enter:
de superdiverse
stad

Dwaal door de straten van Rotterdam of Amsterdam en je zult zien: deze steden zijn superdivers. En dat zijn ze altijd al geweest. Migratie speelt een onomstotelijke rol in hun evolutie. Van bescheiden nederzettingen begin zestiende eeuw hebben migranten deze steden getransformeerd tot het Rotterdam en Amsterdam van nu. Maar als er altijd al migratie is geweest, wie is dan de echte Rotterdammer of Amsterdammer? En wat kunnen we leren van deze steden? Duik met ons in de geschiedenis - en de toekomst - van de superdiverse stad.

tekst: Chiara Lampis Temmink
vormgeving: Delyan Pragov
25 mei 2023

een korte
geschiedenis

Migratie is allesbehalve een nieuw fenomeen. Wat betreft Rotterdam en Amsterdam is migratie een integraal onderdeel van hun geschiedenis. Zij groeiden en bloeiden dankzij de diversiteit en de kracht van nieuwkomers. De geschiedenis laat zien: als het goed gaat met een stad, trekt zij nieuwkomers aan. En andersom: nieuwkomers brengen vaak veel leven en ontwikkeling.

We spoelen  terug naar de zeventiende eeuw. Migratie lijkt misschien een recent fenomeen, maar vierhonderd jaar geleden was migratie vele malen intenser dan vandaag. Dit was voor Rotterdam een periode van levendige economische en culturele ontwikkelingen. En dus een tijd waarin massaal werd gemigreerd. Vlamingen, Duitsers, Engelsen, Fransen, Polen, Zwitsers en Afro-Rotterdammers kleurden de straten en kades.

vermoedelijke trend van in het buitenland geborenen in Amstedam (% van de bevolking); bron: Jan Lucassen en Leo Lucassen, 'Migratie als DNA van Amsterdam' (2021)

Ook voor Amsterdam was de zeventiende eeuw een tijd van massamigratie. Er kwamen zoveel nieuwelingen naar de stad, dat deze tussen 1578 en 1662 maar liefst vier keer moest worden ‘uitgelegd'. Vanuit onder andere Duitsland, België, Frankrijk, Engeland, Scandinavië, Spanje, Portugal en zelfs vele Afrikaanse landen, vestigden zich kunstenaars, handelaren, arbeiders en ambachtslieden in de hoofdstad. Zij zorgden voor buitengewone culturele ontwikkeling. Zo was het aantal uitgevers in Amsterdam tussen 1570 en 1610 gegroeid van twee naar meer dan dertig, wat de stad tot een echte cultuurhub maakte. Ook schilders leverden een belangrijke bijdrage aan de stad: zij maakten vijf procent van de arbeidsmarkt uit.

De welvaart die veel migranten in de zeventiende eeuw  naar Amsterdam en Rotterdam trok, is onlosmakelijk verbonden met de koloniale wereldeconomie van de tijd: winst voor Nederlandse ondernemingen ging gepaard met uitbuiting en onderdrukking van het mondiale Zuiden waaronder slavernij en slavenhandel. Het koloniale en slavernijverleden heeft tot op de dag van vandaag zijn weerslag op beide steden. Bijvoorbeeld in vraagstukken over institutioneel racisme, reparaties aan de voormalige koloniën en erkenning van de (nabestaanden van) gekoloniseerde en tot slaaf gemaakte mensen.

‘Je moet terugkijken, maar het is ook belangrijk om vooruit te kijken,’ zegt Leo Lucassen, directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis hierover. ‘Want ook op dit moment onttrekken Westerse landen (en in toenemende mate ook China) nog steeds grondstoffen in andere delen van de wereld, met ingrijpende ecologische en sociale gevolgen. Over honderd jaar zullen we misschien denken: dat kon niet, waarom deden we dat eigenlijk?’ 

