verkazen? waarom?
Donderdagavond was ik in een Rotterdamse kroeg om flyers uit te delen. Een van de vrouwen die ik bij de bar aansprak was erg nieuwsgierig en vroeg me waar de flyer voor was. Ik vertelde haar dat er een link naar mijn blog op staat. Ik zoek namelijk nieuwe lezers die misschien ook nog een beetje feedback willen geven. Het gaat onder andere over mijn poging om te integreren in Nederland.
Ze keek me verbaasd aan: “Integreren? Waarom zou je willen integreren? Dan word je net zoals wij. Als je naar Nederland komt, neem je nieuwe inzichten met je mee. De mensen om je heen moeten zich juist aanpassen aan joù!”
Ik vond dit een rare opmerking. Het is toch vanzelfsprekend dat ik als gast in dit land mijn best doe om te integreren? Maar nadat ik de kroeg verliet, realiseerde ik me dat ze misschien wel gelijk heeft. Als ik terugkijk op al die momenten dat ik me eventjes geïntegreerd voelde, bijvoorbeeld op een feestje met Nederlandse vrienden of als ik deelnam aan een discussie, was dat niet omdat ik zo ‘verkaast’ ben. Eigenlijk was het juist andersom. Ik voelde me geïntegreerd omdat ik anders ben, omdat het grappig is dat ik Nederlands spreek met een gek Singaporees accent en omdat ik alles in Nederland waarneem door de ogen van een buitenstaander.
Begrijp me niet verkeerd; Nederlands leren vind ik nog steeds belangrijk. Maar niet omdat het ons buitenlanders meer Nederlands leert denken. Nee, het werkt precies tegenovergesteld. Het geeft ons een kans om onze eigen ongebruikelijke gezichtspunten op de Nederlandse discussietafel te leggen. En dat, is heel Nederlands.
Guangmian Kung is een Singaporese blogger, studeerde lucht- en ruimtevaarttechniek, woont sinds 3 jaar in Nederland en doet een poging hier te integreren. Om de drie weken schrijft hij een column voor Dorst in de VPRO Gids over zijn ervaringen.
meer columns
dorsters
Het was vijf jaar geleden en het was 32 graden; mijn spieren waren vermoeid, mijn ziel gefrustreerd en mijn helm doorweekt door zweet en modder. Hijgend verborg ik me in een struik, terwijl een heel grote, lelijke gele kever steeds dichterbij mijn ogen kroop. ‘Naar het volgende checkpunt rennen!’ schreeuwde mijn commandant achter ons. Doei kever! Ik pakte mijn m16 geweer op, barstte uit de struiken en rende vooruit met mijn hart kloppend in mijn keel.
2013 is begonnen...
2013 is begonnen en daarmee ook de lawine aan teksten die beginnen met de woorden ‘2013 is begonnen en daarmee ook...’. De beschaving is in de afgelopen 2013 jaar ver gekomen. Kattenplaatjes bijvoorbeeld (hebben de Egyptenaren de toekomst toch beter voorspeld dan de Maya’s).
baksteen
Op Antwerpen Centraal moest ik overstappen. In de coupé staarden een aantal mensen naar de reusachtige koffer die naar binnen probeerde te komen maar steeds op een andere manier bleef klemmen. Mijn moeder had me op de trein gezet en nog een extra jas erin gepropt waardoor mijn slaapzak erbovenop moest.
zuurkool
Atjar of kimchi is dit niet. Zuur, stinkend en ruikend naar waspoeder, ik twijfel of dit echt te eten is. Ik had het niet in mijn kerrie en rijst moeten doen, want nu is mijn hele diner verkloot.
gesplitst
Ik zit in de Intercity van Tilburg terug naar Delft en het rechter dopje van mijn koptelefoon is kapot. Maar het geeft niet. Ik ben ontzettend ‘emo’ vandaag en heb nergens zin in behalve in mezelf te keren, al is mijn koptelefoon niet meer het beste middel om alles buiten te sluiten.
bruikleenverzoek
Geacht Nederland, naar aanleiding van het voorproefje tijdens het International Film Festival Rotterdam wil ik, namens het Singaporese volk, hierbij een officieel verzoek indienen voor het in bruikleen nemen van de Rotterdamse cultheld en muzikant Harry Merry, voor onbepaalde tijd.
misschien kunnen bosjes toch leuk zijn
Het was vijf jaar geleden en het was 32 graden; mijn spieren waren vermoeid, mijn ziel gefrustreerd en mijn helm doorweekt door zweet en modder. Hijgend verborg ik me in een struik, terwijl een heel grote, lelijke gele kever steeds dichterbij mijn ogen kroop. ‘Naar het volgende checkpunt rennen!’ schreeuwde mijn commandant achter ons. Doei kever! Ik pakte mijn m16 geweer op, barstte uit de struiken en rende vooruit met mijn hart kloppend in mijn keel.