Proces Max Blokzijl (Deel 2)
11-09-1945 (24 min. 00 sec.)
00:00:00 Verdachte stelt dat geschiedenis van Nat. Soc. en fascisme ouder is in Nederland dan men denkt. President: Voor de oorlog hebt U veel gedaan en was een goed Vaderlander. U was er zelfs voor gedecoreerd geworden. Verdachte: Ik heb nooit het gevoel gehad aan de zijde v.d. vijand te staan en beschouwde als zodanig die het land binnenviel, heb me verheugd dat 't conflict zo kort duurde. Kwam naar Nederland en bewerkte dat veel vooraanstaande Nederlanders o.a. Dr. Colijn (brochure) meenden dat we ons snel moesten oriënteren op 't Oosten omdat 'n overwinning van Duitsland niet meer te vermijden was en 'n Nieuw Europa onder Duits-Italiaanse leiding zou komen. Men heeft mij toen gevraagd of ik, bekend met Duitse en Nederl. pers bereid was positief mee te werken om Heroriëntatie te bevorderen. President: Dat was in 't begin, maar 't werd erger toen onze arbeiders, Joden, werden geporteerd en omgebracht. Blokzijl: Wil hier wel verklaren dat ik gestaan heb voor innerlijke strijd om werk voor idee voort te zetten terwijl er veel nadelen aan verbonden waren voor ons volk. Heb leider ontheffing gevraagd van functies - hij weigerde dit - wij waren door eed van trouw gebonden - ik heb door ingrijpen via Dep. v. Voorlichting. Veel leed kunnen verzachten. President: U was opportunist? Verdachte: Neen, ik was verantwoord met propaganda voort te gaan omdat wat in Ned. v. Duitse zijde geschiedde, niet geschiedde door Duitse Nat. Soc. maar door Duitsers die niets met 't Nat. Soc. te maken hadden. President: Kon U dan verwachten dat de goede Duitsers na de oorlog de leiding in handen zouden krijgen? Vertrouwde verder nog op 't woord dat de Duitse Nat. Soc. a.d. Ned. leiding had gegeven. 'n Raadsheer: U spreekt voortdurend v. bezet gebied. Daarmee erkent U dat Ned. in oorlog was. Men behoeft geen jurist te zijn om te zien hoe ons land behandeld was door de bezetter. Verdachte: Ik bemerkte dat er 'n ander soort verzet werd opgeroepen in Ned. die reacties ten gevolge had, 'n kettingreeks - ik streed niet tegen de Ned. staat. Raadsheer: Tegen 't Ned. Volk! Antwoordt U mij: Was U Nat. Socialist en wist U welke gruwelen zich afspeelden in de concentratiekampen? Blokzijl: Ik was al in 1935 Nat. Socialist en wat de gruwelen betreft, de vraag is of wat sommige sadisten plaatselijk misdoen reden is om 'n idee los te laten. Had U "Mein Kampf" gelezen? Dan wist U toch ook wat de aard v.h. Nat. Soc. behoorde. Blokzijl: Ik heb altijd gezegd dat wij als Ned. in staat waren buitenl. ideeën in ons op te nemen en op goed Ned. wijze te verwerken, confer., Nationalisme, Katholicisme enz. Raadsheer: Dit had juist kunnen zijn als U vrij was maar U wist dat U dat niet was. Verdachte: Er waren 2 groepen ook na de bezetting - de Mussertgroep staande op 't standpunt: 'n vrij Ned. binnen 'n soort Statenbond en 'n annexionistische groep. De scheiding verscherpte na de bezetting. 00:22:00 Procureur Fiscaal: Als er iemand is die zich in de oorlog erin gepraat heeft "dan is Blokzijl 't wel". De moeilijkheid was 'n keuze te doen uit 't materiaal. Ik koos 13 citaten, het hadden er 113 kunnen zijn. Zaak is 'n idee te geven van de gehele strekking. Men moed 't gesprokene nemen in de omstandigheden van toen - het niet lezen maar horen. Biedt als specimen de voordracht "de anti-man", uit de bundel "Brandende Kwesties" blz. 110 wordt voorgelezen. Ik zou 't U helemaal moeten voorlezen om U te tonen hoe doortrapt 't in elkaar zit. Zouden de Ruyter en Tromp nog leven dan zouden ze Nat. Soc. zijn. Wanneer ik dit alles lees komt 'n gevoel van walging in mij op. Wat Blokzijl deed is veel erger dan wat Mussert deed. Hij kende ons volk door en door en richtte daarop zijn propaganda. Sprekend als Nederl. tot Nederl. tastte hij de Nederlanders aan op punten van twijfel in angstige tijden. Het ten laste gelegde acht ik zozeer bewezen dat ik geen andere eis kan stellen dan de doodstraf, met bijkomende straffen en zonder recht van cassatie. 00:33:00 Verdediger: Geeft toelichting waarom hij Blokzijl zelf zijn verdediging zal laten voeren - omdat hij er toe in staat is. Verded. Zal zich bepalen tot enkele juridische bijzonderheden. 