Boeken

Wouter Kusters en Peter-Paul Verbeek

Zaterdag 26 juli om 9.50 uur wordt de aflevering met Wouter Kusters en Peter-Paul Verbeek herhaald.
Wim Brands spreekt met Wouter Kusters over 'Filosofie van de waanzin' en met Peter-Paul Verbeek over 'Op de vleugels van Icarus'.

Na de herhaling op zaterdag kunt u de aflevering ook hier terugkijken.

Wim Brands blikt vooruit

Elke week lees je hier Wims persoonlijke ervaringen met de gasten van deze week en hun boeken.

Filosofie van de waanzin – Wouter Kusters

Jeffrey heb ik al een tijd niet meer gezien als ik ’s ochtends met mijn hond door de buurt loop. Misschien dat hij weer tijdelijk in een psychose bivakkeert en is opgenomen. De laatste keer dat ik hem sprak was er weer sprake van buitenaardse voorouders die hij ’s avonds sprak in een oude telefooncel ergens in de stad, nee, hij kon niet zeggen waar. Binnenkort zal hij wel weer opdoemen, als vanouds in zichzelf murmelend.

'De waanzinnige' noemt een oude buurtgenoot van me hem. Hij is van mening dat een goede medicijnman eens een zorgvuldig samengestelde pillencocktail voor Jeffrey moet samenstellen zodat dat brein van hem tot rust komt en Jeffrey wordt verlost van zijn stemmen. Die buurtgenoot keek me vreemd aan toen ik zei dat het misschien aanbeveling verdient om de stemmen van Jeffrey eerst eens serieus te nemen, wat betekenen ze?

Ik vertelde hem dat ik een soortgelijke vraag ook weleens heb voorgelegd aan de eminente Engelse psycho-analyticus en schrijver Darian Leader. Kun je me een definitie van waanzin geven, vroeg ik hem. Je krijgt een paar zinnen van me. O, zei Leader, ik heb maar een woord nodig: zekerheid. Mijn buurtgenoot snapte hier niets van, filosoof Wouter Kusters wel.

In het gesprek dat ik zondag met hem heb naar aanleiding van Filosofie van de waanzin zegt hij op een bepaald moment dat breinkenners als Dick Swaab de fout maken te denken dat het voldoet om over de verf te praten als je naar een schilderij kijkt en de voorstelling onbesproken kunt laten.

Op de vleugels van Icarus – Peter-Paul Verbeek

Techniek is er om de problemen op te lossen die worden veroorzaakt door techniek. Ik heb het vaak geroepen als ik iets moest zeggen en de microfoon deed het niet. Ik heb ook weleens een internetnerd gezien met een t-shirt aan waarop stond: Fuck de techniek.

Maar wat is techniek en hoe verhouden wij ons tot techniek? Als ik die vraag stel moet ik ook direct denken aan de tijd dat ik als leerling-verslaggever bij het Leidsch Dagblad werkte en geacht werd over wetenschap te schrijven. Wekelijks interviewde ik wetenschappers. Ik herinner me nog goed de ethica die was verbonden aan het academische ziekenhuis. Ze legde me uit dat zij moest bedenken of de toepassingen van bepaalde ontdekkingen wel ethisch verantwoord was.

Ik heb toen, geloof ik, in al mijn onnozelheid een van de beste vragen gesteld die ooit in mij opkwamen. Ik zei zoiets als: is de tragiek van uw vak niet dat er eerst een technische verandering is en dat u dan al meehobbelend die verandering ethisch moet verantwoorden?

Filosoof Peter-Paul Verbeek zou niet verrast zijn geweest door die vraag. Zoals hij ook kan uitleggen waarom zoveel mensen bang zijn voor techniek, waarom zoveel mensen nooit goed hebben nagedacht over de relatie tussen moraal en techniek. Nadenken zullen we trouwens moeten, of we willen of niet. Denk eens aan die Google-bril die al kant en klaar is. Een bril die je direct alle denkbare informatie verschaft over de mensen en dingen om je heen. Wat betekent dat voor onze openbare ruimte?

Wim Brands