Het Spoor Terug
De keizer ging, de generaals bleven 2: Herstel van de orde
Laatste deel van het tweeluik 'De keizer ging, de generaals bleven', over de communistische revolutie in 1918 in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog.
Duitsland is in 1918 een republiek, overal worden in het land soldaten- en arbeidersraden gevormd. Spartakisten o.l.v. Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg richten de Communistische Partij (KPD) op. Beiden worden later door militairen uit hun huizen gehaald mishandeld en vermoord. De burgerlijke socialistische regering is bevreesd voor de linkse revolutie en slaat de opstand op bloedige wijze neer.
Interviews met:
- professor Ingo Materna van de Humbold Universiteit in Berlijn, deskundige t.a.v. de Duitse revolutie;
- de uit Duitsland gevluchte fysiotherapeut en schrijver Konrad Merz;
- historicus Jurgen Kuszynskis;
- Lea Appel, echtgenote van revolutionair en metaalbewerker Jan Appel.
Inleidende teksten:
Tekst 1
Duitsland november 1918. Het voormalige keizerrijk is in een hopeloze strijd gewikkeld met Frankrijk, Engeland en Amerika. Als de Duitse vloot opnieuw uitgestuurd zal worden om op zee slag te leveren tegen de Engelse, slaan de matrozen, die de oorlog moe zijn, aan het muiten. De muiterij slaat over op
het leger. In België en Frankrijk nemen de uitgemergelde soldaten met lompen aan het lijf maar al te graag de leuzen over en in vele grote steden van Duitsland wapperen de rode vlaggen. Duitsland onderhandelt over de vredesvoorwaarden en in Berlijn zijn de massa's in de straten samengestroomd in afwachting van de nieuwe orde.
Ingo Materna is professor aan de Humbold Universiteit in Berlijn. Zijn specialisatie is de Duitse revolutie. Met hem ging Kiki Amsberg naar de plekken in Berlijn waar op die 9e november de revolutie haar hoogtepunten beleefde.
Tekst 2
In een historische opname hoorde u Philip Scheideman de toedracht uiteenzetten op die 9de november. De sociaaldemocraat Friedrich Ebert wordt rijkskanselier. Terwijl hij probeert een regering samen te stellen komen de leiders van de arbeiders bijeen en bezetten de Rijksdag. Er wordt besloten de volgende dag in alle fabrieken en kazernes arbeiders- en soldatenraden te kiezen, en een voorlopige regering te benoemen. Er blijft de rijkskanselier één mogelijkheid over, wil hij de revolutie tegenhouden, en dat is haar in schijn te gaan aanvoeren. Tijdens een tumultueuze
vergadering van regeringspartijen en arbeiders en soldaten wordt de nieuwe regering, die voortaan raad van volksgemachtigden zal heten, erkend. Er worden enkele onafhankelijke socialisten in het kabinet benoemd.
De uit Duitsland gevluchte fysiotherapeut en schrijver Konrad Merz:
Tekst 3
Op 30 december scheidt een groep, die zich Spartakisten noemt, zich af van de USPD, de onafhankelijke socialistische partij van Duitsland, en richt de Communistische Partij op. Op 31 december en 1 januari vindt het oprichtingscongres van de KPD plaats. 15 januari verschijnt in de 'Rote Fahne', de krant van de Spartakisten, het laatste artikel van Karl Liebknecht,
onder de titel: 'Of wij dan nog leven'.
Tekst 4
Op de avond van diezelfde dag worden de twee belangrijkste leiders van de Spartakisten, Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg door militairen uit hun huizen gehaald, naar het Edenhotel vervoerd, daar ondervraagd en geslagen, en vervolgens op beestachtige wijze vermoord.
Professor Jurgen Kuszynski, nu 87 jaar en historicus met een indrukwekkend oeuvre op zijn naam, herinnert zich de gebeurtenissen van de drie revolutiemaanden nog goed. Hij komt uit een links-socialistisch nest. Zelf wordt hij later communist. Bij zijn ouders komen in die tijd regelmatig mensen als Karl Liebknecht, Käthe Kollwitz en vele andere prominente socialisten en communisten.
