Met blockbusters The Martian, Interstellar en Gravity lijkt een sciencefiction-renaissance aangebroken. Vlieg mee met een culturele reis door de ruimte.

Aangewakkerd door de Moon Speech van Kennedy beleefde sciencefiction een hoogtepunt in de jaren '60 en '70. De 'Grote Drie' schreven succesvolle SF-boeken en nog steeds spreken Isaac Aasimov, Robert H. Heinlein en Arthur C. Clarke tot de verbeelding. Is het toeval dat nu er nieuwe succesvolle reizen van NASA met sondes naar Pluto zijn en gesproken wordt over een bemande missie naar Mars, na de ontdekking van water op die planeet, ook sciencefiction opleeft? Een reis door de culturele ruimte op zoek naar de Grote Drie van nu. In films, video's en games.

Nieuwe supersterren

De Space Race van de jaren '60 en '70 bracht niet alleen spectaculaire ruimtereizen maar ook een nieuw slag supersterren: schrijvers. De sciencefictionverhalen waren ongekend populair. Aasimov, Heinlein en Clarke worden nog net niet in één adem met NASA en Apollo 11 genoemd. Toch hebben zij het maatschappelijke sentiment voor de ruimtemissies gevoed en sciencefiction als genre op de kaart gezet.

Isaac Aasimov

De in Rusland geboren Aasimov emigreerde op driejarige leeftijd met zijn familie naar New York. Hij studeerde af aan de Columbia University in 1939 en behaalde daar een Ph.D. in de biochemie. Hij pakte al snel zijn pen op en combineerde zijn beroep als biochemicus met het schrijverschap.

Zijn literaire carrière lanceerde in 1941 met het verhaal Night Fall. Hierin maakt de lezer kennis met een planeet waar het slechts één keer in de 2049 jaar nacht is. In de jaren '40 blijft hij vooral korte verhalen schrijven en vanaf 1950 komen zijn eerste romans uit. Een beroemde roman van Aasimov is I Robot (1950), dat ingaat op de regels en ethiek van kunstmatige intelligentie van machines. Dat dit boek ruim zestig jaar later verfilmd is, zegt genoeg over de tijdloze invloed van de schrijver.

Robert H. Heinlein

Hij wordt ook wel de decaan van de sciencefictionschrijvers genoemd, Heinlein heeft een grote stempel gedrukt op de media van de tweede helft van de 20e eeuw. Hij was bijvoorbeeld een van de eerste schrijvers die het tot de grote magazines schopte met zijn verhalen. In totaal publiceerde Heinlein 32 romans, 59 korte verhalen en 16 collecties. Met zijn jeugdige schrijfstijl wist hij complexe verhalen over verantwoordelijkheid en autoriteit op te tekenen. Vier van zijn boeken werden verfilmd, waaronder Starship Troopers. Heinlein's boek uit 1958 werd in 1997 als film uitgebracht, geregisseerd door Paul Verhoeven.

Arthur C. Clarke

De enige Europeaan van de drie, Arthur C. Clarke, maakt de cirkel van de Grote Drie rond. De Brit stortte zich vanaf 1951 fulltime op het schrijven over de ruimte en de toekomst. Clarke vond ook een plek in de televisiewereld. Hij maakte onder andere 'Arthur C. Clarke's Mysterious World' in de jaren '80. In dit programma werd gekeken naar onverklaarbare fenomenen in de wereld.

Het bekendste werk van Clarke is ongetwijfeld 2001: A Space Odyssey, uit 1968. Clarke en filmmaker Stanley Kubrick maakten samen het verhaal wat uitmondde in een sciencefictionboek en een speelfilm. De film was een grote hit, evenals het boek. In 2014 werd de film opnieuw uitgebracht.

Sciencefiction-renaissance

De Grote Drie hebben zich bewezen als de supersterren van sciencefiction met een tijdloze invloed. Hun verhalen hebben bij het grote publiek dromen over het buitenaardse geïntroduceerd. Een paar uitzonderingen daargelaten leek de ruimte door schrijvers en filmmakers ingeruild voor tovenaars, trollen en zombies. Het stokje wordt nu weer opgepakt door Hollywood en de gamewereld. Een sciencefiction-renaissance gaat van start. Wie zijn de nieuwe Grote Drie?