Veel mensen verdienen tegenwoordig meer met het rendement op hun vermogen, dan met werk. Dat verziekt de maatschappij, schrijft Sander Schimmelpenninck in de vierde column bij zijn serie 'Sander en de Kloof'.

Wie aan mensen op straat vraagt hoe je rijk wordt, zal nog altijd te horen krijgen dat dat door hard werken is. Daarin ligt de gedachte van de Amerikaanse Droom besloten; iedereen kan het maken, door simpelweg hard te werken. Wie naar de realiteit kijkt, ziet echter dat dat die droom steeds minder te maken heeft met de werkelijkheid, ook in Nederland.

In de decennia na de Tweede Wereldoorlog werd het hoger onderwijs toegankelijk voor iedereen. Je kon goedkoop studeren en er was sprake van grote kansengelijkheid. Wie toen hard wilde werken, en natuurlijk ook een beetje talent had, kon rijk worden. Dankzij werk konden enorm veel mensen de sociale ladder beklimmen. Ze kregen een vast contract, kochten een huis en nestelden zich veilig in de middenklasse.

Eva Roefs

'Het probleem is dat wanneer geld harder werkt dan mensen, de rijken steeds rijker worden.'

Sander Schimmelpenninck

Die geijkte weg naar een beter leven staat echter onder druk. Dat komt doordat vaste contracten steeds schaarser worden en werken steeds minder loont. De belastingen op werk zijn hoog, en in veel banen loont het nauwelijks om méér of voltijd te werken. Bovendien stijgt de koopkracht al twee decennia nauwelijks, doordat de lonen de stijgende kosten nauwelijks bij kunnen houden.

Dat leidt ertoe dat mensen massaal alternatieve manier om geld te verdienen zoeken. Vastgoed, aandelen en cryptocurrencies; de belangstelling voor beleggen is geëxplodeerd door de hoge rendementen en de grote beschikbaarheid van goedkoop geld. Veel mensen verdienen tegenwoordig meer met het rendement op hun vermogen, dan met werk. En wie wil dat nu niet? Het probleem is echter dat wanneer geld harder werkt dan mensen, de rijken steeds rijker worden. Die hebben immers véél geld dat voor ze kan werken.

Eva Roefs

'Wie nu jaren verspilt met beleggen en vergeet te werken, zal bij de volgende crisis een enorme achterstand hebben op de arbeidsmarkt.'

Sander Schimmelpenninck

Maar belangrijker nog: beleggen blijft een extreem gevaarlijk spel. De huidige koersstijgingen zijn leuk, maar wat als de bubbel barst? Zeer vermogende mensen en professionele beleggers spreiden goed en hebben een lange termijn, die kunnen een crisis wel aan. Maar jongeren die hun studieschuld willen afbetalen met beleggingen niet. Wie nu jaren verspilt met beleggen en vergeet te werken, zal bij de volgende crisis niet alleen zijn portefeuille zien verdampen, maar ook een enorme achterstand hebben op de arbeidsmarkt, die dan weer belangrijk zal zijn.

Laten we bovendien niet de collectieve dimensie van werk vergeten. Werk betaalt niet alleen onze verzorgingsstaat, maar is ook onlosmakelijk verbonden met sociale mobiliteit. Hoe bepalender werk is voor iemands persoonlijke welvaart, des te groter de sociale mobiliteit, des te lager de ongelijkheid en des te gezonder de democratie. Wanneer vermogen belangrijker is dan werk voor ons inkomen, wordt de kloof groter en een klassenmaatschappij onvermijdelijk.

Eva Roefs

'Wanneer mensen steeds minder werken, en elkaar minder tegenkomen op de werkvloer, neemt de sociale cohesie af.'

Sander Schimmelpenninck

Werk is niet alleen dé manier om sociaal te stijgen, het is ook de plek waar maatschappelijk bewustzijn kan ontstaan, doordat je er meestal met allerlei soorten mensen in aanraking komt. De meeste bedrijven zijn net als scholen mini-maatschappijen; met laag- en hoogopgeleiden, mannen en vrouwen, en -als het goed is - allemaal met hetzelfde belang. Wanneer mensen steeds minder werken, en elkaar minder tegenkomen op de werkvloer, neemt de sociale cohesie af.

Werken is de motor van onze maatschappij en het smeermiddel voor sociale stijging. Een wereld waarin werken steeds minder belangrijk is klinkt aantrekkelijk, maar is in werkelijkheid een ramp voor de meeste mensen.