Tekst 5
Voor velen die haar hebben meegemaakt, is Rosa Luxemburg een verschijning waar je van onder de indruk kwam. Zij was bijzonder intelligent, kon vurige redevoeringen houden, was de moedigste marxistische ideologe die het ook tegen Lenin durfde op te nemen, en die om haar acties tegen het militarisme herhaaldelijk in de gevangenis belandde. Precies op die 9de november komt zij vrij uit de gevangenis van Breslau en werkt in de maanden november en december op de redactie van de Rote Fahne. Zij is één van de oprichtsters van de KPD, de communistische partij van Duitsland. Konrad Merz over de dag na de moord op Luxemburg en Liebknecht:
Tekst 6
Volgens het vredesverdrag met de Entente-mogendheden mag het Duitse leger niet meer dan 100.000 man tellen. Maar restanten van het uiteengevallen leger vormen overal in het land Vrijkorpsen, waar niemand bezwaar tegen maakt. Het zijn knokploegen van werkeloze beroepsmilitairen die zich bekocht voelen nu de vrede met Frankrijk praktisch gesloten is. Hun
woede richt zich op alles wat rood is. Daarnaast worden er vrijwilligers, z.g. Zeitfreiwillige, opgeroepen door de sociaal democratische regering om de revolutionairen te verslaan. In de eerste maanden van het jaar 1919 woedden er grimmige gevechten tussen deze twee partijen. Prof. Ingo
Materna geeft een impressie van die straatgevechten:
Tekst 7
In een opname uit 1967 van de VARA vertellen twee ooggetuigen over de gevechten in de straten van Berlijn: een anonieme Duitser en de journalist Nico Rost:
tekst 8
Brein achter het meesterplan om de Zeitfreiwilligen in te zetten tegen de revolutionairen zijn de kanselier Friedrich Ebert en de nieuwe opperbevelhebber, ook sociaal-democraat, Gustav Noske. Ebert, die zichzelf eerst aan het hoofd stelt van de revolutie, zal haar nu verraden. Noske doet het feitelijke werk: "Einer muss der Bluthund sein", is zijn beruchte uitspraak. De laarzen marcheren weer door de straten van Berlijn, en opstandige soldaten en matrozen worden op lafhartige wijze doodgeschoten. Er zijn meer dan 3.000 slachtoffers.
In een historisch fragment hoort u Gustav Noske.
tekst 9
De brigade Ehrhardt, 5000 man sterk, is een vrijkorps dat gevormd is uit officieren en onderofficieren van de marine, later versterkt met Duitse troepen die in Letland tegen bolsjewisten hebben gevochten. Een regeringsvijandig elitekorps. De brigade voert zwart-wit-rode vlaggen, en na
januari 1920 wordt het hakenkruis op de helm gedragen. De geest van de troep is doortrokken met de mentaliteit van de latere SS.
Konrad Merz :
tekst 10
Terwijl in Berlijn de revolutie definitief wordt neergeslagen, is het in München gelukt een zogenaamde radenrepubliek te stichten onder de leiding van Kurt Eisner.
tekst 11
Op 19 januari 1919 worden er parlementsverkiezingen gehouden. Alles wat tussen 9 november en 19 januari is gebeurd wordt met deze verkiezingen weer ongedaan gemaakt. De SPD heeft 38 procent van de stemmen, het Centrum 19 % en de democraten 18%. De rust is hersteld. Maar het parlement vindt het toch veiliger zijn zetel te verplaatsen ver van het rumoerige Berlijn, naar de stad van Goethe en Schiller, naar Weimar.
tekst 12
Uiteindelijk zijn er achtenzestig erkende vrijkorpsen met in totaal bijna vierhonderdduizend man gevormd. Ieder korps is door een eed van trouw met zijn aanvoerders verbonden. Zij treden nietsontziend op tegen de revolutionairen, en zo haalt een socialistische regering zijn eigen doodsvijanden in huis. De leider bijvoorbeeld van Vrijkorps 'Der Eiserne Schar'
schrijft in zijn dagboek op 21 januari 1919 over de regering Ebert: "De dag zal aanbreken, waarop ik met deze regering afreken en al het erbarmelijke, jammerlijke gespuis de maskers afruk". Het is de voorbode van het Derde Rijk. U hoort een Nederlandse ooggetuige in Munster:
tekst 13
Jan Appel, de metaalbewerker die in Hamburg in de voorhoede van de revolutie had gestaan, werd door de communistische partij aangewezen om het standpunt van de Duitse communisten uiteen te zetten op het Internationale congres in Moskou. Maar over land kon hij niet reizen. Zijn vrouw Lea Appel vertelt hoe hij uiteindelijk Moskou bereikte en door Lenin
werd ontvangen.
Slottekst 14
Het antwoord van Lenin luidt dat het radencommunisme tot de kinderziekten van het communisme behoort. Duitsland kan zich niet aansluiten bij de Communistische Internationale wegens zijn afwijkende opvatting.
Uitgebreidere documentatie aanwezig in VPRO archief