Boeken

Charles Mann

Hoe de wereld zich ontwikkelde na de ontdekking van Amerika. Dat beschrijft de Amerikaanse journalist Charles Mann in zijn boek '1493'. Charles Mann laat zien dat de zogeheten Columbian Exchange heeft gezorgd voor niet minder dan de opkomst van Europa, voor de ondergang van het Chinese keizerrijk en voor de verstoring van de ecologie in Afrika.

Op school leren we bij de geschiedenislessen over koningen, keizers en veldslagen, maar nooit over paarden, aardappelen en rubber. Vreemd, betoogt de Amerikaanse wetenschapsjournalist Charles C. Mann in zijn nieuwste boek 1493, want voor het verloop van de geschiedenis zijn deze zaken minstens zo belangrijk als wereldrijken, heersers of oorlogen. Misschien zelfs wel belangrijker. 1493 gaat over hoe de wereld veranderde nadat Columbus Amerika ontdekte. Volgens Mann is in de vijftiende eeuw, toen mensen, dieren, goederen en ziekten voor het eerst overstaken van de oude naar de nieuwe wereld, het feitelijke startschot voor globalisering gegeven. De wereld veranderde onherkenbaar en is al ruim vijfhonderd jaar plat.

Onder de zogenaamde ‘Columbian exchange’ verstaan we het systeem van uitwisseling van allerhande zaken als gewassen, dieren en ziekten tussen de oude (lees; Europa) en de nieuwe (lees: Midden en Zuid-Amerika) wereld na de ontdekking van Amerika door Columbus in 1492. “Het was een enorme ecologische aanpassing. De grootste gebeurtenis in de geschiedenis van het leven sinds de dood van de dinosauriërs”, zegt Mann in een interview voor het Amerikaanse radiostation NPR. “En dit ligt ten grondslag aan een enorme hoeveelheid van de geschiedenis die we tegenwoordig op school leren: de Industriële Revolutie, de agrarische revolutie, de opkomst van het Westen – de grondtoon van dit alles is de Columbian exchange.” Mann, die eerder 1491 over Amerika vóór Columbus schreef, kwam op het idee voor een geschiedenis van deze uitwisseling terwijl hij in zijn tuin naar zijn planten keek. De gewassen in de achtertuin in het kleine dorpje in New England kwamen van origine allemaal minstens van 3000 kilometer verder, dus het tuintje bleek bij nader inzien een volledig exotisch, modern en kosmopolitisch object.

1493 bevat een enorme hoeveelheid aan voorbeelden van hoe de loop van de geschiedenis is veranderd door de uitwisseling van allerhande zaken. Europeanen brachten onder andere malaria, gele koorts, mazelen en cholera naar Amerika. Deze vloedgolf aan ziekten zorgde ervoor dat in de 150 jaar na Columbus de oorspronkelijke bewoners van het daarvoor relatief gezonde Noord-Amerika vrijwel werden uitgeroeid. Niet het wapengekletter, maar de meegebrachte ziekten maakten de meeste slachtoffers. Europeanen brachten echter bijvoorbeeld ook paarden, rijst, kippen en koffie naar de nieuwe wereld. Ondertussen werden aan de andere kant van de oceaan hele landsbevolkingen gevoed met gewassen uit Amerika. De bevolking van Ierland groeide met 200% door aardappelen uit Amerika. West-Afrika overleefde ondertussen op maïs en cassave uit de nieuwe wereld. Hierdoor groeide de bevolking, en werd ongewild de brandstof voor een lange en levendige handel in slaven geleverd.

Voorbeelden van verregaande wederzijdse beïnvloeding en parallellen te over dus. Maar 1493 is niet alleen maar bedoeld als vermakelijk feitjesboek. Integendeel. Mann wil bijvoorbeeld aantonen dat het een beetje te laat is om nog moeilijk te doen over globalisering. Critici zijn simpelweg veel te laat. Kosmopolitisme is van alle tijden, het is juist zaak om rekening te blijven houden met de gevaren. Hiermee is het boek tevens een waarschuwend werk met een sterk op ecologie georiënteerde inslag. De auteur is zeer begaan met het milieu en het evenwicht in ecosystemen en wil graag dat we leren van fouten uit het verleden. Mann reisde de hele wereld over om onderzoek te doen voor 1493 en zag de vaak desastreuze gevolgen die ‘exoten’ voor het lokale ecosysteem kunnen hebben. In de Volkskrant: “zoönosen (ziekten die overspringen van dieren op mensen, red.) vormen nog altijd een grote bedreiging. Veel problemen van de globalisering zijn vooral te wijten aan dommigheid op dat vlak.”