Slurf, Woodie, Mompelmuis, Luisternik, Hoofden, Zanderig, Hanzemans, minister Hoera en ambtenaar Karrewiel bevolken Misha Mengelbergs Omtrent een componistenactie. 'Er is sprake van een krompolisten- of komprolistenactie in een land of in een stad Modderbel, waarin komprolisten onderhandelen met ambtenaren van een Ministerie voor Vrijetijdsbesteding, Onnutte Maaksels en Armoedebestrijding.'
Dit is zo ongeveer de samenvatting Omtrent een componistenactie. Dat klinkt als een verhaal Bordewijk niet onwaardig, ware het niet dat het stuk is gebaseerd op een echte componistenactie uit de jaren zestig. Zo schrijft Mengelberg in zijn toelichting: 'Het materiaal is ontleend aan een in ’64 begonnen en nog niet afgesloten actie van een groep Nederlandse componisten, om, door het verwerven van meer overheidssteun, het componeren tot iets anders te maken dan een geld-, zenuwen- en nachtrustrovende hobby.' Voor de nieuwe generatie componisten in de jaren zestig was het een lastige tijd waarin ze moesten strijden, zowel voor hun bestaansrecht als voor de uitvoering van hun eigen muziek. Een van de speerpunten van die actie was de Maderna-campagne, die er om draaide, naast Bernard Haitink, speciaal voor de nieuwe muziek, Bruno Maderna als dirigent aan te stellen bij het Concertgebouworkest.
Toch, ondanks zijn deelname aan dat alles is Mengelbergs relatie tot de politiek een lastige. In 1968 schreef hij ten geleide van het PolitiekDemonstratief Experimenteel Concert dat 'ieder verband van mijn toelichting met de rest van dit als programmaboekje vermomde politieke schotschriftje wordt afgewezen.' Ook zijn begeleidende tekst bij Omtrent een componistenactie voelt alsof hij de draak steekt: 'Om de componistenactie componeerbaar te maken, heb ik alle feiten vervangen door ficties.' Het is een impliciete en absurde politiek die hij voert, waarmee hij het beleid van het Concertgebouw aan de kaak stelt. Tegelijkertijd en evengoed neemt hij de componistenactie zelf op de hak, want: '‘Omtrent een componistenactie’ kunt u beschouwen als een soort lezing met lichtbeelden in een u niet bekende taal. De vertoonde dia’s maken het betoog, wat u betreft, niet verstaanbaarder en er rest u, aangenomen dat u wakker op uw stoel blijft zitten, weinig meer dan luisteren en kijken. Goed – mijn bedoelingen gaan niet verder dan dat – wat u met uw luister- en kijkervaring doet is uw zaak.'