Al snel na het uitbreken van de oorlog blijkt dat het conflict niet het verfrissende robbertje knokken is dat men had verwacht. Men graaft zich in en begint een lange, langzame doodsstrijd waarbij men naar steeds nieuwere manieren zoekt om de tegenstander te vernietigen. Mak reist af naar Ieper, België, waar de littekens van de oorlog negentig jaar na dato nog steeds zichtbaar zijn.
De oorlog die met zoveel vreugde werd begroet zou voor de kerst gedaan zijn. Maar al snel ontaard het in een loopgravenoorlog: mensenlevens tellen niet. De aarde wordt door miljoenen granaten omgewoeld, terwijl de soldaten steeds weer naar voren worden gestuurd, telkens weer nieuwe wapens tegemoet: gifgas, vlammenwerpers, tanks.
Sommigen werden letterlijk gek van angst en het fenomeen shell shock deed zijn intrede. Soldaten die hierdoor niet meer durfden of konden, werden aanvankelijk nogal eens gefusilleerd. Meer dan 90 jaar later zijn er nog steeds kleinkinderen van gefusilleerden op zoek naar eerherstel van hun grootvaders.