Ook ziet Lucassen in onze eigen maatschappij nog veel discriminatie, bijvoorbeeld in de Toeslagenaffaire, waarbij etnisch profileren eerder regel dan uitzondering bleek. In gesprek gaan over ons koloniale verleden is belangrijk, vindt Lucassen, ‘maar als het geen repercussies heeft voor je huidige handelen, dan blijft het een beetje symbolische boetedoening.’

 

Vandaag, 400 jaar later, zijn Rotterdam en Amsterdam beide uitgegroeid tot bruisende wereldsteden. De groei van deze steden is onlosmakelijk verbonden met migratie, want steden staan nooit stil: ze ademen in en uit. Mensen komen en vertrekken ook weer. Hoe heeft migratie deze steden gevormd, en wat kan de geschiedenis ons leren over hoe migranten bijdragen aan een bloeiende samenleving?

Rotterdam

De geschiedenis van Rotterdam is doordrenkt van migratie, vertelt Peter Scholten, hoogleraar migratie en diversiteit aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Rotterdam was altijd al een stad in ontwikkeling en zonder migratie zou het in de zeventiende eeuw nooit de sprong naar de tweede stad van de Republiek hebben gemaakt, aldus Scholten.

Als havenstad speelde migratie altijd een grote rol in Rotterdam. De stad was een aankomstpunt voor mensen die van ver kwamen. Tolerantie speelde een belangrijke rol in de haven- en handelsstad: zolang er goede zaken konden worden gedaan, ging men geen conflicten met andersdenkenden aan op het gebied van geloof of ideologie. 

'Migratie hoort bij het verhaal van opkomst, veerkracht en doorgroei van de stad.'

Toch mist Rotterdam een sterk migratienarratief, en dat kan tot problemen leiden. Migratie maakt geen groot deel uit van het collectieve geheugen van de stad. Hoe komt dit? ‘Rotterdam was een werkstad,’ zegt Scholten. ‘Het ging niet veel over cultuur, achtergrond of herkomst. Je wilde hier werken. Als je dat deed, hoorde je erbij. Als je dat niet deed, hoorde je er niet bij.’ 

Volgens Scholten moeten we ons realiseren dat migratie hoort bij het verhaal van opkomst, veerkracht en doorgroei van de stad. Als we dat niet beseffen, proberen we bij elke migratiegolf het wiel opnieuw uit te vinden en doen we alsof migratie nieuw, ongebruikelijk en tijdelijk is. Dat is volgens Scholten totaal onjuist. 

Het gebrek aan een migratienarratief zorgt dan ook voor frictie in de stad. Hoewel superdiversiteit in Rotterdam een realiteit en normaliteit is op het gebied van cultuur, sport en politiek, heeft de stad daar volgens Scholten nog geen verhaal voor. Het ontbreken van zo'n narratief kan leiden tot een strijd in de stad, tot polarisatie en kloven tussen verschillende groepen.


De Echte Rotterdammer komt van buiten
Nederlands | Paperback | 16 februari 2023

meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam en Rotterdam heeft migratieachtergrond

bron: CBS; Het begrip 'migratieachtergrond' wordt gebruikt om te verwijzen naar mensen van wie ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren, ongeacht hun eigen geboorteplaats.

Amsterdam

Volgens Leo Lucassen, die samen met zijn broer Jan het boek Migratie als DNA van Amsterdam schreef, ademt ook Amsterdam migratie. Lucassen ziet dat migratie dieper geworteld is in het culturele geheugen van Amsterdammers dan in dat van Rotterdam. Dit is voornamelijk te danken aan de vele hoogtepunten van de 'Gouden Eeuw' die zich in Amsterdam afspeelden en waarvan de stad nog steeds tastbare sporen draagt. ‘ Amsterdam trok in de Gouden Eeuw erg veel buitenlandse migranten aan,’ vertelt hij, terwijl we in zijn kantoor bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam zitten.

