Ambtenarenstaking 1983
Begin jaren tachtig staat Nederland er economisch en financieel ronduit slecht voor. Er komen vijftienduizend werklozen per maand bij en het begrotingstekort is boven de tien procent. Terugkijkend op die tijd zegt Onno Ruding, destijds minister van Financiën, ‘de tijd van pappen en nathouden was voorgoed voorbij en er moesten maatregelen worden getroffen’. Onder de strakke leiding van het centrumrechtse kabinet Lubbers I wordt dan ook flink bezuinigd. Speerpunt van het regeringsbeleid is het omlaag brengen van de collectieve lasten. Dat wil zeggen: de ambtenarensalarissen. De groep die meestal gevrijwaard blijft van bezuinigingsmaatregelen moet maar liefst 3.5 procent van het loon inleveren. Dit geldt ook voor trendvolgers en uitkeringsgerechtigden. En dat is vragen om moeilijkheden...