waarom een klimaatschadefonds geen klimaatrechtvaardigheid is – maar wat dan wel?

Met andere woorden: hoe boksen we een klimaatrechtvaardige wereld voor elkaar?

Tara Vierbergen, 8 december 2023

onrechtvaardig en dubieus

Klimaatrechtvaardigheid kun je eigenlijk het best uitleggen aan de hand van voorbeelden van klimaatonrechtvaardigheid. Dus, laten we eerst ’ns inzoomen op wat onrechtvaardigheden, en daarna schetsen hoe we een klimaatrechtvaardige wereld voor elkaar kunnen boksen. Komt-ie.

Onrechtvaardig: het mondiale Zuiden dat het hardst wordt getroffen door de klimaatcrisis, terwijl het er het minst aan heeft bijgedragen en ook nog ’ns de minste (financiële) middelen heeft zich goed tegen klimaatrampspoed te weren.

Onrechtvaardig: dat tijdens de belangrijkste klimaattop van het jaar, het vooral het mondiale Noorden is dat het woord voert en de knopen doorhakt. Wat niet genoeg gebeurt trouwens: tijdens COP27 in Egypte werden over prangende klimaatkwesties precies nul knopen doorgehakt. Dat kan te maken hebben met de 636 aanwezige fossiele lobbyisten die er in de wandelgangen naar hartenlust op los konden lobbyen. De fossiele industrie was daarmee beter vertegenwoordigd dan de tien landen die het zwaarst door klimaatverandering worden getroffen bij elkaar. En voor wie dacht dat 636 een flink aantal was: COP28 verleende een recordaantal van ten minste 2456 fossiele lobbyisten toegang tot de conferentie.

Niet per se onrechtvaardig, wel dubieus: COP28 die wordt gehost door de olierijke Verenigde Arabische Emiraten en waarvan de voorzitter niemand minder is dan de baas van staatsoliebedrijf ADNOC (Abu Dhabi National Oil Company), Sultan Ahmed al-Jaber. Met andere woorden: nooit eerder was de olie- en gasindustrie zo sterk aanwezig op een klimaatconferentie. 

Toch werd op de eerste dag van de VN-klimaatconferentie een bescheiden succes geboekt met een klimaatschadefonds, bedoeld voor landen die worden getroffen door de effecten van klimaatverandering. Er zit op het moment van schrijven 385 miljoen euro in de pot, en hoewel dat klinkt als een aardig bedrag, is het een schijntje van wat nodig is. Daar komt bij dat de constructie van het fonds rammelt: doneren is bijvoorbeeld vrijwillig, aan multinationals wordt helemaal geen bijdrage gevraagd, en het fonds wordt, in plaats van bij een onafhankelijke instantie, ondergebracht bij de Wereldbank – die vooral leningen verstrekt en geen giften.

Goed, ondanks wat serieuze kanttekeningen is zo’n fonds toch een stapje in de goede richting. Dat stapje werd echter al gauw overschaduwd door een uitgelekte video van een interview waarin Al-Jaber verklaart dat er geen wetenschap zou bestaan die uitwijst dat een uitfasering van fossiele brandstoffen nodig is om de opwarming tot 1,5 graad te beperken. Waaraan hij toevoegt: ‘Unless you want to take the world back into caves.’ Verderop in het interview beaamt hij wel dat het stoppen met fossiel uiteindelijk onvermijdelijk is.

Ziedaar de belangrijkste klimaattop van het jaar: 2456 fossiele lobbyisten, plus een olierijk land als host, plus een voorzitter die flirt met klimaatontkenning en COP28 zou willen gebruiken om nieuwe oliedeals met buitenlandse overheden te sluiten: het draagt allemaal bij aan de vrees dat de olie-industrie bezig is de jaarlijkse klimaattop van binnenuit te kapen en voor eigen hachje onschadelijk te maken, schrijft ook de Volkskrant.

Terwijl het tijdens de conferentie juíst zou moeten gaan over de belangen van de landen die het meest de dupe zijn van de klimaatcrisis. Tot nog toe worden die belangen ondergesneeuwd door de belangen van de fossiele industrie en het mondiale Noorden. En zo kan het bestaan dat arme en kwetsbare groepen in het mondiale Zuiden zélfs mogen opdraaien voor de kosten van de energietransitie van het Noorden. Denk aan de winning van grondstoffen als lithium in Chili en kobalt in Congo, nodig voor bijvoorbeeld de batterijen van elektrische auto’s en de opslag van duurzame energie. Met schrijnende mensenrechtenschendingen als gevolg. ‘De ondergeschikte positie van gemarginaliseerde landen en gemeenschappen bij COP is een direct gevolg van de koloniale geschiedenis en neokoloniale machtsverhoudingen,’ schrijft OneWorld daarover.

een krachtig instrument

Klimaatonrechtvaardigheid dus. Voorbeelden zat. Maar hoe zit het met klimaatrechtvaardigheid? Hoe boks je een gelijke verdeling van basisbehoeften, grondstoffen, lasten en kosten voor elkaar in een wereld die toch vooral onrechtvaardig is? Hoe kun je als burger een vuist maken tegen machtige multinationals en onverschillige overheden, en de kloof dichten tussen woorden en daden? Joyeeta Gupta, hoogleraar Milieu en ontwikkeling van het mondiale Zuiden aan de Universiteit van Amsterdam, oppert een mondiale klimaatrechtvaardige grondwet. Een sterk idee, en erg nodig, maar ook toekomstmuziek. Er is nog een ander instrument waarmee overheden en bedrijven nu al succesvol tot de orde worden geroepen: de klimaatzaak.

