Jean Ferrat (1930–2010) was een Franse zanger, componist en tekstschrijver. Hans Keller dook 'Je ne suis qu’un cri' op, waarin Ferrat zijn rol als schrijver/zanger karakteriseert. Zijn carrière liep toen al op zijn einde. 'Ik ben enkel een schreeuw', in vertaling van Wineke de Boer.

Veel Nederlanders zijn vertrouwd met een melodie van Jean Ferrat zonder ooit van de componist te hebben gehoord. Het liedje Het dorp (met de terugkerende refreinregel ‘Langs het tuinpad van mijn vader’) was - en is nog steeds - een populair nummer van Wim Sonneveld op een sentimentele tekst van zijn partner Friso Wiegersma, waarin nostalgische herinneringen worden opgehaald aan de dierbare verdwenen wereld van vroeger. Wat maar weinig luisteraars naar deze evergreen zullen weten, is dat het een wat weke bewerking betreft van Jean Ferrat’s uit het begin van de jaren zestig daterende chanson La montagne, dat handelt over de ecologische verwoesting van de Ardèche (de wilde streek op de zuidelijke rand van het Franse Central Massif) door houtkap, basalt- en grintwinning. In zijn bewerking had Wiegersma het harde tekstmeubilair van Ferrat grondig opgeruimd en vervangen door de zachtzittende kussens van Het dorp.

Jammer, maar niet onoverkomenlijk voor wie het origineel kent. Maar wie kent het origineel nog?

Het Franse chanson behoort al jaren niet meer tot het reguliere radio- en music-hallrepertoire, ook in Frankrijk niet. Daar wordt beweerd, dat het genre door de opkomst van Johnny Halliday de nek is omgedraaid. En toen stierf Jacques Brel, en toen Yves Montand, alleen Charles Aznavour zingt af en toe nog boven aarde.

Ferrat moet de neergang van het literaire chanson nog net hebben meegemaakt. De opname (afkomstig van de Franstalige Belgische televisie) die we uitzenden dateert uit 1986, hij was toen 56 jaar en zou pas 24 jaar later sterven. Toch was het einde van zijn carrière al in zicht. Het is te begrijpen uit zijn Je ne suis qu’un cri, waarin hij zijn rol als schrijver/zanger karakteriseert, niet in de vorm van een proclamatie maar als een verantwoording achteraf. En tussen de regels door vastbesloten voor het verloren lijkende genre van het literaire chanson de eigen autonome plek heroverend.

Jean Ferrat is het pseudoniem voor Jean Tenenbaum, de familie komt uit de Franse Elzas. Pas als zijn vader een gele ster opspelt, begrijpt hij op zijn tiende dat hij half-Jood is. De vader wordt opgepakt, verdwijnt in Auschwitz (later herdacht in Ferrat’s lied Nuits et brouillard) en zijn moeder en hij zoeken een goed heenkomen in de Pyreneeën. Ze beleven de bevrijding in Saint-Jean Cap Ferrat aan de Franse zuidkust (ziedaar de oorsprong van zijn schuilnaam). Een meegenomen gitaar, die half afgemaakte studies voortdurend overleeft, leidt na kennismaking met de gedichten van Lorca, tot zijn eerste optredens in Parijse cabarets waar hij Yves Montand en Mouloudji nadoet. Een van die keren zit de Franse dichter Louis Aragon in de zaal, die hem na afloop zijn gedicht Les yeux d’Elsa aanbiedt. Elsa is Elsa Triolet, Aragon’s echtgenote, ook al bezongen door de beroemde troubadour-chansonnier Léo Ferré.

Zo begint zijn carrière als componist op andermans teksten voor zangers als Guy Béart, Anne Sylvestre, Isabelle Aubret en Zizi Jeanmaire. Aragon moedigt hem aan ook zelf teksten te schrijven en met Nuit et brouillard begint de auteurscarrière van Ferrat.

Zijn solo-optredens winnen aan présence en zijn teksten aan kernachtigheid. Een lied over het Franse optreden in Algerije wordt getroffen door de Franse censuur en mag niet via radio en tv ten gehore worden gebracht, hetzelfde lot treft zijn chanson Potemkine over de wortels van de Russische revolutie. Dat laatste lied wordt niettemin een hit in Frankrijk, omdat de Engelse piratenzender Radio London het viermaal per dag combineert met de lancering van de nieuwe Lennon/McCartney-song Michelle.

“Waar zou ik zijn zonder jou?” schreef Louis Aragon kort voor zijn dood en tot zijn laatste snik een verstokte communist. “Zonder de zanger die de poëzie zingend op straat tot leven brengt? Hoe zou het chanson ervoor staan zonder Jean Ferrat, artiste-citoyen?”