Amsterdam staat in het culturele geheugen gegrift als tolerante stad waar zowel vluchtelingen als arbeidsmigranten naartoe trokken. Lucassen benadrukt daarbij dat de stad migratie net zo hard nodig had als migranten de stad. Steden waren destijds bijzonder ongezond en er stierven meer mensen dan dat er geboren werden. ‘Tot het begin van de negentiende eeuw, of misschien zelfs nog later, waren we simpelweg afhankelijk van migratie om demografisch te overleven,’ voegt hij eraan toe.

'De nieuwkomers en hun kinderen voelen zich nu Amsterdammer. Ze creëren een nieuw Amsterdam, net zoals al die vreemdelingen in de zeventiende eeuw het nieuwe Amsterdam hebben gevormd'

En hoe zit het nu?

Het is niet heel anders dan vroeger, stelt Lucassen, ondanks wat mensen misschien beweren: dat vroeger vooral Europese migranten kwamen en dat tolerantie en sociale cohesie toen hoger waren. Toch was er ook toen uitsluiting en een focus op ‘de ander’, zij het toen gericht op Joden en katholieken. Nu ligt de nadruk meer op moslims en etniciteit. Discriminatie was zelfs explicieter in het verleden, aangezien Joden wettelijk werden buitengesloten en bijvoorbeeld geen lid mochten worden van bijna alle gilden. Bovendien wordt vaak vergeten dat het integratieproces van nieuwkomers buitengewoon lang duurde. Het duurde vaak drie generaties voordat nieuwkomers als echte Amsterdammers werden beschouwd.

In hun boek beschrijven de gebroeders Lucassen dat de bevolkingssamenstelling van Amsterdam in de jaren zeventig en tachtig sterk is veranderd, vooral door de vestiging van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders en veel Surinamers na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, maar ook grote aantallen Europeanen. Deze periode van verandering is nog lang niet voorbij; we bevinden ons er middenin. ‘Maar Amsterdam blijft op een bepaalde manier Amsterdam. De nieuwkomers en hun kinderen voelen zich nu Amsterdammer. Ze creëren een nieuw Amsterdam, net zoals al die vreemdelingen in de zeventiende eeuw het nieuwe Amsterdam hebben gevormd.’


Migratie als DNA van Amsterdam
Nederlands | Paperback | 20 december 2021

waar komen mensen met migratieachtergrond die in Amsterdam en Rotterdam wonen vandaan?

bron: CBS

De volgende stap
voor de
superdiverse stad

‘Het is een sociaal feit dat wij superdivers zijn,’ stelt Scholten over Rotterdam. Daarmee bedoelt hij dat de diversiteit in Rotterdam zo complex is geworden dat ze zich niet meer laat omschrijven in helder afgebakende etnische of culturele termen. Volgens Scholten zijn veel mensen die in Rotterdam leven op zoek naar een verhaal dat zegt: ‘Ja, ik hoor er ook bij.’ De erkenning van superdiversiteit zou daarvoor kunnen zorgen.

 ‘En we moeten ophouden met het woord integratie gebruiken. Wie integreert eigenlijk in wat? Dat is helemaal niet meer duidelijk in een stad als Rotterdam.'

Het is tijd om te stoppen met praten over minderheden, migrantengroepen en achtergronden, vindt Scholten. ‘We moeten ophouden met het woord integratie gebruiken. Wie integreert eigenlijk in wat? Dat is helemaal niet meer duidelijk in een stad als Rotterdam.’ Waar je vandaan komt, is volgens Scholten niet zo interessant in een superdiverse stad. Het is juist de diversiteit die mensen met elkaar delen.

De erkenning van migratie en superdiversiteit is essentieel voor de verdere ontwikkeling van Rotterdam, volgens Scholten. Als Rotterdam een echte World Port City wil zijn, kan dat niet zonder migratie. Als je de deur op slot doet en de economie afsluit, moet je eerlijk zijn en accepteren dat alles op een lager pitje zal moeten. Rotterdam kan niet zeggen: ‘We willen een internationale speler zijn, maar we willen geen internationale studenten en we hebben geen huisvesting voor migranten.’

