrouw bent.’

definitief verloren

‘Vrouwen om mij heen die er vrouwelijk uitzien en op vrouwen vallen hebben weer een ander probleem. Namelijk dat er vaak maar half geloofd wordt dat ze echt gay zijn. De acceptatie ervan hangt daar ook mee samen. Op het moment dat je er jongensachtig uitziet ben je nog wat definitiever verloren voor de heteronorm. Bij mannen is het toch wat definitiever wanneer je zegt dat je op mannen valt.

Nadat ik er jongensachtiger uit ging zien dacht ik: in godsnaam, nou hebben we het allemaal wel een beetje achter de rug. Ik ging jongensachtiger gekleed, had korter haar en voelde me zeg maar op de fiets aardig mezelf. Maar wanneer ik eenmaal bloot met iemand in bed lag dacht ik: hier is echt iets totaal niet in de haak. Het heeft me een hele tijd gekost, maar uiteindelijk kwam ik toch bij het trans-onderwerp uit.’

‘Ik denk dat bijna niemand het punt van volledige zelfacceptatie bereikt’

cool en queer

‘Ik verbaas me erover dat er bij queer mensen altijd wordt gesproken over ‘een tocht afleggen’ wanneer het over zelfacceptatie gaat. Het is niet alsof cis (cisgender, mensen die zich prettig voelen bij het geslacht dat ze kregen bij geboorte, red.) heteromensen zichzelf wel per se helemaal omarmd hebben. Ik denk dat bijna niemand het punt van volledige zelfacceptatie bereikt. Er komt nooit een moment waarop we helemaal ‘af’ zijn en alles rond is. Dat wil ik mezelf ook meegeven: het is niet zo dat wanneer ik een borstoperatie heb gehad, ik plotsklaps helemaal oké met mezelf ben. Ik voel wel dat er ruimte is om meer oké met mezelf te kunnen zijn dan ik nu ben. Dat is iets wat deels door externe ingrepen kan komen, maar het moet vooral intern gebeuren.

Laatst ging ik op mijn oude middelbare school praten over mijn boek en dit thema. Toen zeiden ze daar: “Je kan wel uit de kast komen, maar je zal dan niet echt bij de populaire types horen.” Het zou geweldig zijn als we op een punt komen als maatschappij waarbij queerness niet meer haaks staat op sociale status. En vooral dat die acceptatie jonger begint. Dat je ook in de tweede klas al cool en queer kan zijn. Het zou heel vet zijn als een enorme dyke de populairste is op de hele school. Maar dat gaat allemaal hand in hand met zichtbaarheid en representatie. Die dyke kan nooit de populairste op school worden zonder dat er ooit een hele toffe lesbische chick in een film zit. Zo werkt het nou eenmaal.’