't Gaat er niet om wat algemeen bekend is ten nadele v.d. verdachte, maar of de Proc. Fisc. Erin geslaagd is 't juiste v.d. tenlastelegging aan te tonen. Mogen wij met 't wetboek in de hand 't betreffende artikel op hulp verlenen aan de vijand toepassen met betrekking tot propaganda die, hoe ernstig ook, in de dagen dat 't W.v.S. tot stand kwam, nauwelijks bekend was. Gaat dan de verschillende toelichtingen v. deskundigen na op 't artikel waarop geen jurisprudentie bestaat (verder gestoord door fluit- en bromtoon). In tenlastelegging had moeten staan: Ondanks propaganda Blokzijl is hij er niet in geslaagd om verzet te breken. Gaat dan na, of opzet bewezen is, en wat de werkelijke inhoud is v.h. woord propaganda. Procureur Fiscaal had meer citaten kunnen geven, zoals hij zei, er waren er misschien ook bezwarende, maar hij is in de keuze niet gelukkig geweest. Verdediger verdeelt de citaten in 3 groepen, die hij op woord - inhoud en strekking analyseert, en besluit voor één deel ervan dat zij objectief weinig bewijzen. (betoog hier en daar onverstaanbaar) Artikel 102 spreekt van Statem, waarmee Nederland in oorlog is, maar niet van ideologieën Verdachte heeft geen propaganda gemaakt voor de Duitse natie, maar voor de "nazies". In de 3e groep citaten onderscheidt de verdediger het ageren tegen de Ned. regering of Ned. Staat. Hij voerde zijn actie tegen de regering, die hij niet wettig achtte. Artikel 102 spreekt wel van gemeenschappelijke zaak, maar niet van gemeenschappelijke oorlog en niet over strijd voor of tegen een gemeenschappelijke ideologie - de dagvaarding moet zo duidelijk zijn gesteld, dat ook na 20 jaar daaruit zou blijken, dat de verdachte ook de Duitse staat zou bevoordelen. Verdediger keert zich tegen het doen afwijzen v.d. cassatie, met een beroep op Nederland als rechtsstaat - meent dat een veroordeling op deze dagvaarding niet kan volgen, en indien wel, bepleit de mogelijkheid van cassatie. 00:60:00 Blokzijl aan het woord: 1e Dat hij propaganda wilde voeren voor de Duitse Staat. 2e De bedoeling van zijn arbeid van '40-'45 dezelfde was als in de jaren daarvoor. 3e Dat hij voor zijn optreden steunde op juridische adviezen en inzichten m.n.v. Prof. Stikker verbonden aan het departement van justitie, die in zijn brochure schreef over Ned. regering, welke wanneer ze uitweek, niet als zodanig meer wettig zou kunnen zijn (volgens artikel 112 punt 56). 4e Dat, na de capitulatie Ned. niet meer in oorlog was met Duitsland, en derhalve Mussert het recht had met zijn partij Duitsland als bondgenoot te kiezen, ten laatste uit briefwisseling met luisteraars, illegale pers bleek dat er geen homogene verzetsgroep was, waarom ik waarschuwde tegen riskante verzetsdaden, die represailles ten gevolge hadden. 5e Voert aan, dat ook illegale geschriften bleek, dat de regering in Londen niet meer op de hoogte was van wat er in Ned. gebeurde. Refereert aan zijn werk in Atjeh (waarvoor onderscheiding werd ontvangen) dat hij vrijwilliger was in '14-'18; en zijn handboekje voor de soldaat schreef: -zijn verdere werk voor Algemeen Ned. Verbond zijn artikelen voor het Handelsblad -hoe hij na 1940 werd aangezocht door Presse - referent - Janke te helpen de verhouding tot de Ned. Pers te regelen; verwijst naar het beroep van de Geer, "om zich jegens de bezetting loyaal te gedragen", verder op de brochure van Colijn, te stemmig van het Ned. volk na 5 dagen oorlog. Vroeg mij af, wat kan ik doen om de positie van Ned. bij een Duitse overwinning zo sterk mogelijk te maken; in dit teken stond al mijn werk voor de radio en al mijn schrijven. Ik heb dit getracht rustig te doen, bij uitzondering het ik fel gereageerd op aanvallen van Londen en "Flitspuit", kritiek op politici beschouwde ik als mijn goed recht als journalist. Ik heb in vele gevallen met behulp van dep. van Volksvoorl. Veel mensen kunnen helpen, waaronder de meeste niet N.S.B.ers, en heb met de Zionisten-leider Léon overleg gepleegd over een aantal Joden te redden; dit bepleitte ik bij Duitse instantie in Ned., waar ik succes had, tot Berlijn afwees. Als ik de Duitse Staat had willen steunen, zou mijn verhouding tot de Duitsers heel anders zijn geweest. Men voerde actie tegen mij van Duitse zijde. Ik ben niet gevlucht na Dolle Dinsdag, en beroep mij erop dat mijn radiopraatjes van veel belang waren voor de voorlichting voor Radio-Oranje, enz. Ik heb getracht naar eer en geweten te handelen, en mij uitsluitend laten leiden door idealisme. Hof zal uitspraak doen over 14 dagen. (uitspraak conform eis). N.B. Zowel in gedeelte van procureur fiscaal, als bij de verdediger, de antwoorden van Blokzijl in de aanvang, als bij zijn verdediging aan het slot komen veel herhalingen voor. Volledigheidshalve is alles gecopieerd, bepaalde gedeelten zijn soms moeilijk te verstaan.