Boeken&cetera

Zondag 26 februari

Wetenschapshistoricus Sybe Izaak Rispens schreef ‘Einstein in Nederland’, waarin hij laat zien hoe Peter Debye meewerkte aan anti-joodse maatregelen en brieven ondertekende met 'Heil Hitler'. Nobelprijswinnaar prof. dr. Martinus Veltman vindt dat het afgelopen moet zijn met alle heisa rondom Debye.

Rispens zelf betreurt het dat de hele discussie is getrokken in de kwestie goed of fout, maar meent wel dat de universiteiten van Utrecht en Maastricht- die hun naam niet meer aan Debye verbonden willen zien - gelijk hebben. Veltman: “Wat moet je als wetenschapper wanneer je voor je bestaan een bepaald systeem wordt opgelegd? Met morele diskwalificaties achteraf moet je niet aankomen. Debye ging in 1940 niet voor niets naar de Verenigde Staten.” Hij vindt dat de commotie rondom Debye buitenproportioneel is.

Het gesprek gaat onder andere over het open intellectuele klimaat van Nederland in de jaren '20 van de vorige eeuw en de aantrekkingskracht die natuurkundige Lorentz uitoefende op wetenschappers vanuit Leiden: Albert Einstein, Willem De Sitter en Paul Ehrenfest. Einstein werkte vooral intuitief en zocht contact met mensen als De Sitter die op een meer structurele manier werkten. De Sitter beheerste Einsteins theorie van de gravitatie bijna beter dan Einstein zelf, Ehrenfest maakte met het voorbeeld van een draaimolen duidelijk dat de Euclidische geometrie niet meer werkt als er een versnelling in de buurt is. Ehrenfest kreeg nooit erkenning, zelfs geen voetnoot in het werk van Einstein, misschien heeft zijn zelfmoord in 1933 hier iets mee te maken? Einstein was geniaal, een feilloos natuurkundige, maar refereerde in zijn werk nooit aan het werk van collega's aan wie hij schatplichtig was.

Het boek van Rispens beschrijft naast de verhouding van Einstein met deze wetenschappers ook die met Peter Debye (Nobelprijswinnaar 1936, Chemie). Hij laat zien hoe die relatie in de loop van twintig jaar zo kon verslechteren dat Einstein in 1940 met een brief ervoor probeerde te zorgen dat Debye niet in de V.S. aan de universiteit aan het werk kon. De Nederlander Debye was Einstein in 1935 opgevolgd als directeur van het Kaiser Wilhelm Institut fur Physik. Dit instituut kwam in 1934 onder militair gezag en werd zo de spil in het Duitse onderzoeksprogramma naar atoomwapens. Debye deed grote concessies aan Hitler's NSDAP, ondertekende brieven met Sieg Heil en ontsloeg zijn joodse medewerkers.

Het in de uitzending getoonde fragment is afkomstig uit Polygoon Hollands Nieuws en bevat beelden van de begrafenis van Lorentz in 1928 in Haarlem. Klokslag 12 uur werden bij wijze van eerbetoon de telegraaf- en telefoondiensten in Nederland drie minuten stilgelegd. Duizenden mensen waren erbij in Haarlem. Einstein is ook bij de plechtigheid aanwezig.

Hendrik Lorentz (1853-1928) wordt gezien als de nestor van de Nederlandse natuurkunde. Hij onving, samen met Pieter Zeeman, in 1902 de Nobelprijs voor zijn onderzoek op het gebied van electromagnetisme. In 1878 promoveerde Lorentz met zijn proefschrift De theorie der terugkaatsing en breking van het licht. Hij beschreef daarin de manier waarop licht zich voortplant in de ether vanuit de elektromagnetische theorie (van Maxwell). Uit de theorie van Lorentz blijkt dat de snelheid van licht, in tegenstelling tot die van geluid, constant is. Een van de uitgangspunten van de relativiteitstheorie van Einstein. Lorentz was als hoogleraar verbonden aan de universiteit van Leiden.

Prof. Dr. Martinus Veltman laat ook zijn 'bijbel' zien: The meaning of relativity van Albert Einstein. Andere aanraders van de Nobelprijswinnaar: Inward Bound van Abraham Pais (Oxford University Press 1986) en The Science and the Life of Albert Einstein van dezelfde auteur (OUP 1982). "Het eerstgenoemde boek bevat grote delen die te technisch zijn voor de leek, het tweede is leesbaarder voor niet-fysici", voegt hij eraan toe.