Het Spoor Terug
De Plek 2: Ameland
Deel twee van de zesdelige serie 'De Plek' waarin gebieden nader worden beschouwd. In deze aflevering: het Waddeneiland Ameland.
Interviews over walvisvaarders, toerisme, de Tweede Wereldoorlog, schipbreuken, strandjutten, rivaliteit tussen de diverse dorpen op het eiland en protestantisme en katholicisme.
Interviews met inwoners Jaantje Postma-de Jong, Wim de Boer, Jan de Jong, Wim de Boer, Piet Kanger en Hans Bruin, oud-beurtschipper.
Geïllustreerd met muziek door 86-jarige Hendrik Ynzen en de 89-jarige Ale Bruin.
Inleidende teksten:
Tekst 1
Net als de andere Waddeneilanden is Ameland een restant van een lange strandwal, ontstaan na de jongste IJstijd toen door het smeltwater van de ijskap zand werd aangevoerd waarop later de duinen ontstonden. De naam Ameland is afgeleid van Ambla, de oudste aanduiding van het eiland. Of de ontmoeting van Willibrordus met koning Radboud in de 9e eeuw zich ook op
Ameland heeft afgespeeld, daar zijn de historici het niet over eens. Wel is bekend dat er sindsdien 1 of meer kloosters op het eiland gestaan hebben.
De geschiedenis van Ameland is een aaneenschakeling van strijd tegen de armoede, strijd tegen mogelijke bezetters en strijd tegen de zee. De familie Cammingha, die tot 1704 alleenheersers op het eiland waren, wisten elke elke aanval op Ameland af te slaan door zich bij ieder internationaal conflict neutraal op te stellen en tegenover de eigen bevolking een zeer tolerante houding aan te nemen. Die houding kenmerkt de Amelanders nog steeds, evenals hun gevoel van onafhankelijkheid, ook al behoren ze nu al bijna 300 jaar officieel bij Nederland.
Tot aan de komst van het massatoerisme in de jaren vijftig waren de Amelanders arm, straatarm. Je kon alleen met elkaar overleven, zegt oud-beurtschipper Hans Bruin, niet ten koste van elkaar.
Tekst 2
Een fragment nu uit het dagboek van Hidde Dirks Kat, die in 1777 bij Groenland ingevroren raakte, zijn schip verspeelde en met zijn bemanning op een ijsschots moest vluchten.
Tekst 3
De moderne walvisvaart, die voortduurde tot eind van de jaren vijftig, heeft veel Amelanders aan het nodige kapitaal geholpen om in de opkomende toeristenindustrie te investeren. Met de komst van duizenden toeristen komt voor Ameland een einde aan een eeuwenlange periode van armoede. Toch kwamen de eerste toeristen al veel eerder naar het waddeneiland.
Jaantje Postma-de Jong weet bijvoorbeeld nog hoe ze als klein meisje in 1910 de eerste badgasten ontmoette.
Tekst 4
Door iedereen te vriend te houden, weten de Amelanders eeuwenlang hun zelfstandigheid te bewaren. ook de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft het leven maar weinig veranderd. De meeste eilanders hebben er dan ook weinig moeite mee als kort na de Tweede Wereldoorlog enige oude bekenden het eiland komen bezoeken. Wim de Boer over zo'n
bijzondere ontmoeting.
Tekst 5
De eerste reddingboot, tot 1988 op traditionele wijze door paarden in zee getrokken, werd al in 1824 op Ameland gestationeerd. Honderden schipbreukelingen werden sindsdien van hun gestrande schepen gered. Ondanks de gevaren waaraan de bemanning bloot staat, is het nooit een probleem geweest om voldoende vrijwilligers te vinden. Zelfs niet in de
periode voor 1938, toen er nog geroeid moest worden.
Jan de Jong uit Hollum over zijn eerste tocht in 1937.
Tekst 6
De zee geeft, en de zee neemt. Voor de Amelanders is het een vanzelfsprekendheid. Voor veel inwoners zijn de scheepsladingen die na zware stormen op het strand aanspoelen, zelfs een onmisbare bron van inkomsten geweest.
Hans Bruin, oud-beurtschipper uit Hollum, herinnert zich de weduwes, die na de dood van hun man zich met jutten in leven moeten houden.
Tekst 7
De enige tweespalt op het eiland is de rivaliteit tussen de Westelijke dorpen Hollum en Balluur en de Oostelijke dorpen Nes en Buren. Een diepe slenk, halverwege het eiland, was eeuwenlang een letterlijke barrière, die doorgaand verkeer vaak onmogelijk maakte. Nu ligt daar al 80 jaar een
binnendijk, maar voor veel eilanders is dat nog steeds een IJzeren Gordijn. Je hoort bij het Westen, dat nog steeds vrijwel geheel protestants is, of je hoort bij het overwegend katholieke Oosten. Als in 1961 de vier raadsleden uit het Westen hun meerderheid gebruiken om het Gemeentehuis van het
Oostelijke Nes naar het Westelijke Ballum te verplaatsen, lopen de gemoederen hoog op. Oosterling Tjeerd Kooiker en Westerling Wim de Boer blikken terug op de onderlinge tegenstelling. Allereerst legt Wim de Boer uit hoe het gemeentehuis in Ballum is terechtgekomen.
Tekst 8
Toch hebben de onderlinge tegenstellingen niet kunnen voorkomen dat de Amelanders zich altijd onafhankelijk zijn blijven voelen.
Tot slot Piet Kanger en Jan de Jong over de identiteit van de Amelander.