Poetry International beleeft dit jaar zijn 46ste editie. Poëzie maakt je gelukkig, zegt directeur Bas Kwakman. ‘Als festival ben je een ambassadeur die dat geluksgevoel aan anderen wil doorgeven.’

Tijdens het 46ste Poetry International Festival lezen negentien dichters uit de hele wereld voor uit eigen werk en doen mee aan discussies en speciale programma’s. Het zijn dichters die Poetry-directeur Bas Kwakman en zijn collega’s de afgelopen jaren via het grote netwerk, andere internationale poëziefestivals en heel veel lezen op het spoor kwamen.

Het valt hem op dat dichters zich de laatste jaren steeds vaker afvragen wat hun rol is in de maatschappij. Kwakman: ‘Toen ik ruim tien jaar geleden begon, was alle poëzie van buiten Europa politiek geëngageerd, op het pamflettistische af. Binnen Europa waren dichters juist meer op zichzelf gericht, niet bezig met de actualiteit, maar met het scheppen van universele schoonheid. Dat is nu anders. Ik vind dat een interessante ontwikkeling, die ik ook graag op het festival laat zien.’

Bekijk hier de opening waar alle negentien dichters van het festival voorlezen.

Met Barbara Köhler, Durs Grünbein, Els Moors, Guo Jinniu, Harkaitz Cano, Hester Knibbe, Jen Hadfield, Justyna Bargielska, Kenneth Goldsmith, Lev Rubinstein, Lionel Fogarty, Marion Poschmann, Nils Christian Moe-Repstad, Peter Verhelst, Philip Nikolayev, Pierre Alferi, Togara Muzanenhamo, Tonnus Oosterhoff en Yanko González.

Als voorbeeld noemt Kwakman de Amerikaanse festivaldichter Kenneth Goldsmith, die laatst het autopsierapport van de door de politie in Ferguson doodgeschoten Michael Brown voorlas. Dat riep heftige reacties op; de een vond hem een racist, de ander een held. ‘Taal is niet meer waardevrij, er zit steeds meer politieke lading in. Als er in een gedicht staat: we found the smoking gun, zegt dat veel meer dan die vijf woorden.’

Tijdens het festival kan het publiek ook luisteren naar de Russische dichter Lev Rubinstein die in zijn poëzie speelt met holle containerbegrippen en die slogans in een gedicht onder elkaar zet, en naar de Australische dichter Fogarty die dwarse slang gebruikt om de emancipatie van zijn volk, de Aboriginals, aan te kaarten.

Kwakman merkt op dat ook los van de wereldpolitiek de poëzie zich naar buiten keert. ‘Dichter des Vaderlands Anne Vegter heeft net een bloemlezing samengesteld met gedichten voor bijzondere gebeurtenissen in een mensenleven; een huwelijk, een geboorte, een sterfgeval. Dat komt op het juiste moment, poëzie lijkt harder nodig in de samenleving. Er is lang gezegd dat ze er niet is om te troosten, maar dat is niet meer zo. Lees bijvoorbeeld de bundel Wij totale vlam van de Vlaming Peter Verhelst, die ook te gast is. Ik vind het erg indrukwekkend hoe hij woorden zoekt voor grote thema’s als afscheid, liefde en vergankelijkheid.’

Zelf krijgt Kwakman ook vaak de vraag of hij niet een geschikt gedicht over een overleden vader of de geboorte van een kind kent. ‘Ik vind dat mooi en geloof in het belang van het vinden van de juiste woorden voor zo’n grote gebeurtenis.’

Het motto van het festival, ‘Reasons to be cheerful’ is dan ook een knipoog naar wat poëzie vermag. Behalve negentien dichters is dit jaar ook een wetenschapper te gast, de Brit Adam Zeman. Hij deed neurologisch onderzoek naar de werking van poëzie in het brein. Zo blijken er overeenkomsten tussen het luisteren naar muziek en het lezen van poëzie. Ook worden hersengebieden die gelinkt zijn aan empathie en zelfreflectie door poëzie extra geactiveerd.

Kwakman: ‘Zeman is een wetenschapper, die zegt niet dat je van poëzie gelukkig wordt. Dat zeggen wij natuurlijk wel. Als festival ben je een ambassadeur die dat geluksgevoel aan anderen wil doorgeven.’

Reasons to be Cheerful. Festivalopening
Dinsdag 9 juni, 20.00-21.30 uur