Boeken

Martin Michael Driessen & Richard de Nooy

In zijn tweede roman 'Vader van God' heeft vertaler en theatermaker Martin Michael Driessen van God een personage gemaakt, die hij laat worstelen met zijn schepping en zijn eenzaamheid. En in 'Zendingsdrang', de nieuwe roman van schrijver Richard de Nooy, belandt een oorlogscorrespondent in een Instituut voor Forensische Observatie waar zijn toerekeningsvatbaarheid wordt onderzocht. Wim Brands praat met beide auteurs.

In zijn tweede roman Vader van God heeft vertaler en theatermaker Martin Michael Driessen van God een personage gemaakt, die hij laat worstelen met zijn schepping en zijn eenzaamheid. Het boek is meer dan een Bijbelsatire, het is ook een vader-zoonroman.

Met Vader van God herschreef Martin Michael Driessen de bijbel op een zeer eigenzinnige manier. De schepping van God komt met de Franse slag tot stand, de ene mislukking volgt op de andere, waaruit blijkt dat God ook maar een mens van vlees en bloed is. Driessen houdt zich in het boek vast aan de grote Bijbelse lijn, maar voert in zijn vertelling allerlei anachronismen op. God heeft bijvoorbeeld een bemoeizuchtige huishoudster, Johannes doet niets liever dan hardlopen.

In Vader van God maakt Driessen dankbaar gebruik van de opmerkelijke leemten in het Oude en Nieuwe Testament. Dat Jozef wist dat Jezus de Messias zou gaan worden, zoals beschreven in het Oude Testament, vormde de kiem voor het schrijven van de roman. Vader en zoon worden voor het laatst samen in de tempel gesignaleerd, waar de twaalfjarige Jezus de schriftgeleerden toespreekt. Jozef treft hem daar, na dagen zoeken, als Jezus van huis is weggelopen. De schriftgeleerden zijn onder de indruk van de inzichten van de jongeling, maar Jozef besluit om zijn zoon mee naar huis te nemen.

‘Wat is hier gebeurd?’ dacht Driessen. Jezus werd tegen de wil van zijn vader tóch de nieuwe Messias. Dus laat Driessen Jozef na het tempelbezoek zijn zoon ontvoeren, om aan het heilsplan van God de Vader te onttrekken, in de hoop dat hij een gewoon mensenleven kan leiden. Ze vluchten naar de Antilibanon. Jozef is bereid om zichzelf op te offeren. Als Jezus zonden begaat kan hij niet meer de nieuwe Messias worden. Jozef maakt door deze onderneming een diepe val door, zodra hij zich buiten het bereik van Gods genade begeeft, en betaalt daarvoor een hoge prijs.

In Zendingsdrang, de nieuwe roman van schrijver Richard de Nooy, belandt een oorlogscorrespondent in een Instituut voor Forensische Observatie waar zijn toerekeningsvatbaarheid wordt onderzocht. In de cel tekent hij de verschrikkingen van het verleden èn heden op.

Richard de Nooy werd in Nederland geboren en groeide vanaf zijn vierde jaar op in Johannesburg, Zuid-Afrika. In 1986, vier jaar voordat de Apartheid werd afgeschaft, keerde hij terug naar Nederland. In Amsterdam vond hij wat hij zocht. Geen politieke of sociale tegenstellingen, maar meer gelijkheid tussen de mensen.

In Zuid-Afrika studeerde De Nooy journalistiek, in Amsterdam volgde een studie psychologie. In Zendingsdrang, zijn derde roman, combineert hij beide studies door een oorlogscorrespondent aan een psycholoog te koppelen. Remco de Heer, alias Deo, heeft de hele wereld afgereisd. Als correspondent en rampenjager is hij getraumatiseerd geraakt en uiteindelijk door het lint gegaan. Op het Instituut voor Forensische Observatie wordt zijn mate van toerekeningsvatbaarheid onderzocht.

Deo gelooft dat de wereld niet ten onder gaat aan de gevaarlijke gekken die de daden plegen, zoals zijn lotgenoten in de kliniek, maar juist door de apathie van de grote goegemeente. Mensen die slechts toekijken en alles laten gebeuren. Daar rekent hij ook de lezer toe, die in het boek bestraffend wordt toegesproken. Deo heeft zijn leven geriskeerd door vanuit rampengebieden verslag te doen, terwijl het door de lezers slechts ter kennisgeving is aangenomen.