‘Er zal een spanning zijn: hoe hou je iedereen erbij?’

Juist als Rotterdammers - en vooral Rotterdamse politici - willen dat hun stad en economie groeien, moeten ze volgens Scholten inzien dat grootschalige migratie daarbij hoort. ‘Er zal een spanning zijn: hoe hou je iedereen erbij?’ zegt hij. Dat is een klasse vraagstuk, waar juist in sociaal- en economisch beleid rekening mee gehouden moet worden. En natuurlijk moet er aandacht blijven voor culturele problemen als discriminatie, waar een superdiverse samenleving helaas wel kwetsbaar voor blijft.  

Maar wat betekent dat concreet? Volgens Scholten hebben we geen apart integratiebeleid of apart migratiebeleid meer nodig. Als we migratie erkennen als iets dat er altijd is geweest en altijd zal blijven, kunnen we het integreren in ons beleid. Migratie en superdiversiteit worden dan vanzelfsprekende onderdelen van huisvestingsbeleid, onderwijs en sociaal beleid.

Toch moeten we volgens Leo Lucassen juist oppassen met de term ‘superdiversiteit’, omdat die de focus legt op verschillen in etniciteit en nationaliteit. Volgens hem gaat het juist om integratie: bijvoorbeeld door instituties als het onderwijs of de arbeidsmarkt. Het gaat om de netwerken waarin mensen terechtkomen en hoe ze aansluiting vinden in de maatschappij. 

Niet alleen migratie maar ook gentrificatie heeft veel invloed op onze steden: wijken en buurten worden opgewaardeerd om welvarende bewoners aan te trekken, door sociale huur te vervangen met overwegend duurdere huur- en koopwoningen. In theorie zou dit de kwaliteit van leven in een wijk verhogen. Het probleem is alleen dat er een sociale- en economische kloof ontstaat door te investeren in het aantrekken van rijkere bewoners, in plaats van de leefomstandigheden en voorzieningen voor de huidige huurders te verbeteren, stelt Cody Hochstenbach in een interview met One World.

Zowel in Amsterdam als Rotterdam is er de laatste jaren sterke gentrificatie. In Amsterdam is tussen 2007 en 2015 het jaarlijks aantal toegewezen sociale huurwoningen met 36 procent afgenomen. In Rotterdam zien we een soortgelijke trend: daar zijn tussen 2002 en 2017 in totaal 30 duizend corporatiewoningen verdwenen. Zo verdwijnen de lagere en middenklasse uit Rotterdam en Amsterdam: zij sijpelen de stad uit en belanden in omringende gemeenten. Amsterdammers verdwijnen richting Almere en Purmerend en Rotterdammers naar Capelle of Vlaardingen.

Ze gebruiken dan misschien andere woorden, ander academisch jargon zo je wilt, maar over de toekomst van hun steden denken Lucassen en Scholten grotendeels hetzelfde. Ook Lucassen haalt sociaal-economische klasse aan als een belangrijk ijkpunt: ‘Het is een fundamenteler probleem: Door alles over te laten aan de markt worden buurten onleefbaar voor iedereen, niet alleen migranten. In het onderwijs heeft niet iedereen dezelfde kansen,’  legt hij uit.

‘It's here to stay.’

Het moet weer gaan over sociale gelijkheid, over hoe we onze samenleving op een fatsoenlijke manier inrichten. Over cultuurpolitiek zegt hij: ‘Ik denk dat als je een betere verhouding tussen mensen wil hebben, dat de kwaliteit van de publieke voorzieningen omhoog zal moeten. Fundamenteel gaat het om drie dingen: arbeidskansen, onderwijs en de kwaliteit van de openbare ruimte.’

Kortom: migratie en superdiversiteit zullen blijven bestaan. ‘It's here to stay. Superdiversiteitsbeleid zal vanaf nu permanent nodig zijn’, aldus Scholten. Daarom is het belangrijk om het narratief te omarmen dat migratie van alle tijden is.