Het aantal klimaatzaken is in vijf jaar tijd meer dan verdubbeld en een voornaam instrument geworden om klimaatrechtvaardigheid af te dwingen. Neem de Klimaatzaak tegen de Nederlandse Staat van Urgenda, waarbij tot de Hoge Raad aan toe werd beslecht dat de staat meer moet doen tegen de uitstoot van broeikasgassen (bekijk hieronder de Tegenlicht-aflevering die we over Urgenda-advocaat Roger Cox maakte). Of de zaak van Milieudefensie tegen Shell, waarbij de rechtbank Den Haag in 2021 oordeelde dat Shell wereldwijd de verantwoordelijkheid heeft de uitstoot van CO2 sneller terug te dringen. Het loont om als burger of collectief in verzet te komen. 

Ook op Bonaire hebben ze de strijdbijl opgepakt. Zeven bewoners roepen er, geruggensteund door Greenpeace, de Nederlandse staat tot klimaatverantwoording. Die laatste moet dringend aan de slag om Bonaire, Sint-Eustatius en Saba te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. De drie eilanden zijn sinds 10 oktober 2010 bijzondere gemeenten van Nederland, wat betekent dat ze officieel bij Nederland horen en de bewoners van de eilanden Nederlands staatsburger zijn. Greenpeace onderstreept dat Nederland zodoende een zorgplicht heeft. En die komt ze onvoldoende na.

Door klimaatverandering loopt een vijfde van Bonaire het gevaar om tegen het einde van deze eeuw permanent te worden opgeslokt door de zee. Koraalriffen, die werken als natuurlijke golfbrekers, verdwijnen en hittegolven nemen toe. Komt bij dat op het eiland een flink deel van de bevolking onder de armoedegrens leeft; volgens onderzoek valt de negatieve impact van klimaatverandering nou juist op die schouders het zwaarst. ‘Klimaatverandering verandert het leven op het eiland permanent en bedreigt het leven, de gezondheid en de inkomstenbronnen van de inwoners van Bonaire,’ schrijft een viertal advocaten afgelopen mei in een sommatiebrief namens de zeven bewoners en Greenpeace. De brief is een wake-upcall voor toenmalig premier Mark Rutte, telt 21 pagina’s en schijnt een licht op het gebrek aan politieke wil Caribisch Nederland te behoeden voor gevaarlijke klimaatverandering. 

Want waar Nederland voor zijn Europese deel al jaren intensief onderzoek doet naar de gevolgen van klimaatverandering en de adaptatiemaatregelen die nodig zijn om letterlijk het hoofd boven water te houden, hebben geen van de onderzoeken betrekking op Bonaire en blijven adequate maatregelen voor Caribisch Nederland uit. Met alle akelige gevolgen van dien, onderstrepen ook het College voor de Rechten van de Mens en de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), die erg kritisch zijn over het gebrek aan actie van de Staat wat betreft klimaatverandering in het Caribische deel van het Koninkrijk. De inwoners van Bonaire, lees: Nederlandse staatsburgers, worden zo onterecht ongelijk behandeld door Nederland. 

De advocaten schrijven verder dat die ongelijke behandeling des te pijnlijker is in de context van het koloniale verleden. ‘Nederland heeft zich tot de afschaffing van de slavernij verrijkt door het werk van grote hoeveelheden tot slaaf gemaakte personen op Bonaire. [...] Gelet op deze historische context had van de Staat temeer mogen worden verwacht dat hij zich de gelijke behandeling van zijn burgers op de BES-eilanden [Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, red.] aantrekt.’

De verwijten van de bewoners van Bonaire aan Nederland kunnen we onderbrengen in twee onderwerpen: klimaatadaptatie en klimaatmitigatie, dus in hoeverre Nederland aan zijn fair share voldoet wat betreft het terugdringen van broeikasgassen. ‘Bij deze twee punten is van belang te beseffen dat adaptatie en mitigatie communicerende vaten zijn. Hoe minder de temperatuur stijgt, hoe minder vergaande adaptatiemaatregelen nodig zijn en andersom,’ benadrukt het viertal. Afijn. Rutte kreeg in de brief tot september de tijd om in beweging te komen. Zo niet, dan zou een rechtszaak volgen. Inmiddels schrijven we december en bleek het opvallend stil aan de overkant. Voorbereidingen voor een klimaatrechtszaak zijn in gang gezet. Wordt vervolgd.